Schoudergordelsyndroom: Druk op zenuw en/of bloedvaten
Het schoudergordelsyndroom is een aandoening die tot stand komt door een compressie (druk) van zenuwen en/of bloedvaten. Het schoudergordelsyndroom veroorzaakt onder andere pijn in de schouder, de arm en de nek. De aandoening ontstaat vaak door herhaalde bewegingen van de arm en schouder, wat gebeurt bij bepaalde sporten of beroepen, maar vele andere risicofactoren zijn bekend. Meestal volstaan conservatieve behandelingen voor het verlichten van de symptomen, maar af en toe is chirurgie wel nodig. Een behandeling is wel vereist omdat onbehandeld mogelijk permanente zenuwschade tot stand komt.
Synoniemen van schoudergordelsyndroom
Andere benamingen voor het schoudergordelsyndroom zijn:
- neurovasculair compressiesyndroom
- thoracic outlet syndrome (TOS)
Epidemiologie
Het schoudergordelsyndroom komt vaker voor bij vrouwen. De meeste patiënten zijn tussen de twintig en vijftig jaar wanneer de symptomen beginnen.
Oorzaken: Door druk op zenuwen en/of bloedvaten onder nek
De aandoening treedt op wanneer de zenuwen en/of bloedvaten net onder de nek worden samengedrukt of geperst (compressie). De compressie vindt plaats tussen de spieren van de nek en schouder of tussen de eerste rib en het sleutelbeen. Afhankelijk van de oorzaak gebeurt een constante samendrukking van zenuwen en/of bloedvaten, of gebeurt dit met tussenpozen.

Zwaarlijvigheid vormt een risicofactor voor het schoudergordelsyndroom /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0)Risicofactoren
Er zijn veel risicofactoren voor het schoudergordelsyndroom bekend zoals:
- anatomische defecten zoals:
- een abnormaal strakke vezelachtige band die de ruggengraat verbindt met de rib
- een extra rib die zich boven de eerste rib (cervicale rib) bevindt
- een letsel / verwonding, bijvoorbeeld door een auto-ongeluk
- een slechte houding die een zenuwcompressie (beknelde zenuw) veroorzaakt
- een zwangerschap
- gewichtheffen
- repetitieve (herhaalde) arm- en schouderbewegingen en activiteiten, zoals bij het spelen van bepaalde sporten of bij bepaalde beroepen
- tumoren die op zenuwen drukken
- tumoren in de borstkas
- zwaarlijvigheid
Het is voor de arts echter niet altijd mogelijk om de exacte oorzaak of risicofactor van het schoudergordelsyndroom vast te stellen.
Symptomen: Pijn in nek, schouder en/of arm
Een patiënt met het schoudergordelsyndroom ervaart diverse symptomen die voor elke patiënt anders zijn. De symptomen variëren bovendien van mild en intermitterend (met tussenpozen) tot ernstig en constant.
De patiënt heeft een
brandend gevoel, of ervaart
tintelingen en
gevoelloosheid langs de arm, de
hand en de
vingers.
Pijn in de arm (
armpijn), de schouder (
schouderpijn) en/of de nek (
nekpijn) komen voor. Bij een samendrukking van een zenuw, ervaart de patiënt bovendien zwakte in de hand. Als een ader is samengedrukt, is de hand gevoelig voor koude of krijgt de hand een bleke of blauwachtige kleur. De arm zwelt bovendien op en is snel
vermoeid. Vaak ontstaan de symptomen of verergeren ze wanneer de patiënt de arm boven de schouder plaatst of de arm uitstrekt.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose van het schoudergordelsyndroom gebeurt op basis van de aanwezige symptomen en wordt ondersteund door bevindingen van de arts tijdens de onderzoeken. De arts laat de patiënt bepaalde bewegingen van de arm en nek uitvoeren die de bloedvaten doen knellen. Hierdoor is de arts in staat om de symptomen te reproduceren. De polsslag is hierdoor ook niet meer voelbaar.
Diagnostisch onderzoek
De arts diagnosticeert de ziekte door het uitvoeren van een zenuwgeleidingsonderzoek, een
elektromyografie (meting van de elektrische spieractiviteit) en
beeldvormende onderzoeken zoals
röntgenfoto’s met
angiografie (radiografisch beeld van de bloedvaten), een
echografie, een
MRI-scan en een
CT-scan.
Behandeling
De behandeling van het schoudergordelsyndroom hangt af van de oorzaak en bestaat meestal uit medicijnen (
pijnstillers, ontstekingsremmers en spierverslappers) en/of fysiotherapie. In ernstige gevallen is chirurgie vereist. Verder moet de patiënt langdurige posities van de schouder vermijden, zoals de armen uitstrekken over het hoofd. De patiënt slaapt bijvoorbeeld ook niet met de arm uitgestrekt achter het hoofd. Bovendien is het nuttig om voldoende pauze in te lassen op het werk om de vermoeidheid te verminderen. Obese patiënten verliezen best gewicht. Herhaaldelijk zware objecten optillen is evenmin aanbevolen.
Prognose van aandoening
De meeste patiënten met het schoudergordelsyndroom herstellen dankzij conservatieve behandelingsopties.
Complicaties
Wanneer de ziekte jarenlang onbehandeld blijft, ontstaat permanente neurologische schade.
Lees verder