Spina bifida (open rug): Aangeboren afwijking bij baby
Spina bifida, ook wel bekend als 'open rug', is een aangeboren afwijking waarbij de neurale buis niet volledig sluit tijdens de vroege zwangerschap. Dit defect in de ontwikkeling van de ruggengraat en het ruggenmerg kan leiden tot verschillende lichamelijke en neurologische problemen. Dankzij de vooruitgang in medische technologie en prenatale zorg zijn de vooruitzichten voor veel mensen met spina bifida aanzienlijk verbeterd.
Epidemiologie
Spina bifida, een aangeboren afwijking van de wervelkolom, is wereldwijd een van de meest voorkomende neurale buisdefecten. De aandoening komt voor wanneer de wervelkolom zich niet volledig sluit tijdens de vroege stadia van de zwangerschap, wat leidt tot blootstelling van het ruggenmerg.
Incidentie en prevalentie
De incidentie van spina bifida varieert tussen verschillende geografische regio's, met hogere prevalentie in landen met beperkte toegang tot gezondheidszorg en onvoldoende prenatale zorg. In ontwikkelde landen is de incidentie de afgelopen decennia verminderd door preventieve maatregelen, zoals foliumzuurgebruik. Wereldwijd komt de aandoening voor bij ongeveer 1 op de 1.000 levendgeborenen, maar dit cijfer verschilt afhankelijk van het land en de bevolkingsgroepen.
Geografische verspreiding
Spina bifida is wereldwijd aanwezig, maar de prevalentie is hoger in sommige landen, zoals in noord-Amerika, europa en bepaalde delen van latijns-Amerika. De prevalentie is lager in veel afrikaanse en aziatische landen, mogelijk vanwege beperkte diagnostische middelen en meldingssystemen.
Mortaliteit en morbiditeit
De mortaliteit bij spina bifida is de laatste decennia gedaald door verbeterde medische zorg, inclusief chirurgie en intensieve zorg voor pasgeborenen. Desondanks kunnen patiënten met spina bifida aanzienlijke fysieke en neurologische beperkingen ervaren, afhankelijk van de ernst van de aandoening.
Mechanisme
Spina bifida ontstaat wanneer de neurale buis, een vroege structuur in de ontwikkeling van de hersenen en het ruggenmerg, zich niet volledig sluit tijdens de vroege embryonale ontwikkeling. Dit resulteert in een open rug, waarbij het ruggenmerg en de zenuwen blootgesteld kunnen worden.
Vorming van de neurale buis
De neurale buis begint zich ongeveer 3 tot 4 weken na de bevruchting te vormen, en sluit zich normaal gesproken tegen het einde van de vierde week. Bij spina bifida sluit de neurale buis zich niet volledig, wat leidt tot blootstelling van het ruggenmerg.
Verschillende types van spina bifida
Er zijn verschillende vormen van spina bifida, variërend van mild tot ernstig. De meest voorkomende typen zijn spina bifida occulta, meningocele en myelomeningocele. Bij myelomeningocele, de ernstigste vorm, is het ruggenmerg zelf blootgesteld en beschadigd.
Invloed op het ruggenmerg en zenuwstelsel
Afhankelijk van de locatie en het type spina bifida kunnen verschillende delen van het ruggenmerg worden aangetast. Dit kan leiden tot verlamming, verlies van gevoel en andere neurologische complicaties, zoals incontinentie en cognitieve stoornissen.
Oorzaken van spina bifida
Spina bifida is een veelvoorkomend neuraal buisdefect. De term komt uit het Latijn en betekent letterlijk 'gespleten ruggengraat'. Tijdens de vroege ontwikkeling van de baby sluit de neurale buis, een structuur die de hersenen en het ruggenmerg vormt, normaal gesproken volledig. Bij spina bifida sluit deze buis echter niet volledig, wat leidt tot schade aan de zenuwen en het ruggenmerg. Deze aandoening ontstaat waarschijnlijk door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren.
Risicofactoren voor spina bifida
De risico's voor spina bifida kunnen verhoogd zijn door verschillende factoren:
- Genetische factoren: Een familiegeschiedenis van neurale buisdefecten kan het risico verhogen.
- Foliumzuurtekort: Een tekort aan foliumzuur (vitamine B9) tijdens de zwangerschap is sterk gekoppeld aan een verhoogd risico op spina bifida.
- Omgevingsfactoren: Blootstelling aan bepaalde omgevingsfactoren of toxines kan bijdragen aan het risico.
- Diabetes mellitus: Slecht gecontroleerde diabetes bij de moeder verhoogt het risico.
- Obesitas: Vrouwen met obesitas hebben een verhoogd risico op het krijgen van een baby met spina bifida.
- Medicijngebruik: Het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals natriumvalproaat en carbamazepine, kan het risico verhogen.
- Spina bifida komt vaker voor bij blanke en Latijns-Amerikaanse baby's. Vrouwen die deze risicofactoren ervaren, moeten extra aandacht besteden aan hun prenatale zorg en foliumzuurinname.
Risicogroepen
Sommige groepen hebben een hoger risico op het ontwikkelen van spina bifida, gebaseerd op genetische, omgevings- of sociaaleconomische factoren.
Vrouwen met een familiegeschiedenis
Vrouwen die een familiegeschiedenis van spina bifida of andere neurale buisdefecten hebben, lopen een groter risico op het krijgen van een kind met deze aandoening.
Vrouwen met diabetes of obesitas
Diabetes en obesitas zijn risicofactoren voor spina bifida, vooral als de aandoeningen slecht onder controle zijn tijdens de zwangerschap. Vrouwen met deze aandoeningen moeten extra zorg dragen voor hun gezondheid tijdens de zwangerschap.
Adolescenten en jonge volwassenen
Jonge vrouwen, vooral tienermeisjes, hebben een verhoogd risico op het krijgen van een kind met spina bifida. Dit kan verband houden met een onvolledige inname van foliumzuur en andere zwangerschapgerelateerde factoren.
Gebrek aan toegang tot prenatale zorg
Vrouwen die geen toegang hebben tot prenatale zorg, vooral in ontwikkelingslanden, lopen een groter risico op het krijgen van een baby met spina bifida. Adequate zwangerschapszorg kan de kans op vroege detectie en preventie van neurale buisdefecten verbeteren.
Types van spina bifida
Er zijn drie hoofdtypes van spina bifida, elk met verschillende ernstniveaus en symptomen:
Spina bifida occulta (SBO)
Spina bifida occulta is de mildste en meest voorkomende vorm van spina bifida. Bij deze vorm is er een kleine opening in de wervelkolom, maar het ruggenmerg en de zenuwen zijn meestal goed beschermd. Veel mensen met SBO hebben geen symptomen en weten vaak niet dat ze deze aandoening hebben totdat een röntgenfoto om andere redenen wordt gemaakt. Dit type veroorzaakt meestal geen ernstige handicaps.
Meningocele
Meningocele is een zeldzamer type spina bifida waarbij een zakje met ruggenmergvocht door een opening in de wervelkolom naar buiten steekt, zonder dat het ruggenmerg zelf beschadigd is. De symptomen kunnen variëren, van geen symptomen tot problemen met de blaas en darmen, afhankelijk van de grootte van het zakje en de betrokken zenuwen.
Myelomeningocele
Myelomeningocele is de ernstigste vorm van spina bifida. Hierbij steekt zowel het ruggenmerg als de hersenvliezen door een opening in de wervelkolom. Dit type kan leiden tot ernstige neurologische problemen, zoals verlamming, spasticiteit en een scala aan andere motorische en cognitieve beperkingen. Het ruggenmergweefsel is vaak niet bedekt door huid, wat het risico op infecties verhoogt.
Symptomen van spina bifida
De symptomen van spina bifida variëren afhankelijk van het type en de ernst van de aandoening:
Spina bifida occulta
Een plukje haar of een moedervlek op de plaats van het defect.
In de meeste gevallen geen ernstige symptomen.
Meningocele
Een zichtbare zak met vloeistof op de rug.
Mogelijke problemen met de blaas en darmen, afhankelijk van de grootte en positie van de zak.
Myelomeningocele
- Darm- of blaasproblemen.
- Epileptische aanvallen.
- Leerproblemen.
- Moeite met ademhalen.
- Beperkingen in de beweging van de bovenarmen.
- Ongebruikelijk gevormde voeten (bijv. klompvoeten, holvoeten, hamertenen), ongelijke heupen of een gebogen ruggengraat (scoliose).
- Overgewicht.
- Slikproblemen.
- Zwakke beenspieren, mogelijk met verlamming.
De symptomen hangen sterk af van de plaats en omvang van het defect en de betrokken spinale zenuwen.
Alarmsymptomen
De symptomen van spina bifida kunnen sterk variëren, afhankelijk van de ernst van de aandoening en het type spina bifida. Sommige symptomen zijn al bij de geboorte zichtbaar, terwijl andere zich later in het leven ontwikkelen.
Blootstelling van het ruggenmerg
Bij de ernstigste vorm, myelomeningocele, is het ruggenmerg zelf zichtbaar aan de buitenkant van de rug in een open wond. Dit kan onmiddellijk na de geboorte worden opgemerkt.
Motorische en zintuiglijke problemen
Patiënten kunnen moeite hebben met bewegen, zoals verlamming van de benen, afhankelijk van de locatie van de spina bifida. Het verlies van gevoel in de benen of andere delen van het lichaam komt vaak voor.
Cognitieve problemen
Bij sommige kinderen met spina bifida kunnen cognitieve problemen optreden, zoals leerstoornissen, problemen met concentratie of verminderde geheugenfuncties, afhankelijk van de mate van zenuwbeschadiging.
Urine-incontinentie en andere lichamelijke symptomen
In veel gevallen van spina bifida is er sprake van urine-incontinentie of andere problemen met de blaas en darmen, wat het dagelijks functioneren aanzienlijk kan beïnvloeden.
Diagnose en onderzoeken
Diagnose vóór de geboorte
Spina bifida kan tijdens de zwangerschap worden opgespoord met de volgende onderzoeken:
Bloedonderzoek
Bij bloedonderzoek van de moeder wordt het niveau van alfafoetoproteïne (AFP) getest. Een verhoogd AFP-niveau kan wijzen op spina bifida of een ander neuraal buisdefect.
Echografie
Met echografie kunnen beelden van de baby worden gemaakt. Bij spina bifida kan een open ruggengraat of een zakje zichtbaar zijn.
Vruchtwaterpunctie
Als het AFP-niveau hoog is, maar echografie normaal lijkt, kan vruchtwaterpunctie worden aanbevolen. Dit onderzoek omvat het afnemen van een monster vruchtwater om te testen op hoge AFP-niveaus, wat kan wijzen op een defect in de huid rondom het zakje.
Diagnose na de geboorte
Spina bifida wordt soms pas na de geboorte ontdekt, vooral als prenatale zorg beperkt was. Na de geboorte kan de diagnose worden bevestigd met behulp van röntgenfoto's en MRI-scans van de baby.
Behandeling van spina bifida
De behandeling van spina bifida varieert afhankelijk van het type en de ernst van de aandoening:
Na de geboorte
- Bij een meningocele wordt het membraan rond het ruggenmerg vaak binnen 24 tot 48 uur na de geboorte op zijn plaats gebracht en de opening gesloten.
- Bij een myelomeningocele wordt het ruggenmergweefsel teruggeplaatst en bedekt met huid. Soms wordt ook een shunt geplaatst om hydrocefalie (waterhoofd) te voorkomen.
Prenatale chirurgie
In sommige gevallen kan een operatie worden uitgevoerd terwijl de baby nog in de baarmoeder is, meestal vóór de 26e zwangerschapsweek. Dit kan helpen bij het verminderen van aangeboren afwijkingen. Deze techniek kan echter het risico op vroeggeboorte verhogen.
Na de operatie kunnen aanvullende chirurgische ingrepen nodig zijn om problemen met voeten, heupen of de wervelkolom te corrigeren of om een shunt te vervangen. Tussen de 20% en 50% van de patiënten met myelomeningocele kunnen progressieve tethering ervaren, waarbij het ruggenmerg vastzit aan de wervelkolom en kan leiden tot functionele problemen. Chirurgische ingrepen kunnen nodig zijn om deze complicaties te verhelpen.
Prognose van spina bifida
De prognose van spina bifida hangt af van het type en de ernst van de aandoening, evenals van de beschikbaarheid van medische zorg en therapieën.
Vroege behandeling en chirurgie
Een vroege diagnose en behandeling, zoals operaties om de blootgestelde delen van het ruggenmerg te bedekken, kunnen de prognose verbeteren. De meeste kinderen met spina bifida hebben medische zorg nodig gedurende hun hele leven.
Neurologische en fysieke gevolgen
De ernst van de neurologische en fysieke gevolgen varieert. Sommige patiënten hebben minimale fysieke beperkingen, terwijl anderen volledige verlamming of andere ernstige beperkingen kunnen ervaren. Psychologische en fysiotherapeutische ondersteuning zijn vaak nodig voor een betere levenskwaliteit.
Langdurige zorg en ondersteuning
De levenskwaliteit kan sterk variëren, afhankelijk van de mate van neurologische schade. Langdurige medische zorg, inclusief fysiotherapie, orthopedische ingrepen en neurologische opvolging, is essentieel voor het verbeteren van de prognose van patiënten met spina bifida.
Complicaties van spina bifida
Zonder behandeling kunnen de complicaties van spina bifida ernstig zijn en kunnen de levenskwaliteit en levensduur beïnvloeden. Mogelijke complicaties zijn onder meer verlamming, chronische pijn, infecties, hydrocefalie en ernstige darm- en blaasproblemen.
Preventie van spina bifida
Spina bifida kan worden verminderd door voldoende foliumzuur in te nemen vóór en tijdens de vroege zwangerschap. Aanbevolen wordt dat vrouwen die zwanger zijn of zwanger willen worden dagelijks 400 microgram foliumzuur innemen. Foliumzuur is ook aanwezig in donkergroene groenten, eidooier en voedingsmiddelen verrijkt met foliumzuur, zoals brood, pasta, rijst en ontbijtgranen.
Praktische tips voor het leven met spina bifida
Spina bifida is een aangeboren aandoening waarbij de wervelkolom en het ruggenmerg zich niet goed ontwikkelen tijdens de zwangerschap. Het omgaan met spina bifida vereist vaak aanpassingen in het dagelijks leven, zowel voor de patiënt als voor de omgeving, met een focus op het verbeteren van de kwaliteit van leven en het bieden van ondersteuning.
Creëren van een ondersteunende omgeving
Het is belangrijk om een omgeving te creëren die de patiënt met spina bifida ondersteunt en hen aanmoedigt om zo zelfstandig mogelijk te leven. Dit kan inhouden dat er hulpmiddelen zoals een rolstoel of orthopedische apparaten worden gebruikt om mobiliteit te verbeteren. Zorg ervoor dat de patiënt zich niet beperkt voelt door de aandoening en dat ze toegang hebben tot de juiste medische zorg en ondersteuning. Het is essentieel om geduldig en begripvol te zijn, aangezien spina bifida kan variëren in ernst, en de behoeften van de patiënt kunnen verschillen.
Gebruik van hulpmiddelen en technieken
Er zijn verschillende hulpmiddelen en technieken die kunnen helpen bij het verbeteren van de mobiliteit en het dagelijks functioneren. Fysiotherapie kan helpen de spieren te versterken en de gewrichten soepel te houden. Het gebruik van orthopedische apparaten, zoals braces of een rolstoel, kan ook helpen bij het vergroten van de mobiliteit. Daarnaast kunnen aanpassingen in de woning, zoals het installeren van drempelvrije toegangen, het gebruiken van een aangepaste badkamer en het aanpassen van de meubels, de patiënt helpen om comfortabeler en veiliger te bewegen.
Spier- en gewrichtsafwijkingen kunnen vaak een rol spelen bij spina bifida, vooral wanneer er sprake is van spierzwakte of gewrichtsproblemen. Fysiotherapie en andere revalidatietechnieken kunnen de spieren versterken en de mobiliteit verbeteren. Het is belangrijk om regelmatige controleafspraken te hebben om de voortgang van de behandeling te volgen en aanpassingen te maken indien nodig.
Medische benaderingen en behandelingen
Behandeling voor spina bifida varieert afhankelijk van de ernst van de aandoening en de symptomen. In veel gevallen kan een operatie nodig zijn om de defecten in de wervelkolom te herstellen. Dit wordt vaak gedaan kort na de geboorte. Voor volwassenen kunnen er andere medische interventies nodig zijn om complicaties te beheersen, zoals problemen met de blaas of het spijsverteringsstelsel.
Ondervoeding kan een risicofactor zijn voor patiënten met spina bifida, dus een evenwichtig voedingspatroon is essentieel om te zorgen voor voldoende energie en voeding. Het kan nuttig zijn om een diëtist te raadplegen voor advies over een gepast voedingsplan.
In sommige gevallen kunnen mensen met spina bifida ook last hebben van neurologische complicaties, zoals verminderde gevoeligheid in de benen.
Psychische stoornissen kunnen ook voorkomen, vooral als de patiënt zich emotioneel belast voelt door de gevolgen van de aandoening. Het is belangrijk om deze symptomen te bespreken met een zorgverlener en om ondersteuning te zoeken, zoals therapie of counseling, om de patiënt te helpen omgaan met de psychische gevolgen van de aandoening.
Ondersteuning bij de dagelijkse zorg
Patiënten met spina bifida kunnen baat hebben bij zorg en ondersteuning in hun dagelijkse activiteiten. Dit kan het helpen bij het aantrekken van kleding, het onderhouden van persoonlijke hygiëne en het gebruik van het toilet omvatten. Het is belangrijk om zorg te bieden die de onafhankelijkheid van de patiënt bevordert, zonder hen te overbelasten. Dit kan betekenen dat je hen aanmoedigt om kleine taken zelf te doen, zoals het opruimen van hun eigen omgeving, terwijl je hen ondersteunt waar nodig.
Psychologische ondersteuning en therapieën
Het omgaan met een chronische aandoening zoals spina bifida kan psychologische uitdagingen met zich meebrengen. Het is belangrijk om openlijk te communiceren over emoties en zorgen. Therapie kan nuttig zijn voor zowel de patiënt als voor de familieleden, om te helpen omgaan met de stress en het emotionele ongemak dat soms gepaard gaat met het leven met spina bifida.
Psychische stoornissen kunnen optreden als gevolg van de stress van het omgaan met de fysieke uitdagingen van spina bifida, dus het is belangrijk om psychologische zorg te overwegen als onderdeel van een holistische benadering van de behandeling.
Misvattingen rond spina bifida
Spina bifida is een geboorteafwijking waarbij de wervelkolom van de baby zich niet volledig sluit tijdens de vroege stadia van de zwangerschap. Deze aandoening kan variëren in ernst en kan leiden tot fysieke en neurologische problemen. Er bestaan echter veel misvattingen over spina bifida die verwarring veroorzaken bij patiënten en hun families. Dit artikel bespreekt enkele van de meest voorkomende misvattingen en biedt verhelderende informatie.
Spina bifida is altijd ernstig en leidt tot permanente invaliditeit
Een van de grootste misvattingen over spina bifida is dat het altijd leidt tot ernstige invaliditeit. Hoewel het waar is dat sommige gevallen van spina bifida ernstige gevolgen kunnen hebben, zoals verlamming of beperkte mobiliteit, zijn er ook gevallen waarin de symptomen mild zijn en patiënten relatief weinig problemen ervaren. De ernst van de aandoening hangt af van het type spina bifida en de mate van beschadiging aan de zenuwen en het ruggenmerg. Sommige mensen met spina bifida kunnen een relatief normaal leven leiden, terwijl anderen intensieve zorg nodig hebben.
Spina bifida kan volledig worden voorkomen met foliumzuur
Hoewel het nemen van foliumzuur vóór en tijdens de vroege stadia van de zwangerschap het risico op spina bifida kan verlagen, kan het niet altijd volledig worden voorkomen. Foliumzuur is een belangrijke vitamine die helpt bij de ontwikkeling van de neurale buis van de baby, maar de exacte oorzaak van spina bifida is niet altijd te achterhalen. Andere factoren, zoals genetica, omgevingsfactoren, en mogelijk bepaalde medicijnen, kunnen ook bijdragen aan het ontstaan van spina bifida. Het gebruik van foliumzuur vermindert het risico aanzienlijk, maar het garandeert geen bescherming tegen de aandoening.
Spina bifida is altijd te detecteren met beeldvormende onderzoeken
Het is een misverstand dat spina bifida altijd wordt gedetecteerd met behulp van beeldvormende onderzoeken zoals echografie. Hoewel de aandoening vaak zichtbaar kan zijn tijdens een
beeldvormend onderzoek, zoals een echografie, is dit niet altijd het geval. In sommige gevallen is spina bifida moeilijk te zien, vooral bij mildere vormen van de aandoening. Daarnaast kunnen andere medische tests, zoals bloedonderzoeken en genetische screening, helpen om de diagnose te stellen. Het is dus belangrijk om te begrijpen dat, hoewel beeldvormende onderzoeken nuttig kunnen zijn, ze niet altijd alles kunnen detecteren.
Spina bifida heeft geen invloed op de cognitieve functies
Een andere misvatting is dat spina bifida geen invloed heeft op de cognitieve functies van de persoon. In werkelijkheid kan spina bifida wel degelijk invloed hebben op de hersenen en het zenuwstelsel, wat kan leiden tot cognitieve, motorische en leerproblemen. De mate van invloed op de cognitieve functies varieert echter per individu en hangt af van de ernst van de aandoening en de locatie van de schade aan de wervelkolom en het zenuwstelsel. Sommige mensen met spina bifida hebben een normaal IQ, terwijl anderen moeite kunnen hebben met bepaalde cognitieve vaardigheden.
Kinderen met spina bifida kunnen nooit lopen
Er bestaat de misvatting dat kinderen met spina bifida nooit zullen kunnen lopen, maar dit is niet altijd het geval. De mogelijkheid om te lopen hangt af van de ernst van de aandoening en de locatie van de schade aan de wervelkolom. Bij sommige kinderen is de schade aan de zenuwen minder ernstig, waardoor ze in staat zijn om te lopen, zij het vaak met hulpmiddelen zoals een rolstoel, looprek of orthesen. Bij ernstigere gevallen van spina bifida kunnen mobiliteitsproblemen inderdaad optreden, maar dit betekent niet dat mobiliteit altijd onmogelijk is. Veel kinderen met spina bifida kunnen leren lopen met de juiste medische en fysieke ondersteuning.
Spina bifida wordt altijd veroorzaakt door genetische factoren
Er wordt vaak aangenomen dat spina bifida altijd het gevolg is van genetische factoren, maar dit is niet helemaal juist. Hoewel er genetische factoren kunnen bijdragen aan de kans op spina bifida, spelen ook omgevingsfactoren, zoals een gebrek aan foliumzuur tijdens de zwangerschap, een rol. In sommige gevallen kan spina bifida optreden zonder een duidelijke genetische oorzaak, wat de complexiteit van de aandoening benadrukt. Het is belangrijk om te begrijpen dat spina bifida vaak het resultaat is van een combinatie van genetische en omgevingsfactoren, niet alleen van genetica.
Vrouwen met spina bifida kunnen geen gezonde kinderen krijgen
Een misvatting is dat vrouwen met spina bifida geen gezonde kinderen kunnen krijgen. Hoewel spina bifida geassocieerd wordt met bepaalde gezondheidsproblemen, kunnen vrouwen met deze aandoening nog steeds gezonde kinderen krijgen. De vruchtbaarheid kan door de aandoening soms beïnvloed worden, afhankelijk van de ernst en de invloed op het zenuwstelsel, maar dit betekent niet dat een zwangerschap of bevalling altijd problematisch is. Vrouwen met spina bifida die zwanger willen worden, moeten wel de juiste medische zorg en begeleiding krijgen om ervoor te zorgen dat zowel zijzelf als hun baby gezond blijven.
Spina bifida heeft altijd gevolgen voor de blaas en darmen
Veel mensen denken dat spina bifida altijd leidt tot problemen met de blaas of darmen, zoals incontinentie of andere functies. Hoewel dit in sommige gevallen waar is, hebben niet alle mensen met spina bifida problemen met de blaas of darmen. De mate van controle over deze functies hangt af van de locatie van de zenuwbeschadiging in de wervelkolom. Sommige mensen met spina bifida kunnen een normale blaas- en darmfunctie behouden, terwijl anderen extra medische zorg en behandelingen nodig hebben om deze functies te ondersteunen. Het is dus niet altijd het geval dat spina bifida leidt tot incontinentie of andere problemen met de blaas of darmen.
Lees verder