Aorta-angiografie: Onderzoek van bloedvaten van aorta
De aorta is de belangrijkste slagader in het lichaam. De grote lichaamsslagader begint in het linkerventrikel van het hart en strekt zich uit naar de onderbuik. De aorta is verantwoordelijk voor het leveren van zuurstofrijk bloed aan het hele lichaam. Een aorta-angiografie is een beeldvormend onderzoek waarbij de arts een speciale kleurstof gebruikt en röntgenfoto’s inzet om een beeld te krijgen van hoe bloed door de aorta stroomt. Hij kijkt hiermee in de slagaders (bloedvaten die bloed van het hart afvoeren). De arts voert een aorta-angiografie niet meer zo vaak uit, omdat hij dit meestal vervangt door een CT-angiografie of MR-angiografie. Een aorta-angiografie kan soms enkele complicaties met zich meebrengen.
Indicatie van radiografisch beeld van de bloedvaten in de slagader
De arts bestelt een aorta-angiografie bij symptomen van een probleem met de aorta of de vertakkingen hiervan, zoals:
Deze procedure voert de arts soms in combinatie met linkerhartkatheterisatie uit, zodat hij een coronaire hartziekte (kransslagaderaandoening) kan opsporen.
Voor het onderzoek
De arts moet op de hoogte zijn van een (eventuele) zwangerschap, de gebruikte medicijnen,
kruiden,
vitaminen en supplementen, een
medicatie-allergie of
allergische reacties op röntgencontrastmateriaal,
schelpdieren of
jodiumstoffen. Ook indien de patiënt reeds bloedingsproblemen heeft gehad, moet de arts hiervan op de hoogte zijn. De arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit en controleert de bloeddruk van de patiënt. De patiënt mag zes tot twaalf uur voor het onderzoek niets eten of drinken. De patiënt moet een ziekenhuisjurk dragen en alle sieraden uit het te onderzoeken gebied verwijderen. Voordat de test begint, krijgt de patiënt een licht kalmerend middel zodat hij zich beter kan ontspannen.
Procedure van aorta-angiografie
Dit
beeldvormend onderzoek vindt plaats in een ziekenhuis. De patiënt is wakker tijdens het onderzoek. De arts reinigt een deel van het lichaam, meestal de arm of lies, en verdooft dit dan met een lokaal verdovend middel, hetgeen een beetje stekend aanvoelt. Een radioloog of cardioloog plaatst een naald in het bloedvat van de lies. De arts voert vervolgens een geleidedraad en een lange slang (katheter) door deze naald. Daarna plaatst hij de
katheter in de aorta, hetgeen soms een drukkend gevoel veroorzaakt. De arts krijgt live beelden van de aorta te zien op een soort monitor. Röntgenstralen worden gebruikt om de katheter naar de juiste positie te leiden. Zodra de katheter op zijn plaats zit, injecteert de arts hierin een kleurstof (contraststof), hetgeen gedurende enkele seconden een warm gevoel geeft. Vervolgens maakt een toestel
röntgenfoto's om te zien hoe de kleurstof door de aorta beweegt. De kleurstof helpt om eventuele blokkades in de bloedstroom te detecteren. Nadat de röntgenfoto's of behandelingen zijn voltooid, verwijdert de arts de katheter. Vervolgens oefent hij gedurende 20 tot 45 minuten druk uit op de prikplaats om het bloeden te stoppen. Daarna controleert de arts het gebied en brengt hij een strak verband aan.
Na het onderzoek
Het been wordt meestal nog zes uur na de ingreep recht gehouden. In de meeste gevallen kan de patiënt de dag na de procedure de normale activiteiten weer hervatten. De patiënt krijgt onmiddellijk na het onderzoek de resultaten mee.
Risico’s en complicaties
Risico's van een aorta-angiografie omvatten:
- blauwe plekken op de plaats van inbrengen van de katheter
- een allergische reactie op de contrastkleurstof
- een bloedstolsel dat naar de longen reist
- een blokkering van de slagader
- een hartaanval of een beroerte
- een hematoom, een verzameling bloed op de plaats van de naaldprik
- een infectie
- een nierbeschadiging door de kleurstof
- een verwonding van de zenuwen bij de naaldprikplaats
- overmatige bloedingen of een bloedstolsel wanneer de katheter wordt ingebracht, waardoor de bloedtoevoer naar het been kan verminderen
- schade aan het bloedvat waar de naald en katheter worden ingebracht
Vergelijking met CT- en MR-angiografie
Een aorta-angiografie wordt minder vaak uitgevoerd in vergelijking met CT-angiografie en MR-angiografie. Beide moderne technieken bieden gedetailleerdere beelden en zijn minder invasief:
- CT-angiografie: Dit gebruik maakt van computertomografie en contrastmiddelen om beelden van de bloedvaten te creëren. Het biedt snelle resultaten en een goede beeldkwaliteit.
- MR-angiografie: Deze techniek gebruikt magnetische resonantie om beelden te maken zonder ioniserende straling. Het is bijzonder nuttig voor het onderzoeken van zachte weefsels en bloedvaten.
Pre-operatieve voorbereiding en zorg
Voor een optimale voorbereiding is het essentieel dat de patiënt:
- Medicatie en allergieën: Alle medicatie en allergieën met de arts bespreekt, vooral voor contrastmiddelen.
- Fysieke voorbereiding: Nuchter is zoals voorgeschreven en geen sieraden draagt in het gebied waar de procedure plaatsvindt.
Herstel en nazorg
Na de ingreep moet de patiënt:
- Nazorg: Het gebied waar de katheter is ingebracht goed laten controleren en in geval van pijn of ongebruikelijke symptomen onmiddellijk contact opnemen met de arts.
- Activiteiten: De activiteit beperken en de instructies van de arts volgen voor het beste herstel.
Alternatieve diagnostische methodes
Naast aorta-angiografie zijn er andere methoden voor het onderzoeken van de aorta, zoals:
- Echocardiografie: Dit maakt gebruik van geluidsgolven om beelden van het hart en de grote bloedvaten te maken.
- Echografie: Dit is nuttig voor het monitoren van de bloedvaten en het detecteren van eventuele afwijkingen zonder gebruik van ioniserende straling.
Vooruitgang en innovaties
De technologie voor beeldvorming van de aorta blijft zich ontwikkelen, met voortdurende innovaties gericht op:
- Verbeterde beeldkwaliteit: Nieuwe technieken en contrastmiddelen voor duidelijkere en meer gedetailleerde beelden.
- Verminderde invasiviteit: Het ontwikkelen van minder invasieve methoden die minder risico’s en complicaties met zich meebrengen.
Lees verder