Fantoompijn: Pijn en sensaties in ledemaat na amputatie
Na een amputatie, een operatie waarbij de arts een lichaamsdeel volledig of gedeeltelijk verwijdert, kampen sommige patiënten met pijn in de geamputeerde ledemaat. Dit soort pijn staat bekend als fantoompijn. Het komt het meest voor in armen en benen, maar sommige patiënten voelen dit ook wanneer andere lichaamsdelen verwijderd zijn, zoals een borst. Daarnaast treden ook andere sensaties op in het gebied van het verwijderde lichaamsdeel. Diverse medicamenteuze behandelingen en andere therapieën verlichten de pijnklachten en andere gevoelens. De prognose is tot slot variabel.- Epidemiologie
- Prevalentie van fantoompijn
- Leeftijdsgebonden prevalentie
- Geslachtsverschillen
- Mechanisme
- Neurologisch mechanisme
- Hersenen en het lichaamsbeeld
- Sensomotorische veranderingen
- Oorzaken: Foute 'bedrading' van de hersenen
- Risicofactoren van pijn na amputatie van ledemaat of ander lichaamsdeel
- Risicogroepen
- Patiënten met traumatische amputaties
- Mensen met een geschiedenis van chronische pijn
- Diabetespatiënten
- Symptomen: Pijn en sensaties
- Alarmsymptomen
- Verergering van de pijn
- Gevoel van verlamming of zwakte
- Veranderingen in de kwaliteit van leven
- Diagnose en onderzoeken
- Behandeling van fantoompijnen in ledematen
- Medicatie
- Andere therapieën
- Prognose van fantoompijn
- Verlichting door behandeling
- Chronisch verloop
- Hersenplasticiteit en verbetering
- Complicaties
- Preventie
- Vroege pijnbehandeling na amputatie
- Gebruik van spiegeltherapie
- Psychologische ondersteuning
- Praktische tips voor het omgaan met fantoompijn
- Raadpleeg een arts voor medicamenteuze behandeling
- Gebruik pijnstillende technieken zoals TENS of spinale stimulatie
- Pas ontspanningstechnieken toe om stress te verminderen
- Oefen met het gebruik van een prothese
- Blijf actief en houd je sociale netwerk sterk
- Raadpleeg een specialist voor verdere behandelingsopties
- Zorg voor voldoende slaap om je herstel te bevorderen
- Gebruik cognitieve gedragstherapie om de pijn te beheersen
- Misvattingen rond fantoompijn
- Fantoompijn is psychisch van aard
- Fantoompijn komt alleen voor na een amputatie
- Fantoompijn kan niet behandeld worden
- Fantoompijn wordt veroorzaakt door het gebrek aan lichaamsdeel
- Fantoompijn is altijd intens
- Alleen medicatie kan helpen tegen fantoompijn
- Fantoompijn is een tijdelijk verschijnsel
Epidemiologie
Fantoompijn is een type pijn dat optreedt in een lichaamsdeel dat niet meer fysiek aanwezig is, meestal na een amputatie. Het is een goed gedocumenteerde aandoening, hoewel de prevalentie varieert, afhankelijk van de populatie en de onderliggende oorzaken.Prevalentie van fantoompijn
De prevalentie van fantoompijn wordt geschat op ongeveer 60% tot 80% van de mensen die een amputatie hebben ondergaan. Dit komt vaker voor bij mensen die een ledemaat verliezen door trauma of ziekte dan bij mensen die door een medische ingreep worden geamputeerd.Leeftijdsgebonden prevalentie
Fantoompijn komt het vaakst voor bij volwassenen, met een piek bij mensen tussen de 30 en 60 jaar. Bij oudere volwassenen kan de prevalentie lager zijn, mogelijk vanwege de afname van de gevoeligheid van zenuwen en het zenuwstelsel met de leeftijd.Geslachtsverschillen
Er zijn geen significante geslachtsverschillen in de prevalentie van fantoompijn. Het komt zowel bij mannen als vrouwen voor, hoewel mannen vaker amputaties ondergaan door trauma (zoals ongevallen of oorlog), terwijl vrouwen vaker amputaties ondergaan als gevolg van aandoeningen zoals diabetes.Mechanisme
Fantoompijn is een complex fenomeen dat ontstaat door veranderingen in het zenuwstelsel na het verlies van een lichaamsdeel. De precieze mechanismen zijn nog niet volledig begrepen, maar verschillende theorieën bieden uitleg over hoe deze pijn ontstaat.Neurologisch mechanisme
Een van de belangrijkste verklaringen voor fantoompijn is de verstoring van de zenuwen die het geamputeerde ledemaat zouden innemen. Na amputatie blijven de zenuwuiteinden in het overgebleven deel van het lichaam geactiveerd, wat leidt tot pijnsignalen die door de hersenen worden geïnterpreteerd als pijn in het ontbrekende ledemaat.Hersenen en het lichaamsbeeld
Na amputatie kan het lichaam moeite hebben om het verlies van het ledemaat te verwerken. Dit wordt ook wel "plasticiteit van de hersenen" genoemd, waarbij de hersenen hun interpretatie van lichaamsdelen herstructureren. De hersenen blijven soms signalen ontvangen die geassocieerd worden met het ontbrekende ledemaat, wat resulteert in fantoompijn.Sensomotorische veranderingen
Na amputatie kunnen er veranderingen optreden in de manier waarop het zenuwstelsel pijnsignalen verwerkt. Dit kan leiden tot een overgevoeligheid van de zenuwen in het overgebleven deel van het lichaam, wat de ervaring van fantoompijn versterkt.Oorzaken: Foute 'bedrading' van de hersenen
Fantoompijn na een amputatie is geen ingebeelde pijn of pijn die te wijten is aan een psychologisch probleem. Dit soort pijn komt namelijk vaak voor bij patiënten die een ledemaat verloren hebben. Wetenschappers zijn niet zeker van de precieze oorzaak van dit type pijn (oktober 2020). Mogelijk ‘herbedraden’ zenuwen in delen van het ruggenmerg en de hersenen zich wanneer ze signalen van de ontbrekende ledemaat verliezen. Hierdoor sturen ze pijnsignalen, een typische reactie waardoor het lichaam voelt dat er iets mis is. Door het herbedradingsprobleem is het ook mogelijk dat iemand een heup of onderarm aanraakt, maar de hersenen dit voelbaar maken aan de ontbrekende ledemaat. Andere mogelijke oorzaken van fantoompijn in ledematen zijn beschadigde zenuwuiteinden en littekenweefsel door de amputatiechirurgie.Risicofactoren van pijn na amputatie van ledemaat of ander lichaamsdeel
Enkele factoren verhogen de kans op het ontwikkelen van fantoompijn namelijk pijn in een ledemaat voor een amputatie, pijn aan het stompje en een slecht passende prothese. Verder verergert de pijn wanneer patiënten overmatig zweten (hyperhidrose), in koude en natte weersomstandigheden en bij stress.Risicogroepen
Hoewel fantoompijn iedereen kan treffen die een amputatie ondergaat, zijn er bepaalde groepen mensen die een hoger risico lopen om deze aandoening te ontwikkelen.Patiënten met traumatische amputaties
Mensen die een traumatische amputatie ondergaan, zoals na een ongeluk, hebben een hogere kans op het ontwikkelen van fantoompijn dan mensen die een amputatie ondergaan vanwege medische redenen.Mensen met een geschiedenis van chronische pijn
Patiënten die voorafgaand aan de amputatie al chronische pijn hadden in het ledemaat, zoals bij neuropathische pijn of pijn door arteriële ziekte, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van fantoompijn na de operatie.Diabetespatiënten
Diabetes is een risicofactor voor amputatie door complicaties zoals neuropathie en vasculaire aandoeningen. Patiënten met diabetes hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van fantoompijn, vooral als de amputatie is uitgevoerd vanwege diabetische voetproblemen.Symptomen: Pijn en sensaties
De meeste patiënten met een amputatie ervaren binnen zes maanden na de operatie een aantal gevoelens die verband houden met de ontbrekende ledemaat. Meestal starten de klachten reeds enkele dagen nadat de ledemaat verwijderd is. Fantoompijn kent diverse uitingsvormen. Deze is brandend, draaiend, prikkend, scheurend of schietend. Het is ook mogelijk dat de patiënt elektrische schokjes voelt. Het is ook mogelijk dat de patiënt voelt alsof de geamputeerde ledemaat vervormd of gedraaid is. Naast de milde tot ernstige pijn, heeft de patiënt ook andere gevoelens in een lichaamsdeel dat er niet meer is zoals het voelen van beweging, temperatuur (warmte en koude), druk, vibratie en jeuk. Deze sensaties en pijnklachten zijn meestal aan de benen en armen voelbaar maar ook na het verwijderen van de borst, de penis, de tanden, het oog of de tong ontstaat mogelijk fantoompijn.Alarmsymptomen
Fantoompijn kan zich op verschillende manieren manifesteren, en het is belangrijk om specifieke alarmsymptomen te herkennen die wijzen op de noodzaak voor medische interventie.Verergering van de pijn
Als de fantoompijn plotseling erger wordt of frequenter optreedt, kan dit een indicatie zijn dat er een onderliggend probleem is, zoals een complicatie van de amputatie of een ontsteking in het overgebleven weefsel.Gevoel van verlamming of zwakte
Patiënten die fantoompijn ervaren, kunnen ook andere symptomen ervaren, zoals verlamming of zwakte in het overgebleven deel van het lichaam. Dit kan wijzen op een neurologisch probleem of andere complicaties die medische aandacht vereisen.Veranderingen in de kwaliteit van leven
Wanneer fantoompijn ernstig genoeg is om het dagelijks functioneren te beïnvloeden of de kwaliteit van leven aanzienlijk te verminderen, moet er onmiddellijk een therapeutisch plan worden opgesteld om de pijn te beheersen.Diagnose en onderzoeken
Exacte testen voor het opsporen van fantoompijn bestaan niet, dus de diagnose is gebaseerd op de aanwezige symptomen en medische geschiedenis van de patiënt.Behandeling van fantoompijnen in ledematen
Medicatie
Geen enkel medicijn behandelt fantoompijn. Wel bieden enkele medicijnen een verlichting van de klachten. Antidepressiva (behandelen zenuwpijn door chemische stoffen in het lichaam te veranderen die pijnsignalen afgeven. Anti-epileptica behandelen toevallen, maar sommige medicijnen verlichten eveneens zenuwpijnen. Opioïden (krachtige pijnstillers) zijn voorts ook beschikbaar voor het verlichten van fantoompijn in de ledematen, al zijn deze medicijnen niet voor iedereen even effectief. Het is wel belangrijk dat de arts op de hoogte is van een voorgeschiedenis van geneesmiddelen- of drugsmisbruik voordat hij één van deze geneesmiddelen voorschrijft. Ook andere pijnstillers helpen zoals:- een pijnstillende injectie in het gebied waar de amputatie plaatsvond
- NMDA-receptorantagonisten, zoals ketamine en dextromethorfan
- vrij verkrijgbare medicijnen, zoals aspirine en paracetamol

Andere therapieën
AcupunctuurEen ervaren beoefenaar plaatst op bepaalde plaatsen zeer dunne naalden in de huid. Hierdoor komen pijnstillende chemicaliën vrij.
Hersenstimulatie
Hersenstimulatie is vergelijkbaar met de stimulatie van het ruggenmerg, maar de elektroden sturen hierbij stroom naar de hersenen. Een chirurg plaatst de elektroden op de juiste plaats in de hersenen.
Revisiechirurgie
Als fantoompijn het gevolg is van zenuwirritatie in het stompje, is een corrigerende ingreep soms nuttig. Wel verhoogt deze ingreep, waarbij de arts in zenuwen moet snijden, het risico op een verergering van de pijn.
Ruggenmergstimulatie
De arts plaatst kleine elektroden in het lichaam langs het ruggenmerg en stuurt een kleine elektrische stroom door deze elektroden. In sommige gevallen vermindert hierdoor de pijn.
Virtual reality
Via het neuromotus-systeem is het mogelijk om de hersenen te misleiden en de pijn te verlichten. De patiënt moet het stompje aanspannen en bewegingen maken terwijl hij naar een computerscherm kijkt waarop bewegingen van een virtuele arm of been te zien zijn. De hersenen activeren hierdoor terug het deel dat verantwoordelijk is voor het maken van bewegingen, waardoor de pijn vermindert. De hersenen denken eveneens dat de patiënt een goed werkend arm of been heeft dus dat het arm of been beweegt door aansturingen van de hersenen. De patiënt moet voor deze therapie nog wel aanwezige spieren in het stompje hebben. In het begin van de behandeling treedt voorts af en toe spiervermoeidheid op in het stompje.
Veranderingen in de levensstijl
Afleiding zoeken, voldoende bewegen en ontspanningstechnieken (meditatie, visualisatie) zijn nuttig.
Zenuwstimulatie
TENS (transcutane elektrische zenuwstimulatie) verlicht spierpijn. Dit apparaat stuurt een zwakke elektrische stroom via plakkers op de huid. Hierdoor worden pijnsignalen onderbreken voordat ze de hersenen bereiken.