Myelomeningocele: Vorm spina bifida met neurologische schade
Bij baby's met myelomeningocele ontwikkelen sommige botten van de rug (wervels) zich niet goed en sluiten ze niet volledig rond het ruggenmerg. Bij deze vorm van spina bifida (open rug) ontstaat bijgevolg een met huid bedekte uitpuiling van de ruggenmergsvliezen en het ruggenmerg. De uitpuiling kan overal langs de rug verschijnen, maar verschijnt meestal in de lage rug. Baby’s verliezen de zenuwfunctie onder dit defect, hetgeen resulteert in ernstige neurologische problemen zoals problemen met de darmen en blaas en gevoelloosheid. Soms gaan ook andere stoornissen gepaard met een meningomyelocele. De behandeling gebeurt dan ook erg vroeg, soms in de baarmoeder en anders kort na de geboorte. Hierbij is een multidisciplinaire behandeling vereist om de mobiliteit en de kwaliteit van leven van patiënten met deze ziekte te verbeteren.
Synoniemen myelomeningocele
Meningomyelocele, meningomyelokèle, myelomeningokèle en spina bifida cystica zijn de gebruikte synoniemen voor het aanduiden van de aandoening.
Epidemiologie
Myelomeningocele komt voor bij circa 1 op de 4.000 levend geboren
baby's.
Neurale buisdefecten zoals myelomeningocele zijn minder gebruikelijk geworden, omdat artsen de link met
foliumzuur hebben ontdekt en omdat meer vrouwen tijdens de zwangerschap foliumzuursupplementen nemen. Bij een zwangere vrouw met voldoende foliumzuur in het lichaam ontstaan de
aangeboren aandoening namelijk vrijwel niet. Meisjes zijn tot slot net iets vaker door deze aandoening getroffen.
Vorm van spina bifida
Tijdens de eerste maand van een zwangerschap smelten normaal gesproken de twee zijden van de ruggengraat van de baby samen om het ruggenmerg, de ruggenmergzenuwen en hersenvliezen te bedekken. De zich ontwikkelende
hersenen en wervelkolom zijn op dat moment gekend als de ‘neurale buis’.
Spina bifida verwijst naar een aangeboren defect waarbij sprake is van onvolledige sluiting van de neurale buis in het gebied van de wervelkolom. Myelomeningocele is bijgevolg een neuraal buisdefect waarbij de botten van de wervelkolom zich niet volledig vormen. Dit resulteert in een onvolledig wervelkanaal. Het ruggenmerg en de hersenvliezen (de weefsels die het ruggenmerg bedekken) steken uit (uitpuiling) de rug van het kind.
Myelomeningocele is de meest voorkomende en meest ernstige vorm van spina bifida. De twee andere vormen van spina bifida omvatten:
- meningokèle: Bij meningokèle is en aandoening waarbij het weefsel dat het ruggenmerg bedekt, uitsteekt uit het ruggenmergdefect. Het ruggenmerg blijft echter wel op zijn plaats.
- spina bifida occulta: Bij spina bifida occulta sluiten de botten van de wervelkolom niet, maar het ruggenmerg en de hersenvliezen blijven wel op hun plaats en de huid bedekt meestal het defect.
Oorzaken van myelomeningocele
De oorzaak van myelomeningocele is onbekend, maar enkele risicofactoren verhogen mogelijk wel de kans op het neuraal buisdefect.
Een tekort aan foliumzuur is een mogelijke risicofactor voor myelomeningocele /
Bron: PublicDomainPictures, Pixabay
Risicofactoren van uitpuiling ruggenmergsvliezen en het ruggenmerg
Als een kind met myelomeningocele ter wereld komt, hebben toekomstige kinderen van deze ouders een hoger risico dan de algemene bevolking om eveneens ter wereld te komen met het neuraal buisdefect. In veel gevallen komt de aandoening echter niet familiaal voor. Een laag niveau van foliumzuur (foliumzuurdeficiëntie) in het lichaam van een vrouw voor en tijdens de vroege zwangerschap speelt mogelijk een rol bij deze geboorteafwijking. Het vitamine foliumzuur is belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen en het ruggenmerg. Sommige artsen melden dat mogelijk een virus betrokken is in de totstandkoming van myelomeningocele. De afwijking komt namelijk vaker voor bij kinderen die in de vroege wintermaanden zijn geboren. Straling is ook een mogelijke risicofactor voor het neuraal buisdefect.
Aandoeningen gepaard met meningomyelocele
Bij een baby die ter wereld komt met myelomeningocele, komen soms ook andere geboorteafwijkingen of stoornissen tot stand.
Hydrocefalie (waterhoofd: te veel vocht rond hersenen en ruggenmerg in schedel) is één van de meest voorkomende aandoeningen die gepaard gaat met de aandoening. Circa negen op de tien patiënten met myelomeningocele lijdt namelijk ook aan deze afwijking. Andere aandoeningen van het ruggenmerg of bewegingsapparaat komen ook voor in combinatie met myelomeningocele, waaronder syringomyelie (een met vloeistof gevulde cyste in het ruggenmerg) en heupdislocatie.
Neurologische symptomen
Locatie
Een myelomeningocele komt mogelijk overal langs het ruggenmerg voor. Het is het vaakst aanwezig in de lage rug (lumbale en sacrale gebieden). De zenuwen van onderliggende gebieden zijn hierbij beschadigd. Baby's met myelomeningoceles lager in de wervelkolom hebben minder ernstige symptomen. Baby's met een hogere myelomeningocele hebben doorgaans meer ernstige symptomen.
Tekenen
Volgende tekenen komen voor bij een myelomeningocele:
- een gebrek aan gevoel in de benen en voeten
- een gedeeltelijke of volledige verlamming van de benen
- een hersenvliesontsteking
- een ontwikkelingsachterstand
- een slechte of geen stoelgang en blaascontrole
- een waterhoofd
- gedraaide of abnormale benen en voeten; bijvoorbeeld een klompvoet (voet van baby draait naar binnen en beneden)
- problemen met de vorming van de achterkant van de hersenen (Chiari 2-misvorming)
- problemen met het verplaatsen van lichaamsdelen onder het defect in de rug
- zwakte van de heupen, benen of voeten
Diagnose en onderzoeken
Voor de geboorte
Normaalgesproken is de aandoening reeds voor de geboorte (prenataal) op te sporen. Wanneer via een
bloedonderzoek bij een zwangere vrouw namelijk blijkt dat er hoge niveaus van een eiwit (alfafoetoproteïne, AFP) in het bloed zijn, dan heeft de baby wellicht spina bifida. Mogelijk zijn dan andere testen nodig om zeker te zijn van de diagnose zoals een echografie en een
amniocentese (vruchtwaterpunctie).
Na de geboorte
Ook na de geboorte is de aandoening te diagnosticeren en dit gebeurt dan via
beeldvormende onderzoeken zoals een
röntgenfoto, een
echografie, een
CT-scan en/of een
MRI-scan.
Behandeling van neuraal buisdefect
Chirurgie
Af en toe zet de neurochirurg al foetale chirurgie in om bij de foetus het defect te sluiten, nog voordat de baby ter wereld komt. Dit gebeurt veelal rond de 24ste zwangerschapsweek. Normaalgesproken corrigeert de neurochirurg echter kort na de geboorte het defect in de wervelkolom van de baby. Hierdoor wordt verdere schade aan het ruggenmerg en bijkomende infecties voorkomen.
Wanneer een baby met hydrocefalie is geboren, moet de chirurg ook dit probleem behandelen. De chirurg plaatst dan een buis (shunt) in de hersenen zodat overtollig hersenvocht wegvloeit naar de buik.
Fysiotherapie
Baby’s met een myelomeningocele krijgen vaak te maken met een levenslange handicap. Het type behandeling is afhankelijk van de ernst van de aandoening. Afhankelijk van de hoeveelheid schade in de zenuwen, komen bepaalde problemen voor zoals moeilijkheden met de stoelgang en de blaas, problemen met lopen en andere mobiliteitsproblemen. De meeste kinderen die niet kunnen lopen, leren lopen met beugels of krukken of gebruiken een rolstoel. Verder is fysiotherapie nodig bij patiënten met deze aandoening om hen te helpen bij hun mobiliteit.
Prognose van baby's met myelomeningocele
Dankzij chirurgische verbeteringen leven baby's met een ernstige myelomeningocele nu langer dan voorheen. Wel kampen ze vaak nog steeds met ernstige fysieke handicaps. Kinderen met de aandoening moeten daarom levenslang medische zorg krijgen van onder meer fysiotherapeuten, urologen, neurochirurgen en orthopedisten.
Complicaties van myelomeningocele
Baby's met myelomeningocele krijgen af en toe te maken met een hersenvliesontsteking, wat een levensbedreigende infectie is. Andere complicaties omvatten een verlies van controle over de blaas en darmen, een verlies van gevoel in de benen en voeten, de opbouw van vloeistof rond de hersenen (hydrocefalie), problemen met leren en allergieën voor latexproducten.
Preventie van myelomeningocele
Artsen adviseren vrouwen die zwanger zijn of zwanger willen worden om iedere dag 0,4 mg foliumzuur in te nemen om de kans op myelomeningocele te verkleinen. Voor vrouwen met een hoog risico bevelen artsen een dosis van 4 mg foliumzuur aan.
Lees verder