Rattenbeetziekte: Koorts en veel symptomen door knaagdieren
De rattenbeetziekte, ook wel bekend als rattenbeetkoorts, is een zeldzame bacteriële infectie die voortkomt uit contact met de vloeistoffen of uitwerpselen van besmette ratten of andere knaagdieren. Deze aandoening wordt veroorzaakt door twee verschillende soorten bacteriën en kan wereldwijd voorkomen. Hoewel koorts een veelvoorkomend symptoom is, kunnen de klinische symptomen variëren. Een snelle behandeling met antibiotica is cruciaal om ernstige complicaties te voorkomen. Doordat rattenbeetziekte in het vroege stadium geen specifieke symptomen vertoont, wordt de diagnose vaak vertraagd, wat kan leiden tot ernstige gevolgen, waaronder overlijden. Hieronder volgen enkele preventieve maatregelen om besmetting door geïnfecteerde knaagdieren te voorkomen.
Epidemiologie van aandoening
Rattenbeetziekte komt wereldwijd voor, maar de prevalentie en de betrokken bacteriën variëren per regio:
- In Azië wordt de ziekte voornamelijk veroorzaakt door de bacterie Spirillum minus, en staat bekend als 'sodoku'.
- In Europa en Noord-Amerika is de ziekte vooral het gevolg van Streptobacillus moniliformis. Deze bacterie is verantwoordelijk voor de aandoening die ook wel 'haverhillziekte' wordt genoemd, naar de plaats in Massachusetts, Verenigde Staten, waar de eerste uitbraak plaatsvond in 1926.
- De ziekte komt ook voor in Australië en Afrika, waardoor rattenbeetziekte een wereldwijd verspreide aandoening is.
Bacteriële oorzaken
Rattenbeetziekte wordt veroorzaakt door de bacteriën Spirillum minus of Streptobacillus moniliformis. De ziekte staat bekend als 'haverhillziekte' wanneer veroorzaakt door S. moniliformis en de bacterie wordt ingeslikt via besmet voedsel zoals melk, water of ander voedsel. De bacteriën zijn voornamelijk te vinden in de mondholte van knaagdieren.
Overdracht
De overdracht van rattenbeetziekte vindt plaats door contact met urine, speeksel of andere lichaamsvloeistoffen van besmette knaagdieren, zoals ratten, muizen, eekhoorns, gerbils of wezels. Dit gebeurt vaak door een beet of kras van deze dieren, maar kan ook plaatsvinden door contact met besmette vloeistoffen. Huisdieren zoals honden en katten, die in contact komen met knaagdieren, kunnen ook de ziekte overdragen op mensen. Er is geen bewijs dat de ziekte van mens op mens kan worden overgedragen.
Symptomen: Koorts en diverse klachten
Hoofdpijn kan een van de symptomen zijn /
Bron: Geralt, Pixabay
Na blootstelling aan de bacterie varieert de incubatietijd (de periode tussen blootstelling en het optreden van symptomen) van drie dagen tot meer dan drie weken, hoewel de meeste patiënten binnen zeven dagen symptomen ontwikkelen. In de beginfase kunnen symptomen lijken op een luchtweginfectie. Na een rattenbeet geneest de wond meestal snel zonder verdere ontsteking of gezwollen lymfeklieren. Streptobacillus moniliformis veroorzaakt een systemische infectie met plotselinge hoge koorts (38,0 °C tot 41 °C), rillingen en migrerende polyartralgie (gewrichtspijn die van het ene gewricht naar het andere verschuift). De koorts verdwijnt meestal binnen drie tot vijf dagen, maar kan terugkeren. Andere symptomen zijn vaak hoofdpijn, misselijkheid, braken, keelpijn en ernstige spierpijn.
Haverhillziekte
Haverhillziekte, veroorzaakt door S. moniliformis, komt voor door het consumeren van besmette melk, water of andere voedingsmiddelen. Patiënten met haverhillziekte vertonen symptomen die vergelijkbaar zijn met die van rattenbeetziekte, hoewel ze mogelijk niet in contact zijn gekomen met ratten. De ziekte wordt genoemd naar Haverhill in Massachusetts, waar de uitbraak in 1926 plaatsvond.
Spirillum minus (Sodoku)
De infectie door Spirillum minus in Azië verschilt van rattenbeetziekte in andere regio's door zowel geografische verspreiding als klinische presentatie. Na een incubatietijd van ongeveer veertien tot achttien dagen ontstaat een ontstoken bijtplaats met zweervorming en regionale lymfadenopathie (gezette lymfeklieren). De koorts kan variëren met periodes van gewone koorts afgewisseld met aanvallen van hoge koorts. Ongeveer 50% van de patiënten ontwikkelt een huiduitslag die kan variëren van violette roodbruine vlekken tot netelroosachtige letsels. Gewrichtsaandoeningen zijn zeldzaam.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van rattenbeetziekte omvat doorgaans:
- Bloedonderzoek om de aanwezigheid van specifieke bacteriën te detecteren en andere indicaties van infectie te identificeren.
- Biopsie van huidletsels of aangetaste lymfeklieren kan worden uitgevoerd om bacteriën te identificeren door middel van microscopisch onderzoek of kweek.
Antibiotica bestrijden de aandoening /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van rattenbeetziekte
De voorkeursbehandeling voor rattenbeetziekte is meestal penicilline, een antibioticum dat intraveneus (via een ader) wordt toegediend. Als de patiënt niet reageert op de initiële behandeling, kan de arts hogere doses voorschrijven. Voor patiënten met een penicilline-allergie kan de arts alternatieve antibiotica zoals doxycycline of ciprofloxacine voorschrijven.
Prognose van de infectie
Wanneer rattenbeetziekte tijdig wordt behandeld met antibiotica, verdwijnen de acute symptomen meestal snel. Onbehandeld kan de ziekte een sterftecijfer van ongeveer 10% hebben. Sommige patiënten kunnen echter langdurige symptomen ervaren zoals polyartralgie en vermoeidheid, en het kan lang duren voordat huiduitslag volledig verdwijnt.
Complicaties
Bij afwezigheid van behandeling kunnen ernstige complicaties optreden:
Grondig handen wassen na contact met knaagdieren is belangrijk /
Bron: Gentle07, PixabayPreventie
Om rattenbeetziekte te voorkomen, is het belangrijk om contact met knaagdieren en hun uitwerpselen te vermijden. Enkele preventieve maatregelen zijn:
- Vermijd contact met knaagdieren en hun urine of uitwerpselen.
- Drink alleen gepasteuriseerde melk en water uit veilige bronnen.
- Draag beschermende handschoenen bij het omgaan met knaagdieren of hun uitwerpselen.
- Was regelmatig en grondig je handen, vooral na contact met knaagdieren of hun omgeving.
- Raak je mond niet aan met je handen tijdens of na het omgaan met knaagdieren.