Ureterocele: Zwelling aan onderkant van de urineleider
Ureters (urineleiders) zijn de buizen die urine van de nier naar de blaas transporteren. Het gezwollen gebied blokkeert mogelijk de urinestroom. Een ureterocele is een aangeboren aandoening waarbij zwelling ontstaat aan de onderkant van één van de urineleiders. De klinische presentatie varieert want sommige patiënten hebben geen klachten, terwijl anderen kampen met onder andere urine-incontinentie en buikpijn. Een operatie verhelpt de klachten bij de meeste patiënten, maar soms is wel permanente schade aan de nier ontstaan.
Epidemiologie van ureterocele
Een ureterocele komt voor bij ongeveer 1 op de 500 tot 1.000 levend geborenen. Deze aandoening komt zowel in de linker- als in de rechterurineleiders voor en gebeurt aan beide kanten even vaak. Meisjes zijn vier tot zeven keer vaker dan jongens aangetast.
Oorzaken van zwelling aan onderkant van urineleider
Een ureterocele komt voor in het onderste gedeelte van de ureter. Dit is het gedeelte waar de buis de blaas binnenkomt. Door de zwelling kan de urine zich niet meer vrij in de blaas bewegen. De urine verzamelt zich dan in de urineleider en strekt zich uit over de wanden. Hierdoor zet deze zich uit net zoals een waterballon. Een ureterocele zorgt er soms ook voor dat urine achterwaarts van de blaas naar de nier stroomt. Dit staat bekend als ‘
vesicoureterale reflux’. Waarom deze aandoening precies tot stand komt, is anno oktober 2020 onbekend.
Symptomen: Problemen met plassen en urine
De meeste patiënten met een ureterocele hebben geen symptomen. Wanneer symptomen zich voordoen, ervaart de patiënt volgende mogelijke tekenen:
Diagnose en onderzoeken
Grote ureteroces diagnosticeert de arts vaak sneller dan kleinere ureteroceles. De arts ontdekt dit reeds tijdens een
zwangerschapsechografie, nog voordat de
baby ter wereld komt. De arts bemerkt dan hydronefrose (
waternier: verstopping van urine met
pijn) op. Sommige patiënten met ureteroceles weten niet dat ze aan de aandoening lijden. Vaak is het probleem pas later in het leven zichtbaar omdat de patiënt dan lijdt aan
nierstenen of infecties waarvoor verder onderzoek nodig is. Een urineanalyse onthult bloed in de urine of tekenen van een urineweginfectie. De bloeddruk is verder hoog wanneer nierschade is opgetreden.
Volgende testen zijn nog inzetbaar:
Behandeling via operatie
De arts schrijft vaak
antibiotica voor om verdere infecties te voorkomen totdat de patiënt een operatie kan krijgen. De arts wil namelijk de blokkade wegnemen. Het plaatsen van
stents in de ureter of in het niergebied biedt een verlichting van de symptomen op korte termijn. Om de aandoening te genezen, is echter een operatie nodig. De chirurg snijdt in de ureterocele, of anders verwijdert hij de ureterocele en bevestigt hij de ureter opnieuw aan de blaas. Het type operatie hangt af van de leeftijd, de algehele gezondheid en de omvang van de blokkade.
Prognose van aangeboren afwijking
Het resultaat varieert. De schade is mogelijk tijdelijk als de arts in staat is om de blokkade te herstellen. Wanneer echter schade aan de nier ontstaan is, is deze soms permanent.
Nierfalen is zeldzaam. De andere nier werkt meestal normaal.
Complicaties aan nier
Complicaties van ureterocele zijn een langdurige blaasbeschadiging (incontinentie/urineretentie), een
chronische nierziekte (inclusief functieverlies in één nier) en steeds terugkerende urineweginfecties. Er is tot slot ook een klein risico op het ontwikkelen van nierstenen.