Obesitas: Diagnose en onderzoeken bij zwaarlijvigheid
Obesitas treedt op wanneer het lichaam meer calorieën verbruikt dan het verbrandt. Het nauwkeurig diagnosticeren van obesitas (ernstig overgewicht) is cruciaal voor zowel de arts als de patiënt. Dankzij de verzamelde informatie kan de arts een gericht behandelplan opstellen. De patiënt krijgt inzicht in het gewicht dat hij moet verliezen en ontdekt door de onderzoeken aan welke aandoeningen hij lijdt of welke complicaties mogelijk ontstaan door de aanhoudende zwaarlijvigheid. De diagnose van obesitas bestaat uit een uitgebreid vraaggesprek, het bepalen van de BMI, het meten van de tailleomtrek, een lichamelijk onderzoek en diagnostisch onderzoek.
Diagnose en onderzoeken bij obesitas
De diagnose van obesitas omvat een grondige evaluatie die verschillende diagnostische stappen en onderzoeken omvat. Dit stelt de arts in staat om een volledig beeld te krijgen van de ernst van de obesitas en mogelijke bijkomende aandoeningen of complicaties. Hieronder volgt een uitgebreide beschrijving van de gebruikelijke diagnostische stappen en aanvullende onderzoeken:
Vraaggesprek bij personen met obesitas
De meeste mensen met ernstig overgewicht ervaren problemen met hun gewicht of falen herhaaldelijk in het behalen van aanhoudend
gewichtsverlies. De arts stelt diverse vragen aan de zwaarlijvige persoon, zoals over het voedingspatroon, het activiteitenniveau, het
medicatiegebruik, de (geschiedenis van) aandoeningen en de inspanningen voor gewichtsverlies. Een goed vraaggesprek is belangrijk om een ernstige of onbehandelde
depressie uit te sluiten, die zowel een gevolg als een oorzaak van obesitas kan zijn. Circa 30% van de personen met obesitas heeft
eetstoornissen, daarom vraagt de arts hier ook naar tijdens het gesprek. Verder informeert de arts naar andere mogelijke tekenen van obesitas zoals eetbuien, purgeren (zelf opgewekt
braken), een gebrek aan verzadiging, voedselzoekgedrag, nachtelijk eten en andere abnormale voedingsgewoonten. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van deze gewoonten om ze succesvol aan te kunnen pakken.
Lichaamsvet bepalen
Het bepalen van de BMI en het meten van de tailleomtrek en de taille-heupverhouding zijn de algemene meetwaarden voor het vaststellen van de mate van lichaamsvet.
BMI = body mass index
De mate van obesitas kan worden beoordeeld door het BMI te bepalen. BMI staat voor ‘body mass index’, ook bekend als de queteletindex. Dit is het lichaamsgewicht in kg, gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters (G
²). Een man van 106 kg met een lengte van 172 cm heeft een BMI van 106 / 1,72² = 35,8, wat wijst op ernstig overgewicht.
Meten van tailleomtrek
Buikvet (vet rond het middel) verhoogt het risico op ziektes, zoals onder andere
diabetes mellitus (suikerziekte) en
hartaandoeningen. Vrouwen met een tailleomtrek van meer dan 80 centimeter en mannen met een taille van meer dan 102 cm lopen een groter risico op
complicaties door obesitas dan mensen met een kleinere tailleomtrek.
Classificatie van obesitas
Obesitas wordt gedefinieerd bij een body mass index (BMI) groter dan 30 kg/m². Artsen gebruiken de volgende classificatie van de BMI om ernstig overgewicht en het bijbehorende risico op co-morbiditeit te classificeren:
- Overgewicht 25-30 Mild verhoogd risico
- Zwaarlijvig >30 Tussen mild en matig risico
- Klasse I 30-35 Matig risico
- Klasse II 35-40 Ernstig risico
- Klasse III >40 Zeer ernstig risico
Lichamelijk onderzoek bij personen met zwaarlijvigheid
Bij een algemeen lichamelijk onderzoek meet de arts de lengte, controleert hij de vitale functies (hartslag, bloeddruk en temperatuur), luistert hij naar het hart en de longen (
auscultatie), en onderzoekt hij de buik. Obesitas impliceert een overmatige opslag van vet, wat vaak zichtbaar is bij een ongeklede persoon. Verder kijkt de arts naar de huid om huidproblemen vast te stellen. Ook betast de arts de buik om een
leververgroting (hepatomegalie) uit te sluiten. Tot slot onderzoekt de arts de ledematen op mogelijke tekenen die verband houden met ernstig overgewicht.
Diagnostisch onderzoek bij obese personen
De arts voert een uitgebreid
bloedonderzoek uit om onder andere de leverfunctie, de nierfunctie, de schildklierfunctie, het vetgehalte in het bloed, de nuchtere glucose en het
hemoglobinegehalte te testen.
Lees verder