Klompvoet: Voet van baby draait naar binnen en beneden

- Epidemiologie van een klompvoet
- Oorzaken
- Risicofactoren
- Symptomen
- Alarmsymptomen
- Diagnose en onderzoeken
- Behandeling
- Gipsverbanden
- Chirurgie
- Prognose
- Complicaties
- Preventie
- Praktische tips voor het omgaan met klompvoet
- Vroege behandeling en fysiotherapie
- Aangepaste schoenen en orthopedische zorg
- Regelmatige medische opvolging
- Misvattingen rond klompvoet
- Klompvoet ontstaat door een verkeerde houding tijdens de zwangerschap
- Een klompvoet betekent dat een kind nooit normaal zal kunnen lopen
- Een klompvoet heeft altijd een negatieve invloed op het been
- Kinderen met klompvoet hebben altijd pijn bij het lopen
- Een klompvoet is altijd een op zichzelf staande aandoening
- Volwassenen met een klompvoet kunnen geen actieve levensstijl hebben
Epidemiologie van een klompvoet
Een klompvoet komt voor bij ongeveer 1 op de 1.000 pasgeborenen. De aandoening komt minder vaak voor bij Chinezen en komt vaker voor bij de Maori. Jongens zijn ongeveer twee keer zo vaak aangetast als meisjes.Oorzaken
Een klompvoet treedt op doordat de pezen (weefselbanden die spieren verbinden met botten) en spieren in en rond de voet korter zijn dan dat ze zouden moeten zijn. De oorzaak hiervan is niet bekend anno september 2024. Meestal ontstaat de voetafwijking spontaan. In sommige gevallen is de aandoening familiaal bepaald. Een klompvoet komt voorts ook tot uiting als onderdeel van een onderliggend genetisch syndroom, zoals bijvoorbeeld:- Achondrogenese: Ernstige skeletafwijking
- Cri-du-chat-syndroom: Aandoening met miauwend stemgeluid en andere symptomen
- Diastrofische dysplasie: Skeletafwijking met kort gestalte
- Eagle-Barrett-syndroom: Aandoening met buikspier- en urinewegproblemen
- Freeman-Sheldon-syndroom: Aandoening met symptomen aan gezicht en ledematen
- Jacobsen-syndroom: Aangeboren aandoening
- Kniest-dysplasie: Craniofaciale afwijkingen
- Myelomeningocele: Vorm van spina bifida (open rug) met neurologische schade
- Myotone dystrofie: Aandoening met spierverlies en spierzwakte
- Nager-syndroom: Craniofaciale afwijking
- Potter-syndroom: Ernstige groeistoornis
- Strudwick-syndroom: Botgroeiaandoening
- Weaver-syndroom: Neurologische aandoening
- Zellweger-syndroom: Progressieve hersenaandoening
Risicofactoren
Enkele risicofactoren zijn bekend voor de voetafwijking:- andere geboorteafwijkingen: In sommige gevallen is een klompvoet gekoppeld aan een andere aandoening waarmee een baby ter wereld komt, zoals spina bifida.
- familiegeschiedenis: Baby's met een ouder of broer of zus die een klompvoet hebben gehad, hebben twee keer zoveel kans om de voetafwijking te krijgen.
- geslacht: Twee derde van de baby's met klompvoeten zijn mannelijk.
- levensstijl: Een moeder die rookt of drugs gebruikt tijdens de zwangerschap, heeft meer kans op het krijgen van een baby met een klompvoet.
- te weinig vruchtwater tijdens de zwangerschap: Wanneer de moeder te weinig vruchtwater heeft tijdens de zwangerschap (oligohydramnion), is de kans dat een baby ter wereld komt met klompvoeten hoger.
Symptomen
Bij ongeveer de helft van de getroffenen baby's zijn beide voeten betrokken. Het fysieke uiterlijk van de voet is variabel. De voet draait bij de geboorte naar binnen en naar beneden; de tenen zijn dan naar binnen gekruld. De voet, de kuit en het been kunnen iets kleiner zijn dan normaal. Pijn komt niet voor bij deze voetafwijking. In ernstige gevallen lijkt de voet ondersteboven te liggen. Tot slot heeft de voet soms een beperkt bewegingsbereik.Alarmsymptomen
De aanwezigheid van een klompvoet bij een pasgeborene kan wijzen op een ernstigere onderliggende aandoening, vooral als de voetafwijking gepaard gaat met andere afwijkingen of symptomen zoals:Aangeboren hartafwijkingen
Neurologische symptomen
Ongewoon grote of kleine lichaamsdelen
Bij vermoeden van een onderliggend syndroom is verder onderzoek noodzakelijk om andere mogelijke medische problemen uit te sluiten.
Diagnose en onderzoeken
De aangeboren afwijking is gemakkelijk te identificeren via een lichamelijk onderzoek. De arts maakt soms ook een röntgenfoto van de voet. Een echografie tijdens de eerste zes maanden van de zwangerschap helpt eveneens om de aandoening te identificeren.Behandeling
Gipsverbanden
Een orthopedisch specialist plaatst de voet in de juiste positie via een gipsverband. De behandeling moet zo vroeg mogelijk plaatsvinden; idealiter kort na de geboorte, wanneer het het gemakkelijkst is om de voet opnieuw te vormen. De arts rekt elke week de voet zachtjes uit en verplaatst deze een beetje, zodat de positie van de voet verbetert. Over het algemeen zijn vijf tot tien gipsverbanden nodig. Het laatste gips blijft drie weken op zijn plaats. Nadat de voet zich in de juiste positie bevindt, draagt het kind gedurende de eerste drie maanden een speciale beugel. Als de inwaartse buiging is verbeterd, snijdt de arts de achillespees vaak door. Daarna draagt het kind 's nachts en tijdens dutjes de beugel gedurende maximaal drie jaar.
Chirurgie
Bij ongeveer één op de vijf kinderen met een ernstige klompvoet is een operatie nodig wanneer andere behandelingen niet werken of als het probleem terugkeert. Het kind moet regelmatig op controle komen bij de arts totdat de voet volgroeid is.
Prognose
De behandeling verbetert het uiterlijk en de functie van de voet. Het resultaat is meestal goed dankzij de behandeling. Sommige afwijkingen zijn mogelijk niet volledig te verhelpen. De behandeling is voorts minder succesvol als de klompvoet is gekoppeld aan andere geboorteafwijkingen.Complicaties
Mogelijke complicaties van een klompvoet zijn onder meer:Botcomplicaties
Door de aanhoudende afwijking kunnen complicaties ontstaan zoals een verhoogd risico op botbreuken, een verstoorde botgroei en misvormingen van het skelet.
Functionele complicaties
Bij onvoldoende behandeling kan de voetafwijking leiden tot problemen met de looppatroon en mobiliteit van het kind, wat kan resulteren in langdurige problemen met het lopen en de balans.
Psychosociale complicaties
Kinderen met een klompvoet kunnen ook psychosociale problemen ondervinden als gevolg van esthetische en functionele beperkingen, wat kan leiden tot gevoelens van onzekerheid of sociale isolatie.