Maligne hyperthermie: Reactie op anesthesie tijdens operatie
Maligne hyperthermie is een ernstige reactie op bepaalde anesthesiegassen en spierverslappers die de arts gebruikt tijdens operaties en andere invasieve procedures. Een patiënt die deze medicijnen krijgt en lijdt aan maligne hyperthermie, ervaart onder andere spierstijfheid, hoge koorts en een snelle hartslag. Zonder snelle behandeling zijn de complicaties van maligne hyperthermie levensbedreigend. De arts dient dan ook snel een medicijn toe, koelt de patiënt af en geeft ook vocht bij om de symptomen om te keren. Dankzij een succesvolle behandeling zijn de vooruitzichten meestal goed.
Synoniemen van maligne hyperthermie
Andere namen voor deze aandoening zijn:
- anesthesie gerelateerde hyperthermie
- hyperpyrexie, kwaadaardig
- hyperthermie, kwaadaardig
- kwaadaardige hyperpyrexie
Epidemiologie: Reactie op anesthesie tijdens operatie
Maligne hyperthermie komt anno september 2024 voor bij 1 op de 15.000 tot 50.000 patiënten die anesthesiegassen en/of spierverslappers toegediend krijgen. De ernstige reactie op anesthesiemedicijnen en spierverslappers komt wereldwijd verspreid voor en treft alle etnische groepen, met een gemiddelde leeftijd van 21-23 jaar.
Oorzaken
Anesthesie en spierverslappers
Wanneer een anesthesist spierverslappers (spierontspanners) en bepaalde anesthesiegassen toedient, veroorzaakt dit bij sommige patiënten maligne hyperthermie. De spieren reageren hierbij zeer afwijkend, hetgeen resulteert in de symptomen van maligne hyperthermie. Maligne hyperthermie is echter een interactie van omgevingsfactoren (toediening van narcose) en genetische factoren.
Normale functie van genen
De RYR1 en CACNA1S genen bevatten instructies voor het maken van eiwitten die nodig zijn voor skeletspieren. Om het lichaam normaal te laten bewegen, moeten deze spieren samentrekken en ontspannen op een gecoördineerde manier. Spiercontracties worden veroorzaakt door de stroom van bepaalde geladen atomen (ionen) naar spiercellen. De eiwitten geproduceerd uit de RYR1- en CACNA1S- genen zijn betrokken bij de beweging van calciumionen in spiercellen. Door bepaalde signalen helpt het CACNA1S-eiwit het RYR1-kanaal te activeren, dat opgeslagen calciumionen in spiercellen vrijgeeft. De resulterende toename in calciumionenconcentratie in spiercellen stimuleert de contractie van spiervezels.
Genetische wijzigingen
Diverse vormen van maligne hyperthermie-gevoeligheid zijn beschreven in de medische literatuur. Deze zijn het gevolg van mutaties (wijzigingen) in verschillende genen. Zo zijn mutaties in het RYR1-gen verantwoordelijk voor MHS1, een bepaalde vorm van het maligne hyperthermiesyndroom. Deze mutaties zijn verantwoordelijk voor de meeste gevallen van maligne hyperthermie-gevoeligheid. Een andere vorm van de aandoening, is MHS5. Deze vorm is het gevolg van mutaties in het CACNA1S-gen. Deze mutaties komen minder vaak voor en vertegenwoordigen minder dan 1 procent van alle gevallen van maligne hyperthermie.
Gevolgen van genetische mutaties
Door mutaties in het RYR1- of CACNA1S-gen opent het RYR1-kanaal gemakkelijker en sluit dit langzamer als reactie op bepaalde geneesmiddelen. Hierdoor komen grote hoeveelheden calciumionen vrij uit de opslag in spiercellen. Een overvloed aan beschikbare calciumionen zorgt ervoor dat skeletspieren abnormaal samentrekken, wat leidt tot spierrigiditeit bij patiënten met maligne hyperthermie. Een toename in calciumionenconcentratie in spiercellen activeert ook processen die warmte genereren (hetgeen resulteert in een verhoogde lichaamstemperatuur) en overtollig zuur produceren (hetgeen resulteert in acidose).
Overervingspatroon
De overerving van maligne hyperthermie gebeurt via een autosomaal dominant patroon, wat betekent dat één kopie van het gemuteerde gen in elke cel voldoende is om het risico op een ernstige reactie op bepaalde anesthetica te verhogen. In de meeste gevallen erft een getroffen patiënt het gewijzigde gen van een ouder die ook een risico loopt op de aandoening.
Risicofactoren
De aandoening komt vaak voor bij patiënten zonder andere ernstige medische problemen. Bepaalde erfelijke
spierziekten (waaronder multiminicore myopathie) zijn echter geassocieerd met maligne hyperthermie.
Symptomen: Koorts en spierstijfheid
De symptomen van maligne hyperthermie omvatten:
Deze tekenen treden op elk moment op tijdens de toediening van de anesthetica en spierverslappers.
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Veel patiënten met maligne hyperthermie zijn asymptomatisch voor een operatie, waardoor het moeilijk is om deze patiënten te identificeren voordat ze algemene anesthesie krijgen. De familiegeschiedenis van de stoornis is belangrijk, net als de geschiedenis van alle ongunstige metabole reacties op anesthesie. De diagnose van de ernstige reactie op anesthesiemedicijnen en spierverslappers is gebaseerd op de klinische presentatie of een
bloedonderzoek. De definitieve diagnose van maligne hyperthermie gebeurt door een in-vitro-contractietest op een biopt (
weefselmonster) van de beenspier. Deze test is invasief, vereist een
spierbiopsie en is enkel uitvoerbaar in speciale diagnosecentra.
Behandeling
Een succesvolle behandeling van een episode van maligne hyperthermie omvat de snelle stopzetting van het verdovingsmiddel, het afkoelen van de patiënt (patiënt inpakken in een koeldeken) en de intraveneuze (via een ader) toediening van Dantroleen. Dantroleen remt het calciumafgiftekanaal in de skeletspier zonder de neuromusculaire transmissie aan te tasten. Om de nierfunctie tijdens een episode te behouden, krijgt de patiënt tot slot vocht via een ader toegediend.
Prognose van tekenen door spierverslappers en verdovende medicijnen
Het risico op overlijden bij de juiste behandeling bedraagt ongeveer 5%, terwijl dit zonder een goede en snelle behandeling ongeveer 75% is.
Complicaties
Herhaalde of onbehandelde episodes leiden tot nierfalen en zijn mogelijk dodelijk.
Volgende complicaties treden mogelijk op:
Preventie
Maligne hyperthermie is erfelijk en kan niet volledig worden voorkomen. Een patiënt moet echter worden getest op maligne hyperthermie-gevoeligheid vóór een operatie indien er sprake is van een familiegeschiedenis van maligne hyperthermie of ernstige reacties op anesthesie.
Genetische tests kunnen helpen bij het identificeren van mensen die een hoog risico lopen op het ontwikkelen van maligne hyperthermie. Informatie over maligne hyperthermie kan door de zorgverleners worden verstrekt om de patiënten en hun families te helpen hun risico te begrijpen en passende voorzorgsmaatregelen te nemen.