Maligne neurolepticasyndroom: Reactie op antipsychotica
Het maligne neurolepticasyndroom is een zeldzame reactie op antipsychotica (oude benaming: neuroleptica). Dit zijn medicijnen die de arts inzet voor het behandelen van diverse psychische aandoeningen zoals schizofrenie en een bipolaire stoornis. Door de aandoening is het zenuwstelsel aangetast, hetgeen symptomen zoals hoge koorts en spierstijfheid veroorzaakt. De aandoening treedt vaak op kort na het begin van de behandeling met de medicijnen of na een dosisverhoging. Deze ernstige ziekte is behandelbaar door stopzetting van de medicijnen en ondersteunende zorgen. Bij een vroege behandeling herstellen de meeste patiënten volledig binnen één à twee weken.
Epidemiologie van maligne neurolepticasyndroom
Het maligne neurolepticasyndroom is een erg zeldzame aandoening die slechts ongeveer 1 tot 2 op de 10.000 patiënten treft die
antipsychotica gebruiken. Het maligne neurolepticasyndroom komt twee keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Oorzaken van maligne neurolepticasyndroom
Dopamine D2-receptorantagonisme
Het maligne neurolepticasyndroom ontstaat hoogstwaarschijnlijk als gevolg van het ‘dopamine D2-receptorantagonisme’. Dopamine is een chemische stof (neurotransmitter) in de
hersenen en elders in het centrale zenuwstelsel die berichten overbrengt. Het gebruik van een bepaald
medicijn blokkeert soms de receptor in de hersencel voor dopamine. Wanneer de dopaminereceptoren in de hypothalamus of een andere bundel van zenuwvezels en/of het ruggenmerg geblokkeerd zijn, ontstaat een verhoogde
spierstijfheid. De interferentie met de dopaminereceptoren in de hypothalamus is waarschijnlijk ook verantwoordelijk voor een hoge lichaamstemperatuur, evenals
schommelingen in de bloeddruk. Mogelijk is het maligne neurolepticasyndroom gerelateerd aan
maligne hyperthermie, een genetische aandoening die zich kenmerkt door een abnormale reactie op
anesthesiemedicijnen.
Antipsychotica
De arts schrijft bij bepaalde
psychische aandoeningen zoals
schizofrenie (aandoening met o.a. waanideeën en
hallucinaties) en een
bipolaire stoornis (
stemmingsstoornis) antipsychotica voor. Deze medicijnen veroorzaken echter zeer zelden schade aan het zenuwstelsel, waardoor een zeldzame reactie ontstaat, die bekend staat als het maligne neurolepticasyndroom.
Oudere antipsychotica
Alle antipsychotica veroorzaken mogelijk het maligne neurolepticasyndroom. De oudere antipsychotica omvatten:
- Chlorpromazine (Thorazine)
- Fluphenazine (Prolixin)
- Haloperidol (Haldol)
- Loxapine (Loxitane)
- Perphenazine (Etrafon)
- Thioridazine (Mellaril)
Nieuwere antipsychotica
Artsen noemen de nieuwere antipsychotica ‘atypische antipsychotica’. Deze bevatten:
- Aripiprazole (Abilify)
- Asenapine (Saphris)
- Brexpiprazole (Rexulti)
- Cariprazine (Vraylar)
- Clozapine (Clozaril)
- Iloperidon (Fanapt)
- Olanzapine (Zyprexa)
- Paliperidon (Invega)
- Quetiapine (Seroquel)
- Risperidon (Risperdal)
Deze medicijnen blokkeren de hersenstof dopamine. Hierdoor verstijven de spieren en ontstaan stijve bewegingen bij patiënten met de
ziekte van Parkinson (
neurologische aandoening met bevingen).
Anti-emetica
Sommige geneesmiddelen die de arts voorschrijft om
misselijkheid en
braken te behandelen (
anti-emetica), veroorzaken eveneens het maligne neurolepticasyndroom, omdat ze dopamine blokkeren, waaronder:
- Domperidon (Motilium)
- Droperidol (Inapsine)
- Metoclopramide (Reglan)
- Prochlorperazine (Compazine)
- Promethazine (Phenergan)
Medicatie voor behandeling van ziekte van Parkinson
Patiënten die geneesmiddelen gebruiken voor de ziekte van Parkinson, zoals levodopa, krijgen te maken met het maligne neurolepticasyndroom als ze te snel stoppen met het nemen van hun medicijn.
Risicofactoren van ernstige reactie
Genetische factoren
Er is mogelijk een genetische risicofactor voor het maligne neurolepticasyndroom, maar de betrokken genen zijn nog niet geïdentificeerd anno augustus 2024.
Geslacht
Mannen zijn dubbel zo vaak dan vrouwen aangetast. Vooral jonge mannen (jonger dan veertig jaar) zijn vatbaar. Ook vrouwen die pas bevallen zijn, lopen een groter risico op het maligne neurolepticasyndroom.
Lewy-body-dementie
Een belangrijke risicofactor voor deze aandoening is
Lewy-body-dementie. Deze patiënten zijn extreem gevoelig voor neuroleptica. Hierdoor moet de arts voorzichtig zijn bij het voorschrijven van neuroleptica voor patiënten met dementie.
Medicatie
Het gebruik van elk antipsychoticum resulteert mogelijk in het maligne neurolepticasyndroom. Sterkere medicijnen, zoals flufenazine en haloperidol, hebben wel een grotere kans om de aandoening te activeren. De zeldzame reactie op antipsychotica komt vaker voor wanneer een patiënt:
- een hoge dosis van het medicijn neemt
- het medicijn via een injectie krijgt
- overschakelt van het ene antipsychoticum naar het andere
- snel de dosis verhoogt
Andere risicofactoren
Andere mogelijke risicofactoren zijn:
- agitatie (rusteloosheid)
- een geschiedenis van elektroconvulsietherapie (behandeling van een depressie) in het verleden
- een niet-schizofrene geestesziekte
- genetische factoren
- het inconsistent gebruik van neuroleptica
- lithiumgebruik
- ondervoeding
- organische hersensyndromen
- postpartumperiode (periode na de bevalling)
- uitdroging
- uitputting
- warme en vochtige omgevingen
Symptomen: Koorts en spierstijfheid
De symptomen beginnen vaak binnen twee weken nadat de patiënt het geneesmiddel voor het eerst heeft ingenomen of de dosering is gewijzigd. Soms verschijnen de tekenen een paar dagen nadat de patiënt begonnen is met het innemen van de medicatie. Af en toe zijn de klachten pas duidelijk na een paar maanden. Zodra de symptomen verschijnen, evolueren ze mogelijk snel en bereiken ze een piekintensiteit in slechts drie dagen. Deze symptomen houden acht uur tot veertig dagen aan.
Volgende tekenen zijn mogelijk:
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts zoekt naar de twee belangrijkste symptomen van het maligne neurolepticasyndroom, namelijk koorts en spierstijfheid. Daarnaast moeten bij de patiënt enkele waarschuwingssymptomen aanwezig zijn, zoals een snelle hartslag, een lage of hoge bloeddruk en zweten.
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Diagnostisch onderzoek
Sommige andere aandoeningen hebben symptomen die vergelijkbaar zijn met het maligne neurolepticasyndroom. Daarom moet de arts meerdere onderzoeken uitvoeren om deze aandoeningen uit te sluiten:
Differentiële diagnose
Het maligne neurolepticasyndroom is soms moeilijk te onderscheiden van andere neurologische en psychische aandoeningen. Het vereist een deskundig oordeel om de symptomen van het maligne neurolepticasyndroom te scheiden van andere ziekten. Enkele van de meest foutieve ziekten zijn:
Drugsmisbruik van cocaïne en amfetamine veroorzaken mogelijk ook vergelijkbare symptomen.
Door de relatieve zeldzaamheid van het maligne neurolepticasyndroom zien artsen deze ziekte vaak over het hoofd en is de onmiddellijke behandeling vertraagd.
Behandeling
De behandeling gebeurt vaak op een ziekenhuisafdeling voor intensieve zorg. De arts zal eerst het medicijn stopzetten dat de klachten veroorzaakt. Daarna wil hij de koorts verminderen en zorgen dat de patiënt voldoende vocht en voeding krijgt.
Medicatie
Geneesmiddelen voor de behandeling van het maligne neurolepticasyndroom zijn onder meer:
- geneesmiddelen die zorgen voor spierontspanning, zoals dantroleen (Dantrium) geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson die ervoor zorgen dat het lichaam meer dopamine produceert, zoals amantadine (Symmetrel) of bromocriptine (Parlodel)
Elektroconvulsietherapie
Als deze geneesmiddelen niet helpen, probeert de arts elektroconvulsietherapie. Tijdens deze behandeling slaapt de patiënt en is hij pijnvrij. De patiënt krijgt een elektrische stroom toegediend om een epileptische aanval te activeren, waardoor de symptomen verminderen.
Prognose
De meeste patiënten herstellen binnen één à twee weken van het maligne neurolepticasyndroom. Na het herstel is het voor de meeste patiënten weer mogelijk om antipsychotische geneesmiddelen te gebruiken. De arts schakelt soms wel over naar een ander medicijn. Verder keert het maligne neurolepticasyndroom soms wel terug nadat de patiënt een behandeling heeft gekregen. Hoe langer de patiënt wacht om terug antipsychotica te gebruiken, hoe minder kans hij heeft om het maligne neurolepticasyndroom opnieuw te krijgen.
Complicaties van maligne neurolepticasyndroom
Het maligne neurolepticasyndroom kan de spieren aantasten en leiden tot een zeer
hoge bloeddruk of
lage bloeddruk. Onbehandeld ontstaan ernstige problemen, zoals:
Preventie van maligne neurolepticasyndroom
Preventie van het maligne neurolepticasyndroom omvat:
Voorzorgsmaatregelen bij medicatie
Het zorgvuldig voorschrijven van antipsychotica en het vermijden van hoge doses en snelle dosisverhogingen zijn cruciaal om het risico op het maligne neurolepticasyndroom te verminderen.
Monitoring van patiënten
Regelmatige monitoring van patiënten die antipsychotica gebruiken, vooral in de beginfase van de behandeling of bij dosisveranderingen, kan helpen bij het vroegtijdig opsporen van symptomen en het voorkomen van ernstige complicaties.
Genetische screening
Bij patiënten met een bekende genetische aanleg of met risicofactoren zoals Lewy-body-dementie, kan genetische screening en nauwkeurige medische evaluatie helpen bij het identificeren van risico’s en het aanpassen van de behandeling.
Lees verder