Neurogene darm: Ongewild verlies stoelgang door zenuwschade
Bij een neurogene darm verliest de patiënt de normale darmfunctie als gevolg van een zenuwprobleem. Patiënten met deze aandoening kunnen de ontlasting niet goed ophouden en uitscheiden. De aandoening veroorzaakt vaak poepongelukjes en constipatie. Een regelmatig darmschema, voedingsaanpassingen, medicijnen en/of andere procedures zijn inzetbaar om de symptomen te verminderen en de vooruitzichten te verbeteren.
Oorzaken van neurogene darmen
Bij een neurogene darm is de normale darmfunctie getroffen als gevolg van een zenuwprobleem. De spieren en zenuwen rond het rectum en de anus moeten samenwerken om de darmen goed te laten werken. Door zenuwschade ontstaat een gebrek aan darmcontrole, wat leidt tot
obstipatie en een
ongewild verlies van stoelgang.
Risicofactoren
Zenuwschade ontstaat door::
Soorten
Er zijn twee soorten neurogene darm.
Reflex (spastisch) darmprobleem
Hierbij kan de anale sluitspier niet vrijwillig ontspannen waardoor de patiënt constipatie ervaart. Signalen tussen de dikke darm en de
hersenen raken verstoord. Bij reflexproblemen in de darmen werkt de ‘reflex’ die een darmbeweging activeert nog steeds, maar de patiënt voelt dit niet. Een ongeplande darmbeweging treedt dan op wanneer de endeldarm vol is. Een reflexprobleem is mogelijk het resultaat van een letsel aan het centraal zenuwstelsel.
Slap darmprobleem
Hierbij is er minder beweging in de dikke darm. Er is minder peristaltiek (darmbeweging) en de kringspier is meer ontspannen dan normaal. Dit leidt tot constipatie met het frequent lekken van de ontlasting. Een slappe darmaandoening volgt mogelijk na een lagere dwarslaesie.
Symptomen
Reflexdarmproblemen veroorzaken soms een plotselinge, ongeplande stoelgang wanneer de endeldarm vol is. Slappe darmproblemen leiden tot het frequent lekken van de ontlasting omdat de sluitspier niet zo strak sluit. Een neurogene darm veroorzaakt:
- buikpijn
- constipatie of diarree
- een verlies van gevoel dat de darm vol is
- fecale incontinentie
- misselijkheid
- moeite het maken van de darmbewegingen
Vaak ervaren patiënten ook een
neurogene blaas als gevolg van een verlies van de sensorische en/of motorische controle.
Al deze problemen veroorzaken fysieke, sociale en emotionele problemen.
Diagnose en onderzoeken
De arts stelt de patiënt vragen inzake de
medische geschiedenis, recente symptomen, medische aandoeningen in het verleden en de medische geschiedenis van de familie. De arts vraagt ook hoe vaak de patiënt een ongewild verlies van stoelgang of obstipatie heeft. Soms moet de patiënt een ontlastingsdagboek invullen om te registreren wanneer hij darmactiviteit vertoont. De arts voert ook een lichamelijk onderzoek en een
rectaal onderzoek uit, en test eveneens de reflexen. Mogelijk zet de arts nog bijkomende onderzoeken in zoals:
Behandeling van neurogene darm
Patiënten met een neurogene darm moeten een gepland naar het toilet gaan en ook op ongeveer hetzelfde tijdstip maaltijden eten om een goede ontlastingsroutine te krijgen. Dit helpt ongelukken, obstipatie en een
darmblokkade (darmobstructie) te voorkomen. Soms moet de patiënt ook veranderingen in de voeding doorvoeren en medicijnen nemen. Verder zijn andere darmtrainingsmethoden mogelijk zoals:
- botulinumtoxine (botox) om de spasticiteit van de anale sfincter te verminderen
- buikspiertraining
- een colostomie-operatie (deel van dikke darm met buikwand bevestigen waardoor de patiënt een stoma krijgt)
- een vinger gebruiken om de sluitspier te activeren (digitale rectale stimulatie)
- elektrische (neurale) stimulatie van de buikspieren
- geplande stoelgang om de ontlasting fysiek uit het rectum te verwijderen
- gepulseerde waterirrigatie
- laxeermiddelen (pillen via de mond of zetpillen)
- lichaamsbeweging
- voedingsaanpassingen
Prognose van ongewild verlies van stoelgang
Dankzij het darmbehandelingsprogramma heeft de patiënt mogelijk minder hulp van anderen nodig. De patiënt vermijdt hierdoor ook gerelateerde problemen, zoals
aambeien of een darmobstructie. Een goede darmzorg helpt poepongelukjes te voorkomen.
Lees verder