Fecale incontinentie: Ongewild verlies van stoelgang
Bij fecale incontinentie is een patiënt niet in staat om de darmbewegingen te controleren, waardoor onverwacht ontlasting uit het rectum komt. Deze aandoening is niet het gevolg is van een infectie of een eenmalige gebeurtenis, maar is een terugkerende of chronische gebeurtenis. De ernst en frequentie van de symptomen variëren. Zo verliezen mensen af en toe ontlasting bij het laten van een wind, terwijl andere patiënten regelmatig volledig de darmcontrole verliezen. Diverse aandoeningen en medische behandelingen resulteren in het incontinent zijn voor de ontlasting. Deze soms vervelende en beschamende aandoening valt echter dankzij verschillende medische behandelingen en leefstijlveranderingen vaak te verhelpen.
Synoniemen fecale incontinentie
Enkele termen zijn in gebruik om fecale incontinentie aan te duiden:
- darmincontinentie
- incontinentie voor faeces/feces
- ontlastingsincontinentie
- ontlastingsverlies
- stoelgangsincontinentie
Epidemiologie van ongewild verlies van stoelgang
Ongeveer zeven procent van de gezonde bevolking ouder dan 65 jaar ervaart minstens één keer per week incontinentie. Patiënten van middelbare leeftijd en ouderen zijn vaker getroffen. Vrouwen lijden het vaakst aan fecale incontinentie.
Oorzaken stoelgangsincontinentie
Incontinentie treedt op wanneer de intrarectale druk de intra-anale druk overschrijdt. Dit kent vele oorzaken. Soms is echter geen duidelijke oorzaak aanwezig voor ontlastingsincontinentie.
De gebruikelijke oorzaken van darmincontinentie omvatten:
- aambeien (gezwollen aderen in de anus met rectale bloedingen)
- aangeboren bijvoorbeeld imperforate anus (ontlasting kan lichaam niet (goed) verlaten)
- chirurgie: anorectale chirurgie, vaginale hysterectomie (chirurgische verwijdering van baarmoeder)
- chronische inflammatoire darmaandoeningen (ontstekingsaandoeningen van de darm)
- diarree (vaak door het het prikkelbaredarmsyndroom)
- een fysieke beperking (niet tijdig het toilet kunnen bereiken)
- een rectale prolaps (endeldarmverzakking met verlies van stoelgang)
- een rectokèle (uitpuiling van de endeldarm in de vaginawand)
- fecale impactie (vastzittende droge en harde brok ontlasting) met overstromingsdiarree
- het chronisch gebruik van laxeermiddelen
- langdurige spanning bij het maken van de stoelgang
- neurologische aandoeningen zoals:
- obstipatie
- psychologische aandoeningen
- radiotherapie na de behandeling van prostaatkanker
- rectumkanker
- spier- of zenuwschade bij de bevalling (vaakst voorkomende oorzaak): Ongeveer 30% van de vrouwen die hun eerste kind baren, krijgen te maken met sfincterdefecten (schade aan de sluitspier/kringspier). Dit verergert soms nog naarmate de vrouw veroudert.
- spier- of zenuwschade bij de veroudering
- spier- of zenuwschade door volgende aandoeningen:
Symptomen en vormen van ontlastingsincontinentie
De symptomen variëren en zijn afhankelijk van de vorm van ontlastingsincontinentie. Sommige patiënten met fecale incontinentie hebben af en toe een beetje
diarree bij het maken van de stoelgang terwijl anderen de ontlasting bijvoorbeeld volledig verliezen. Vele vormen van fecale incontinentie zijn mogelijk.
Aandrangsincontinentie
Sommige patiënten hebben aandrangsincontinentie (urge-incontinentie). Zij hebben een plots opkomende drang die hen dwingt om ontlasting te maken. Zij halen bijgevolg het toilet niet om zich te ontlasten.
Flatusincontinentie
Hierbij voelt de patiënt duidelijk dat het rectum vol is, maar hij weet niet goed of hij stoelgang moet maken of moet flatuleren (wind laten).
Inspanningsincontinentie
Bij inspanningsincontinentie verliest een patiënt ongewild de ontlasting bij het
hoesten,
niezen of een zware inspanning. Dit is vergelijkbaar met
stressincontinentie, waarbij de patiënt urine verliest door het maken van een beweging.
Passieve incontinentie
Passieve incontinentie is een andere vorm van fecale incontinentie. Hierbij zijn patiënten zich niet bewust dat ze ontlasting moeten maken, omdat het signaal bijvoorbeeld de hersenen niet bereikt.
Bijkomende klachten
Diarree,
constipatie,
buikpijn,
krampen,
vaginale jeuk, een geïrriteerde of
jeukende anus,
urine-incontinentie en
winderigheid zijn andere symptomen die mogelijk gepaard gaan met het niet kunnen ophouden van de stoelgang.
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek
De arts bevraagt de patiënt over wijzigingen in het toiletpatroon, de soort ontlasting, de eventuele druk die hij moet uitoefenen voor het maken van stoelgang en de bijkomende symptomen.
Diagnostisch onderzoek
De oorzaak achterhalen van deze ongewilde darmlekkage is mogelijk met behulp van een aantal onderzoeken zoals:
- een anale manometrie: De arts plaatst een smalle, flexibele buis in het rectum van de patiënt via de anus. Aan de rand zit een ballon die hij opblaast. Hiermee bekijkt de arts de druk van de sluitspier van de anus (anale sfincter), de gevoeligheid van de zenuwen en de werking van de spieren.
- een anorectale ultrasonografie
- een ballonuitstoottest: De arts vult een kleine ballon met water en plaatst dit in het rectum. Vervolgens moet de patiënt naar het toilet gaan en de ballon verdrijven. De arts meet de tijd die nodig is om de ballon uit het lichaam te drijven. Wanneer dit langer dan één minuut is, is mogelijk sprake van een ontlastingsstoornis.
- een colonoscopie: Inwendig kijkonderzoek van de dikke darm.
- een digitaal rectaal onderzoek: De arts heeft handschoenen aan en plaatst een vinger in de anus en het rectum. Constipatie, tumoren, spierproblemen en een rectale prolaps zijn hiermee te identificeren.
- een MRI-scan: Deze scan maakt beelden van de sluitspier; hiermee weet de arts of de sfincterspieren intact zijn of niet. Een MRI-scan maken is ook mogelijk tijdens het maken van de ontlasting (defecografie).
- een proctografie: De arts maakt röntgenvideobeelden terwijl de patiënt ontlasting maakt op een speciaal ontworpen toilet. De test meet de hoeveel ontlasting die het rectum kan vasthouden en evalueert hoe goed het lichaam stoelgang verliest.
- een proctosigmoïdoscopie: De arts plaatst een flexibele buis in het rectum om het laatste deel van de dikke darm (sigmoïd) te inspecteren. Hij zoekt naar tekenen van een ontsteking, tumoren of littekenweefsel die fecale incontinentie mogelijk resulteren in de ontlastingsstoornis.
Behandeling van incontinent zijn voor de ontlasting
Zelfzorg
Incontinentieverband en incontinentiehulpmiddelen (broekluiers, anale tampons) zijn beschikbaar. Verder zijn soms voedingsaanpassingen nodig, hetgeen het best in overleg met een diëtist plaatsvindt. Meestal adviseert een diëtist om alcohol en
cafeïne te vermijden, meer vezels in de voeding op te nemen en meer te drinken (maar geen alcohol en cafeïne).
Professionele medische zorg
Bij milde incontinentie is het belangrijk om de darmcontrole (het stoelgangspatroon) aan te pakken.
Loperamide (Imodium) is het meest krachtige middel tegen diarree, waarbij ook de interne sfincterdruk verhoogt. Laxeermiddelen zijn nuttig wanneer sprake is van obstipatie. Soms maakt de arts gebruik van injecteerbare vulmiddelen die hij rechtstreeks in de anus injecteert. Biofeedback, bekkenbodemfysiotherapie en darmtrainingen zijn effectief bij sommige patiënten met ontlastingsincontinentie waarbij een verminderde functie van de puborectalisspier en de externe anale sfincter aanwezig is. Patiënten met een functioneel gebrekkige maar morfologische intacte externe anale sfincter halen voordeel uit sacrale spinale zenuwstimulatie. Chirurgie is soms nodig bij een anaal sfinctertrauma. Wanneer een operatie niet effectief is, is het plaatsen van een stoma /
colostoma (kunstmatige opening in dikke darm) noodzakelijk.
Complicaties darmincontinentie
Door fecale incontinentie ontstaan vaak emotionele problemen. Mensen gaan namelijk sociale activiteiten vermijden uit
angst voor ongelukjes. Ook huidirritatie is een mogelijk gevolg van deze vervelende aandoening. De huid van de anus is gevoelig en herhaald contact met de ontlasting leidt mogelijk tot
pijn, jeuk en zelfs
zweervorming waarvoor een medische behandeling vereist is.