Ochoa-syndroom: Symptomen aan gezicht en urinewegen
Het Ochoa-syndroom is een uiterst zeldzame aandoening waarbij een patiënt abnormale gezichtsuitdrukkingen toont waardoor hij een omgekeerde glimlach lijkt te hebben. Verder komen plasproblemen tot uiting, waardoor de patiënt bijvoorbeeld vaak kampt met urineweginfecties en urine-incontinentie. Daarnaast komen ook andere tekenen mogelijk tot uiting zoals darmproblemen en een hoge bloeddruk. Het syndroom is veroorzaakt door wijzigingen in een gen. De behandeling bestaat uit medicatie en/of een operatie, maar moet wel snel gebeuren om nierfalen te voorkomen. De vooruitzichten zijn tot slot het best bij patiënten met milde tekenen.
Synoniemen van Ochoa-syndroom
Andere namen voor het Ochoa-syndroom zijn:
- gedeeltelijke gezichtsverlamming met urinaire afwijkingen
- het urofaciaal Ochoa-syndroom
- het urofaciaal syndroom (UFS)
- hydronefrose met eigenaardige gezichtsuitdrukking
- hydronefrose-geïnverteerde glimlach
- omgekeerde glimlach en occulte neuropathische blaas
- omgekeerde smile-neurogene blaas
Epidemiologie van urofaciaal syndroom
Ochoa-syndroom is een zeldzaam genetisch syndroom dat wordt gekenmerkt door een combinatie van symptomen die invloed hebben op het gezicht en de urinewegen. Het komt voornamelijk voor bij kinderen en jongvolwassenen, hoewel de precieze prevalentie niet goed is gedocumenteerd. De aandoening is erfelijk en kan in verschillende mate van ernst voorkomen. Het is relatief zeldzaam, en de meeste gevallen worden gediagnosticeerd door genetisch onderzoek en klinische evaluatie.
Oorzaken van afwijkingen aan gezicht en urinewegen
Genetische veranderingen
De uiterst zeldzame ziekte is het resultaat van genetische wijzigingen (mutaties), meer bepaald in het HPSE2-gen. Dit gen is nodig voor de aanmaak van het heparanase 2-eiwit. Anno oktober 2020 is de functie van dit eiwit niet goed bekend. Wanneer wijzigingen optreden in het HPSE2-gen, ontstaan veranderingen in het heparanase-2-eiwit waardoor het eiwit niet meer goed werkt. Het verband tussen HPSE2-genmutaties en de kenmerken van het Ochoa-syndroom is onduidelijk anno oktober 2020. De hersengebieden die de gelaatsuitdrukking en het plassen reguleren liggen dicht bij elkaar. Sommige onderzoekers suggereren dat de genetische veranderingen leiden tot een afwijking in dit hersengebied waardoor mogelijk de symptomen van het Ochoa-syndroom tot uiting komen. Andere onderzoekers geloven dat een defect heparanase 2-eiwit leidt tot problemen met de ontwikkeling van de urinewegen of met de spierfunctie in het gezicht en de blaas.
Er zijn in de medische literatuur ook patiënten met het Ochoa-syndroom gedocumenteerd die geen genetische verandering in het HPSE2-gen hebben. Bij deze patiënten is de oorzaak van de aandoening onbekend.
Overervingspatroon
Beide kopieën van het gen moeten in elke cel wijzigingen hebben opdat het Ochoa-syndroom tot uiting komt (autosomaal recessief overervingspatroon). In de meeste gevallen hebben ouders van patiënten met deze ziekte geen symptomen van de aandoening, al dragen ze wel elk een kopie van de genmutatie.
Risicofactoren
Risicofactoren voor Ochoa-syndroom omvatten een familiale geschiedenis van de aandoening of andere genetische syndromen die vergelijkbare symptomen veroorzaken. De aandoening komt vaker voor in bepaalde etnische groepen of populaties waar de genetische mutaties vaker voorkomen. Genetische tests kunnen helpen bij het identificeren van dragers en het inschatten van het risico voor toekomstige generaties.
Symptomen
Bij het Ochoa-syndroom komen
urineproblemen en abnormale gezichtsuitdrukkingen tot uiting.
Gezicht
Patiënten met het Ochoa-syndroom vertonen een karakteristieke fronsachtige grimas als ze proberen te (glim)
lachen (omgekeerde gelaatsuitdrukking). Hoewel dit kenmerk eerder verschijnt dan de urinewegsymptomen, besteden ouders en artsen meestal weinig aandacht aan de veranderingen aan het
gezicht.
Urinewegen
De urineproblemen die geassocieerd zijn met het Ochoa-syndroom komen meestal tot uiting in de vroege kindertijd of adolescentie. Patiënten met deze aandoening hebben moeite hebben met het regelen van de urinestroom (
urine-incontinentie), wat leidt tot
bedplassen. Patiënten met het Ochoa-syndroom zijn mogelijk niet in staat
de blaas volledig te ledigen (urineretentie). Dit resulteert vaak in
vesicoureterale reflux, een aandoening waarbij de urine terugstroomt in de urineleiders (kanalen die de urine normaal van elke nier naar de blaas dragen). De urine hoopt zich mogelijk eveneens op in de
nieren (
hydronefrose: waternier = verstopping van urine met
pijn). Vesicoureterale reflux en hydronefrose leiden tot frequente urineweginfecties en nierontstekingen (
pyelonefritis), waardoor nierschade ontstaat die uiteindelijk resulteert in
nierfalen.
Andere symptomen
Ongeveer twee op de drie de patiënten met het Ochoa-syndroom ervaart eveneens problemen met de darmfunctie, zoals
constipatie, een
verlies van darmcontrole (fecale incontinentie) of
spierspasmen van de anus. Verder lijden sommige patiënten aan
cryptorchisme (niet-ingedaalde teelballen bij jongens) of een
hoge bloeddruk, en soms hebben ze ook
abnormaal veel dorst (polydipsie).
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van Ochoa-syndroom omvatten aangeboren afwijkingen in het gezicht, zoals afwijkende vorm of positie van de ogen, oren of neus, samen met urinewegproblemen zoals frequent urineren, pijn bij het urineren, of nierafwijkingen. Bij kinderen kan het ook leiden tot terugkerende urineweginfecties of andere nierproblemen. Vroege medische evaluatie is cruciaal voor het beheer en de behandeling van deze symptomen.
Een bloedonderzoek (genetisch onderzoek) is nodig voor het stellen van de diagnose /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Naast een beoordeling van de symptomen, een grondige
medische geschiedenis en een lichamelijk onderzoek, zijn
beeldvormende onderzoeken ook nuttig. Verder spoort een genetisch onderzoek (via een
bloedonderzoek) de genmutatie op die verantwoordelijk is voor de symptomen van het Ochoa-syndroom.
Behandeling van genetische aandoening
De ondersteunende en symptomatische behandeling van het Ochoa-syndroom bestaat uit een combinatie van medicatie en chirurgie. Een snelle behandeling is wel nodig om nierfalen te voorkomen. De arts zet onder andere
antibiotica (terugkerende urineweginfecties),
anticholinergische therapie (om de hyperactiviteit van de blaas te verminderen),
alfablokkers (medicatie voor
hoge bloeddruk) en
pijnstillers in. Dankzij een operatie is het mogelijk om een urinewegobstructie te verhelpen en bepaalde delen van de urinewegen te corrigeren. Soms hebben patiënten ook een tussentijdse urinekatheter nodig. Nierfalen behandelt de arts met dialyse of een niertransplantatie bij de aanwezigheid van ernstige symptomen.
Prognose
De prognose voor Ochoa-syndroom varieert afhankelijk van de ernst van de symptomen en de effectiviteit van de behandeling. Met een juiste medische zorg en behandeling kunnen veel patiënten hun symptomen effectief beheren en een goede levenskwaliteit behouden. Echter, omdat het een chronische aandoening is, kunnen sommige symptomen aanhouden of terugkeren, wat voortdurende medische aandacht vereist.
Complicaties
Complicaties van Ochoa-syndroom kunnen onder meer chronische urineweginfecties, nierproblemen, en esthetische problemen met het gezicht zijn. In ernstige gevallen kunnen de symptomen invloed hebben op de algemene gezondheid en levenskwaliteit van de patiënt. Het is belangrijk om regelmatig medische controle en evaluatie te ondergaan om complicaties tijdig te identificeren en te behandelen.
Preventie
Preventie van Ochoa-syndroom richt zich voornamelijk op genetische expertise voor families met een voorgeschiedenis van de aandoening. Dit kan helpen bij het begrijpen van de erfelijke risico's en het maken van geïnformeerde keuzes over zwangerschap en voortplanting. Vroege diagnose en behandeling kunnen ook helpen bij het beheren van symptomen en het verbeteren van de uitkomst voor patiënten met de aandoening.