Hersenzenuwen: Functie en schade aan craniale zenuwen
Hersenzenuwen zijn zenuwen die rechtstreeks uit de hersenen komen, inclusief de hersenstam. Deze zenuwen spelen een cruciale rol in het doorgeven van informatie tussen de hersenen en verschillende lichaamsdelen, voornamelijk die van het hoofd, de nek en de romp. Elke hersenzenuw is gepaard, wat betekent dat ze zowel aan de rechter- als linkerzijde van het lichaam aanwezig zijn. De nummering van de schedelzenuwen volgt de volgorde waarin ze uit de hersenen ontspringen, van voor naar achter. De reukzenuw, bijvoorbeeld, bevindt zich het dichtst bij de voorkant van het hoofd en wordt aangeduid als hersenzenuw I. De reukzenuwen (I) en oogzenuwen (II) ontspringen uit de grote hersenen of voorhersenen, terwijl de overige tien paren uit de hersenstam komen.
- Terminologie van craniale zenuwen
- Lijst van hersenzenuwen
- Hersenzenuw I (nervus olfactorius, reukzenuw)
- Hersenzenuw II (nervus opticus, oogzenuw)
- Hersenzenuw III (nervus oculomotorius, oogbewegingszenuw)
- Hersenzenuw IV (nervus trochlearis, katrolzenuw)
- Hersenzenuw V (nervus trigeminus, drielingzenuw)
- Hersenzenuw VI (nervus abducens, afvoerende zenuw)
- Hersenzenuw VII (nervus facialis, aangezichtszenuw)
- Hersenzenuw VIII (nervus vestibulocochlearis, gehoor- en evenwichtszenuw)
- Hersenzenuw IX (nervus glossopharyngeus, tong-keelzenuw)
- Hersenzenuw X (nervus vagus, zwervende zenuw)
- Hersenzenuw XI (nervus accessorius, bijkomstige zenuw)
- Hersenzenuw XII (nervus hypoglossus, hypoglossale zenuw)
- Diagnose van hersenzenuwschade
- Behandeling
- Preventie en beheer van hersenzenuwaandoeningen
Terminologie van craniale zenuwen
De functies van de craniale zenuwen kunnen sensorisch of motorisch zijn. Sensorische zenuwen zijn betrokken bij de waarneming van zintuigen zoals reuk, gehoor en tastzin. Motorische zenuwen regelen beweging en de werking van spieren of klieren. Hersenzenuwen hebben zowel intracraniale paden (binnen de schedel) als extracraniale paden (buiten de schedel). De zenuwen verlaten de schedel via verschillende openingen, de zogenaamde foramina. Alle hersenzenuwen zijn gepaard, wat betekent dat ze aan beide zijden van het lichaam aanwezig zijn. Wanneer een zenuw zijn functie aan dezelfde zijde van het lichaam uitoefent als waar de zenuw vandaan komt, spreken we van een 'ipsilaterale functie'. Wanneer de functie aan de andere zijde van het lichaam ligt, spreken we van een 'contralaterale functie'.
Lijst van hersenzenuwen
De twaalf craniale zenuwen zijn genummerd van I tot XII en hebben verschillende functies, variërend van het reguleren van zintuigen tot het aansteken van bewegingen van spieren. Deze zenuwen worden ingedeeld op basis van hun rol als sensorisch, motorisch, of gemengd (sensorisch en motorisch). Elke zenuw heeft een specifieke functie en locatie in het zenuwstelsel.
De mens beschikt over twaalf hersenzenuwen:
- Hersenzenuw I (nervus olfactorius, reukzenuw)
- Hersenzenuw II (nervus opticus, oogzenuw)
- Hersenzenuw III (nervus oculomotorius, oogbewegingszenuw)
- Hersenzenuw IV (nervus trochlearis, katrolzenuw)
- Hersenzenuw V (nervus trigeminus, drielingzenuw)
- Hersenzenuw VI (nervus abducens, afvoerende zenuw)
- Hersenzenuw VII (nervus facialis, aangezichtszenuw)
- Hersenzenuw VIII (nervus vestibulocochlearis, gehoor- en evenwichtszenuw)
- Hersenzenuw IX (nervus glossopharyngeus, tong-keelzenuw)
- Hersenzenuw X (nervus vagus, zwervende zenuw)
- Hersenzenuw XI (nervus accessorius, bijkomstige zenuw)
- Hersenzenuw XII (nervus hypoglossus, hypoglossale zenuw)
Hersenzenuw I (nervus olfactorius, reukzenuw)
Deze sensorische zenuw ontspringt uit de olfactorische (reuk) receptoren in het neusslijmvlies. De reukzenuw is verantwoordelijk voor het reukvermogen. Schade aan deze zenuw kan leiden tot anosmie (verlies van reukvermogen) of hyposmie (verminderd reukvermogen). Dit kan veroorzaakt worden door hoofdletsel, tumoren in de olfactorische groef, zoals een meningeoom of een frontaal glioom. De reukzin kan tijdelijk of permanent verminderd zijn na infecties van de bovenste luchtwegen of bij blokkering van de neusgaten. Als een arts vermoedt dat er een verandering in de reukzin is, zal hij elk neusgat testen met bekende geuren zoals koffie of zeep. Intens ruikende stoffen, zoals ammoniak, kunnen de pijnreceptoren (nociceptoren) van de trigeminuszenuw in de neusholte activeren, wat de reuktesten kan verstoren.
Een oogonderzoek is noodzakelijk bij schade aan de nervus opticus. /
Bron: Jeff Dahl, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
Hersenzenuw II (nervus opticus, oogzenuw)
De oogzenuw is verantwoordelijk voor het overbrengen van visuele informatie naar de hersenen. Schade aan deze zenuw kan specifieke aspecten van het gezichtsvermogen beïnvloeden, afhankelijk van de locatie van de schade. Dit kan leiden tot homonieme hemianopsie (verlies van gezichtsveld aan één zijde) of bitemporale hemianopsie (verlies van gezichtsveld aan de buitenzijde) als het optische chiasme is aangetast. Diverse oogonderzoeken zijn nodig, waaronder gezichtsveldonderzoek en netvliesonderzoek met een oftalmoscoop.
Belangrijke oorzaken van schade aan de oogzenuw zijn:
- Botziekten die de opticus canalicus aantasten, zoals de ziekte van Paget.
- Infecties zoals paranasale sinusinfecties, orbitale cellulitis, en oogontstekingen.
- Trauma.
- Vitamine B12-tekort.
- Erfelijke optische neuropathieën, bijvoorbeeld Leber erfelijke optische neuropathie.
- Ernstige bloedarmoede.
- Ischemische optische neuropathie, bijvoorbeeld reuzencelarteritis.
- Optische en retrobulbaire neuritis.
- Optische zenuwcompressie door tumoren, aneurysma’s, stuwingspapil, syfilis, en toxische optische neuropathieën door stoffen zoals tabak, ethambutol, en methylalcohol.
Hersenzenuw III (nervus oculomotorius, oogbewegingszenuw)
Deze zenuw is verantwoordelijk voor het reguleren van de pupilgrootte en een aantal oogbewegingen. Schade aan de nervus oculomotorius kan leiden tot afwijkingen in de oogbewegingen, zoals verticaal of zijdelings dubbelzien, oogspierverlamming, en scheelzien. De neuroloog test de functie van deze zenuw door een lampje te gebruiken en te controleren of de patiënt het licht in verschillende richtingen kan volgen.
Hersenzenuw IV (nervus trochlearis, katrolzenuw)
De nervus trochlearis is verantwoordelijk voor de bovenste schuine oogspier (musculus obliquus superior). Bij schade aan deze zenuw kan de patiënt klagen over torsie-diplopie (dubbelzien waarbij objecten in een hoek verschijnen) wanneer naar beneden wordt gekeken, zoals bij het aflopen van trappen.
Clusterhoofdpijn kan mogelijk leiden tot zenuwschade aan de hersenzenuw V. /
Bron: Geralt, Pixabay
Hersenzenuw V (nervus trigeminus, drielingzenuw)
Deze zenuw is zowel sensorisch als motorisch en speelt een rol bij de gevoeligheid van de huid van het gezicht en bij mond- en kauwbewegingen. Schade aan de nervus trigeminus kan leiden tot diverse symptomen zoals aangezichtspijn, sensorisch verlies, en spierzwakte.
Oorzaken van zenuwschade zijn onder andere:
- Clusterhoofdpijn.
- Akoestisch neuroma.
- Herseninfarct.
- Hersenstamglioom.
- Meningeoom.
- Multiple sclerose.
- Oogherpes en postherpetische neuralgie (zenuwpijn door gordelroos).
- Syringobulbie.
- Trigeminusneuralgie (aangezichtspijn met pijnscheuten).
- Uitzaaiingen van een tumor.
Kenmerkende tekenen van zenuwschade zijn:
- De kaak wijkt af naar één kant bij het openen van de mond.
- Doofheid.
- Duizeligheid.
- Afwijkende temperatuursensatie.
- Eenzijdig sensorisch verlies.
- Pijnlijke spontane aanvallen van pijn in de zenuwverdeling.
Hersenzenuw VI (nervus abducens, afvoerende zenuw)
De nervus abducens regelt de laterale rechte oogspier, die zorgt voor het naar buiten bewegen van het oog. Schade aan deze zenuw leidt tot een beperkte beweeglijkheid van het oog en kan resulteren in scheelzien, waarbij het oog naar binnen gekeerd blijft.
Hersenzenuw VII (nervus facialis, aangezichtszenuw)
De aangezichtszenuw controleert de meeste gezichtsbewegingen en een aantal klieren, zoals de speeksel- en traanklieren. Schade aan deze zenuw kan leiden tot eenzijdige gezichtsverlamming (zoals bij Bell’s parese), verlies van smaak op de voorste tweederde van de tong, en problemen met speeksel- en traanproductie.
Oorzaken van schade zijn onder andere:
- Bell's palsy.
- Infecties zoals Lyme-borreliose.
- Ziekte van Guillain-Barré.
- Tumoren zoals parotiskliertumoren.
- Trauma.
- Multiple sclerose.
Kenmerkende tekenen van zenuwschade zijn:
- Gezichtssymmetrieproblemen.
- Verlies van smaak op het voorste deel van de tong.
- Moeilijkheden met het sluiten van de ogen.
- Verandering in speeksel- of traanproductie.
- Verlies van gezichtsvermogen.
Hersenzenuw VIII (nervus vestibulocochlearis, gehoor- en evenwichtszenuw)
Deze zenuw bestaat uit twee takken: de cochleaire tak, die verantwoordelijk is voor het gehoor, en de vestibulaire tak, die het evenwicht regelt. Schade aan deze zenuw kan leiden tot gehoorverlies, evenwichtsstoornissen, duizeligheid, en tinnitus (oorsuizen).
Oorzaken van schade zijn onder andere:
- Tumoren zoals vestibulaire schwannoom.
- Ziekte van Menière.
- Hersenzwelling.
- Ototoxische medicijnen.
- Virale infecties zoals herpes simplex.
- Zenuwcompressie door een tumor of een ander probleem.
Kenmerkende symptomen zijn:
- Verlies van gehoor.
- Evenwichtsproblemen.
- Duizeligheid en misselijkheid.
- Tinnitus.
Hersenzenuw IX (nervus glossopharyngeus, tong-keelzenuw)
Deze zenuw regelt de smaak op het achterste deel van de tong en de functie van de keelspieren. Schade aan deze zenuw kan leiden tot verlies van smaak, problemen met slikken, en vermindering van speekselproductie.
Oorzaken van schade zijn onder andere:
- Ziekten van de keel.
- Tumoren van de keel of tong.
- Infecties zoals herpes simplex.
- Neuromusculaire aandoeningen.
- Schade door trauma.
Kenmerkende symptomen zijn:
- Verlies van smaak aan de achterste tong.
- Problemen met slikken.
- Moeilijkheden bij het praten.
- Zere keel en speekselproblemen.
Hersenzenuw X (nervus vagus, zwervende zenuw)
De nervus vagus speelt een rol in de functie van organen in de borst- en buikholte, zoals het hart en de darmen. Schade aan deze zenuw kan leiden tot stemproblemen, slikproblemen, en afwijkende hartslag.
Oorzaken van schade zijn onder andere:
- Ziekten van de keel.
- Tumoren in de nek of borst.
- Chirurgie in de buurt van de zenuw.
- Infecties zoals herpes zoster.
- Zenuwcompressie door tumoren of abcessen.
Kenmerkende symptomen zijn:
- Veranderde stem.
- Moeilijkheden met slikken.
- Spijsverteringsproblemen.
- Hartslagproblemen.
Hersenzenuw XI (nervus accessorius, bijkomstige zenuw)
Deze zenuw regelt de beweging van bepaalde nek- en schouderspieren. Schade aan deze zenuw kan leiden tot zwakte of verlamming van de nek- en schouderspieren, wat resulteert in problemen met het draaien van het hoofd en het optillen van de schouders.
Oorzaken van schade zijn onder andere:
- Tumoren in de nek of schouder.
- Chirurgische ingrepen.
- Trauma.
- Infecties.
Kenmerkende symptomen zijn:
- Moeite met het bewegen van de schouders.
- Problemen met het draaien van het hoofd.
- Spierzwakte in de nek en schouders.
Hersenzenuw XII (nervus hypoglossus, hypoglossale zenuw)
De hypoglossale zenuw regelt de beweging van de tong. Schade aan deze zenuw kan leiden tot problemen met de articulatie van woorden, slikken, en bewegen van de tong.
Oorzaken van schade zijn onder andere:
- Herseninfarcten.
- Tumoren van de hersenen of nek.
- Chirurgische ingrepen.
- Trauma.
- Infecties zoals syfilis.
Kenmerkende symptomen zijn:
- Moeite met spreken.
- Verandering in tongbewegingen.
- Problemen met slikken.
Diagnose van hersenzenuwschade
Een zorgvuldige diagnose van hersenzenuwschade is cruciaal voor effectieve behandeling. De diagnose omvat vaak neurologische onderzoeken, beeldvorming, en functionele tests.
Behandeling
Behandelingsopties variëren afhankelijk van de oorzaak van de schade en kunnen medicatie, fysiotherapie, of chirurgische ingrepen omvatten.
Preventie en beheer van hersenzenuwaandoeningen
Preventie van hersenzenuwaandoeningen kan door het vermijden van risicofactoren zoals hoofdletsel en infecties. Regelmatige medische controles en een gezonde levensstijl kunnen bijdragen aan het behoud van zenuwgezondheid.
Lees verder