Verlegen blaas (paruresis): Vorm van sociale fobie (angst)
Patiënten met een verlegen blaas hebben een sociale fobie waarbij het urineren in bijvoorbeeld openbare toiletten of in de buurt van anderen onmogelijk is. Het plassen thuis is mogelijk maar elders lukt dit meestal niet. Deze erg vervelende psychologische aandoening leidt tot diverse mentale maar ook fysieke problemen. Het opzoeken van een arts is vaak moeilijk maar de patiënt moet toch deze stap zetten om fysieke oorzaken uit te sluiten. De behandeling van deze angststoornis gebeurt door middel van onder andere gedragstherapie, ontspanningstechnieken en afleiding. De prognose is variabel, maar meestal verminderen of verdwijnen de klachten wel na verloop van tijd.
Synoniemen verlegen blaas
Een verlegen blaas kent enkele andere bewoordingen zoals:
- badkamerfobie
- het verlegen-blaassyndroom
- paruresis
- plasangst
- plasfobie
- psychogene urineretentie (blaas niet of onvolledig kunnen ledigen door psychische oorzaken)
- schuwe blaas
- vermijdende paruresis
Epidemiologie paruresis
Het verlegen-blaassyndroom treedt op elke leeftijd mogelijk op, maar de aandoening ontstaat vooral bij tieners. Een verlegen blaas is verder één van de meest voorkomende vormen van sociale fobie of angst.
Oorzaken van angst van plassen
Paruresis is een plasprobleem van
psychologische oorsprong waarbij een patiënt niet kan plassen, omdat hij in bepaalde situaties te angstig en nerveus is om te urineren. Dit gebeurt bijvoorbeeld in een openbare toiletruimte waar weinig privacy aanwezig is, of op plaatsen waarbij patiënten denken dat anderen hen zullen horen of zien. De patiënten durven daarom niet te gaan plassen. Wellicht draagt een moeilijke potjestraining of een fel bekritiseerde plastraining op school bij aan de totstandkoming van een verlegen blaas. Bij angst vult een deel van het zenuwstelsel zich met adrenaline. Hierdoor ‘bevriezen’ de spieren die de blaas moeten ledigen. Naast paruresis bestaat ook ‘parcopresis’ waarbij patiënten het moeilijk vinden om in openbare toiletten in de buurt van anderen stoelgang te maken. Deze vorm van sociale
fobie is vergelijkbaar met de context van een verlegen blaas.
Symptomen: Angst om te urineren in openbare toiletruimtes
Verschillende vormen
Patiënten gaan verschillend om met de aandoening. Zo zijn sommigen nog wel in staat om een openbare toiletruimte te bezoeken wanneer een gesloten deur aanwezig is, maar voor andere patiënten maakt dit geen verschil en zijn ze te angstig om te gaan plassen omdat ze bang zijn dat anderen hen zullen horen of zien. Bij de meeste patiënten met paruresis is het moeilijk of onmogelijk om te plassen wanneer vreemden aanwezig zijn in de openbare toiletruimte. Wanneer sommige patiënten toch willen plassen, voelen ze zich soms zo onder druk gezet dat ze snel plassen en er daardoor maar een beperkte hoeveelheid urine uit de blaas komt.
Geleidelijk optreden
Milde plasfobie
Meestal verschijnt het probleem geleidelijk, maar verergeren de klachten wanneer patiënten zich meer bewust worden van hun aandoening. Eerst voelen ze zich ongemakkelijk in een openbare toiletruimte en lukt het plassen niet goed. Daarna zijn ze bang dat ze bij een volgend toiletbezoek ook niet kunnen plassen. Ze plassen daarom zo veel mogelijk wanneer ze nog thuis zijn. Hierdoor gaan patiënten al op voorhand minder vocht drinken, zodat ze niet de behoefte voelen om te plassen. Wanneer ze toch in openbare gelegenheden komen, zoeken ze de toiletruimte op wanneer niemand aanwezig is.
Ernstige plasfobie
In ernstige gevallen isoleren patiënten zich zodat ze enkel thuis naar het toilet kunnen gaan, waar ze zich veilig voelen. Zij vermijden het reizen met
vliegtuigen, bussen of treinen waar het openbaar gebruik van een toilet onvermijdelijk is. Patiënten met ernstige
plasproblemen en sociale fobie kampen met een
snelle hartslag (tachycardie), overmatig zweten (
hyperhidrose),
uitdroging (dehydratie), frequente urineweginfecties, een
nierinfectie of nierschade en soms vallen ze flauw (
flauwvallen).

Een urinestaaltje is nodig om andere afwijkingen uit te sluiten /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Patiënten met een verlegen blaas zijn erg
angstig om dit probleem met anderen te bespreken. Het duurt meestal dan ook lang en de symptomen zijn dan ook al ernstig wanneer ze de arts hiermee opzoeken. De arts bevraagt de patiënt en wenst een urinestaaltje van de patiënt voor een
urineonderzoek. Voor patiënten met een verlegen blaas is het vaak moeilijk om te zorgen voor dit urinestaaltje; zij durven namelijk vaak niet te plassen in de praktijkruimte. De arts heeft dit staaltje nodig om andere fysieke oorzaken van
urineretentie (niet of onvolledig de blaas kunnen ledigen) op te sporen, zoals
prostatitis (een prostaatontsteking).

Af en toe is medicatie nodig bij paruresis /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling voor plasangst
De arts adviseert de patiënt met plasangst om meer sociale contacten op te doen; vaak vergeten ze dan dat ze door het syndroom zijn getroffen. Verder helpen ontspanningsoefeningen: diep ademen, denken aan prettige beelden, meditatie, … Hierdoor ontspant de geest, is de patiënt minder angstig en is hij wel beter in staat om te plassen. Verder krijgt de patiënt soms een verwijzing voor
cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie). Bij extreme angst zet de arts
medicatie in als laatste redmiddel (
anti-angstmedicatie en/of
antidepressiva). Een nauwkeurige opvolging is dan nodig bij de arts. Sommige patiënten nemen medicatie in combinatie met andere behandelmethoden.
Prognose van vorm van sociale fobie
Voor veel patiënten duurt het lang vooraleer ze de angst van het plassen kunnen overwinnen. Soms werkt een methode niet en moeten de patiënten een andere methode uittesten. Meestal werkt op een bepaald moment een bepaalde behandelmethode wel waardoor de klachten verminderen. Veel patiënten ervaren een vermindering van de klachten wanneer ze verouderen.
Tips bij schuwe blaas
Enkele tips helpen bij een verlegen blaas.
Adem inhouden
Door de adem in te houden, verhoogt het kooldioxidegehalte in het lichaam waardoor minder
stress tot stand komt. De urinesluitspier ontspant hierdoor wat zorgt dat het urineren soepel verloopt.
Afleiding
Sommige patiënten kunnen beter urineren wanneer ze afleiding zoeken met hun gedachten of handelingen. Dit is mogelijk door tijdens het toiletbezoek bijvoorbeeld andere activiteiten uit te voeren: lezen, luisteren naar muziek, het vuil stof van een gsm wegblazen, …
Blootstellingstherapie
Bij blootstellingstherapie zoekt de patiënt de angstige situatie op om hiermee leren om te gaan.
Kraan
Wanneer een kraantje openstaat en het water loopt, is de patiënt vaak minder angstig om door te plassen.
Ontspanning
Yoga, meditatie of andere ontspanningstechnieken verminderen het angstniveau waardoor de blaas zijn normale functie kan vervullen.
Vriend
Een vertrouwenspersoon biedt voor veel patiënten een grote hulp bij het leren omgaan met een verlegen blaas. Gaat deze vriend mee naar het toilet, dan gaat hij of zij best in het toilet naast de patiënt zitten en dan is het verstandig om een gesprek aan te gaan. Zo is de patiënt afgeleid en verloopt het plassen makkelijker.
Lees verder