Parvovirus B19-infectie: Soorten ziekten door virus
Het parvovirus B19 is een virus dat alleen mensen infecteert. Het virus veroorzaakt de vijfde ziekte (erythema infectiosum) die meestal voorkomt bij jonge kinderen, maar soms ook volwassenen treft. Verder veroorzaakt dit virus een aplastische crisis bij patiënten met bepaalde anemieën (soorten bloedarmoede), hydrops fetalis bij zwangere vrouwen, polyartropathie en papular purpuric gloves and socks syndrome (PPGSS) bij jongvolwassenen. De overdracht van het virus vindt plaats via ademhalingssecreties (hoesten, praten, niezen) en bloedproducten. Als een vrouw zwanger wordt en toevallig besmet raakt, kan het virus ook worden doorgegeven aan haar baby.
Aplastische crisis door parvovirus B19-infectie
Oorzaken
Een aplastische crisis komt tot stand wanneer het lichaam niet genoeg nieuwe rode bloedcellen aanmaakt om de rode bloedcellen die al in het bloed zitten, te vervangen. Normaal gesproken maakt het beenmerg voortdurend nieuwe rode bloedcellen aan. Tijdens een aplastische crisis stopt het beenmerg voor korte tijd met het aanmaken van rode bloedcellen om dan na een tijdje weer nieuwe rode bloedcellen aan te maken. Een infectie met het parvovirus B19 is één van de meest voorkomende oorzaken van deze aplastische crisis.
Risicofactoren
Een aplastische crisis komt mogelijk tot stand bij patiënten met reeds bestaande aandoeningen zoals een verminderde productie van rode bloedcellen zoals een
ijzertekort (ferriprieve anemie) en
thalassemie. Ook komt een aplastische crisis tot uiting bij een verhoogde rode celvernietiging (
sikkelcelanemie,
erfelijke sferocytose, pyruvaatkinase-deficiëntie, glucose-6-fosfaatdehydrogenasedeficiëntie). Voorts zijn ontvangers van een allogene hematopoietische
stamcelceltransplantatie of een vaste orgaantransplantatie en patiënten met
hiv-infectie mogelijk getroffen door een aplastische crisis.

Vermoeidheid treedt mogelijk op bij een aplastische crisis /
Bron: Concord90, Pixabay Symptomen
Koorts,
hoesten,
vermoeidheid en
griepachtige symptomen komen mogelijk tot stand bij patiënten met een aplastische crisis. Zij hebben namelijk ernstige
bloedarmoede. De
hemoglobinewaarden kunnen soms gevaarlijk laag worden tijdens een aplastische crisis.
Behandeling
Patiënten met een aplastische crisis zijn gebaat met
bloedtransfusies.
Erythema infectiosum (vijfde ziekte) door virale infectie met parvovirus
Symptomen
Patiënten met
erythema infectiosum (vijfde ziekte) presenteren zich aanvankelijk met
hoofdpijn,
spierpijn en
koorts.
Roodheid van de huid ontwikkelt zich één tot anderhalve week later. De patiënt heeft hierdoor een 'geslagen wang'-uiterlijk (rode wangen), waarbij het midden van het gezicht gespaard wordt. Volwassenen hebben mogelijk geen
huiduitslag op het
gezicht bij deze infectie. Later treedt een huiduitslag op met vlekken en
bultjes op de huid van de ledematen en in mindere mate van de romp. De huiduitslag houdt één tot drie weken aan. De uitslag verergert mogelijk bij blootstelling aan
stress, inspanning, koude, hitte of zonlicht.
Artritis (gewrichtsontsteking met
pijn,
zwelling en
stijfheid) van de
handen, de
voeten en de knieën komt soms ook tot stand en dan vooral bij volwassenen van het vrouwelijke geslacht. Artritis treedt soms op zonder de huidgerelateerde symptomen. De gewrichtsklachten houden één tot drie weken aan.
Behandeling
Kinderen met erythema infectiosum voelen zich meestal goed tijdens de infectie en hebben geen behandeling nodig. Gewrichtspijnen aanwezig zijn, zet de arts
NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen) in.
Prognose
Erythema infectiosum is meestal mild voor mensen die verder gezond zijn. De virale infectie veroorzaakt echter ernstige complicaties bij patiënten met een
verzwakt immuunsysteem. Bij sommige patiënten leidt een infectie met het parvovirus B19 tot chronische bloedarmoede waarvoor een behandeling nodig is. Nadat een patiënt is geïnfecteerd met erythema infectiosum, wordt immuniteit verkregen waardoor deze patiënt in de toekomst tegen een infectie van dit virus beschermd is.

Een foetale B19-infectie treft zwangere vrouwen /
Bron: PublicDomainPictures, PixabayFoetale B19-infectie
Symptomen
Een geïnfecteerde moeder met het parvovirus B19 kan mogelijk de foetus infecteren. Dit gebeurt vooral voor een zwangerschap van 20 weken. Het virus blokkeert de aanmaak van rode bloedcellen door de foetus, wat leidt tot een ernstige
bloedarmoede, een
doodgeboorte, hydrops en/of een foetale dood. Hydrops duidt op de abnormale ophoping van vocht in twee of meer foetale compartimenten, waaronder
ascites (vochtophoping in de buik),
pleura-effusie (vochtophoping tussen borstvlies en longvlies), pericardiale effusie en huidoedeem. De meeste foetale verliezen treden op in het tweede trimester. Het totale risico op foetaal verlies tijdens de zwangerschap is echter 2% tot 6%. De meeste
baby's van moeders met de infectie zijn asymptomatisch en worden op een volledige termijn geboren.
Behandeling
Moeders met een bevestigde infectie krijgen nauwlettende controles via een
echografie. Indien nodig zijn transfusies aan de foetus nodig.
Papular Purpuric Gloves and Socks Syndrome
Deze aandoening komt meestal voor bij jongvolwassenen, maar doet zich mogelijk op elke leeftijd voor. Een patiënt presenteert zich met
petechiën (kleine rode, vlakke puntbloedingen op huid) en purpura met een scherpe afbakening bij de polsen en enkels. Verder vertonen patiënten symmetrisch
oedeem (zwelling) en erytheem (roodheid) van de handpalmen en voetzolen die zich soms uitstrekken tot de handrug of voetrug. Patiënten klagen mogelijk ook over
brandende gevoelens of een
jeukende huid. In tegenstelling tot erythema infectiosum zijn patiënten
besmettelijk wanneer ze een huiduitslag hebben. Erosies en petechiën kunnen ook optreden in het gehemelte, de keelholte en de tong. Meestal verdwijnt deze aandoening vanzelf zonder verdere gevolgen.

Een bloedonderzoek onthult de aanwezigheid van het virus /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
De arts voert een
bloedonderzoek uit en controleert of het anti-B19 IgM-antilichaam aanwezig is. Als het positief is, duidt dit op een infectie binnen de voorgaande twee tot vier maanden. Het IgG-antilichaam is na één week positief.
Lees verder