Ascites, een vochtophoping in de buik: behandeling
Ascites is een vochtophoping in de buik. Deze vochtophoping kan zeer vervelend zijn voor de patiënt. Als het om een grote hoeveelheid vocht gaat, kan het bij de patiënt zichtbaar zijn. Vooral rond de navel wordt de buik zeer dik. Na een tijd kan de buik enorm in de weg zitten voor de patiënt en ook storend zijn voor de dagelijkse handelingen. Het is moeilijk om het vocht volledig weg te krijgen. Gelukkig zijn er wel een aantal tijdelijke behandelingen.
Wat is ascitesvocht?
Ascitesvocht is een abnormale vochtophoping in de buikholte. De buikholte bevindt zich tussen het middenrif en de liezen. Het vocht zet zich rond de verschillende compartimenten rond de navel. Er kan tot twintig liter vocht opgehoopt worden.
Ascitesvocht bevat veel eiwitten. Het vocht zelf kan verschillende kleuren hebben. Zo kan het vocht doorzichtig, gelig of wit zijn. Ascites heeft een hele specifieke geur door de eiwitten.
Symptomen
De volgende klachten zijn symptomen van ascites:
- Een dikke buik met uitpuilende navel
- Verwijde bloedvaten op de buik
- Een glimmende huid op de buik
- Verminderde eetlust
- Druk op de maag
- Buikpijn
- Kortademigheid en ademnood
- Vocht in de enkels
- Wanneer je de buik aanraakt ontstaat er een golfbeweging
- Vermoeidheid
- Verminderde mobiliteit
Naast al deze symptomen zijn er nog andere symptomen mogelijk. Dit hangt af van de onderliggende oorzaak voor het ontstaan van ascites.
Wie krijgt ascitesvocht?
Een gezonde man heeft zo goed als geen vocht in de buik. Een vrouw heeft altijd een kleine hoeveelheid vocht in haar buik door de menstruele cyclus. Dit is maximaal twintig milliliter. Omdat een vrouw al een kleine hoeveelheid vocht in de buik heeft, krijgt een vrouw makkelijker ascitesvocht. Toch komt het ook bij mannen voor. Verder heb je ook meer risico op het krijgen van ascites als je lijdt aan een chronische aandoening.
Oorzaken
Het is heel belangrijk om te weten dat ascites nooit op zichzelf ontstaat. Het is een verschijnsel van een onderliggende oorzaak. Het is dus aan de arts om deze onderliggende aandoening te vinden. De verschillende oorzaken van ascites:
- Levercirrose
- Buikvliesontsteking
- Tumoren van het maag-darmkanaal
- Een zwak hart
Diagnose
De diagnose van ascites is heel makkelijk voor de arts om te stellen. De arts zal eerst de buik inspecteren door middel van een klinisch onderzoek. Hierbij zal de arts tegen de buik tikken om te kijken hoe de buik reageert. Ook zal hij met de stethoscoop naar de buik luisteren. Hierbij gaat hij op zoek naar een dof geluid. Dat kan wijzen op vocht in de buik.
Het is ook mogelijk om een punctie te nemen. Hierbij zal de arts met een naald in de buik prikken waar hij denkt dat er vocht zit. Met de spuit die bevestigd is op de naald zuigt de arts een kleine hoeveelheid vocht aan. Dit vocht wordt in een speciaal buisje gedaan en naar het lab gestuurd. Een paar dagen later is de uitslag bekend.
Wanneer een arts twijfelt is het mogelijk om een echo te maken van de buik. Daarop is het vocht goed zichtbaar.
Ascites behandelen
Ascites helemaal genezen is niet mogelijk. Wel kan de arts met verschillende behandelingsmogelijkheden proberen om de vochtophoping onder controle te krijgen. Verder hangt de behandeling ook af van de onderliggende oorzaak. Wanneer de oorzaak bekend is, is het makkelijker om het vocht onder controle te krijgen.
Medicatie
De arts zal vochtafdrijvende middelen voorschrijven. Hierdoor zal een deel van het vocht via urine het lichaam weer verlaten. Verder kan het zijn dat de arts je een antibioticakuur zal geven. Dit is belangrijk wanneer je een buikvliesontsteking hebt.
Continue drainage
Wanneer het ascites ontstaan is door een kankergezwel kan de arts overwegen om het vocht continu te draineren. Hierbij krijg je een katheter in je buik die zorgt voor de afloop van het vocht. De katheter is niet hinderlijk voor de patiënt.
Ascitespunctie
Een ascitespunctie komt regelmatig voor. Het wordt onder sommige artsen ook gebruikt als behandeling. Een ascitespunctie lijkt een beetje op continue drainage met het verschil dat er nu en dan aangeprikt wordt om het vocht te draineren. De arts probeert elke keer drie weken tussen de verschillende puncties te houden.
Voor een ascitespunctie wordt de patiënt verwacht op het daghospitaal. De arts prikt daar de patiënt aan. Het prikken gebeurt zonder verdoving, maar wordt niet als pijnlijk ervaren. Na het prikken plaatst de arts een katheter waarop een lege infuuslijn geplaatst wordt. Het uiteinde van de infuuslijn wordt in een opvangbak gehangen. Omdat de druk in de buik hoog is door het vocht zal het vocht via de katheter in de bak lopen. De arts beslist hoeveel vocht er verwijderd mag worden. Voor sommige patiënten mag dit maar een paar liter zijn, bij andere patiënten mag al het vocht verwijderd worden. Meestal wordt er maximum acht liter verwijderd uit te buik. De verpleegkundige houdt de hoeveelheid vocht in de gaten, meet dit af en noteert dit in het patiëntendossier. Hierna wordt de katheter door de verpleegkundige verwijderd en krijgt de patiënt een pleister op de prikplaats. Daarna mag hij terug naar huis.
Wat kan je zelf doen?
Je kan niet veel doen om het vocht minder snel te laten stijgen. De enige mogelijkheid is een zoutbeperking. Zout houdt vocht vast. Als je minder zout eet, zal er minder vocht extra worden vastgehouden in het lichaam.