Gebroken scheenbeen (tibiafractuur): Symptomen & behandeling
Het onderbeen bestaat uit twee botten: het scheenbeen (tibia) en het kuitbeen (fibula). Het scheenbeen is het grootste van de twee en ondersteunt het grootste deel van het gewicht. Het speelt een belangrijke rol in zowel het kniegewricht als het enkelgewricht. Bij een scheenbeenfractuur (tibiafractuur) treedt er een breuk op in het scheenbeen. Dit type fractuur vereist meestal aanzienlijke kracht om te ontstaan. De patiënt ervaart vaak heftige pijn, zwelling en problemen bij het lopen, hoewel andere symptomen ook kunnen voorkomen. Na de diagnose volgt een behandelingsperiode die kan bestaan uit rust, pijnverlichting, ondersteuning van het scheenbeen en, indien nodig, een operatie en fysiotherapie/revalidatie.
Oorzaken van een scheenbeenfractuur
Een scheenbeenfractuur vereist meestal aanzienlijke kracht om te ontstaan. Dit kan gebeuren door:
Een trauma aan het scheenbeen, zoals een val, verdraaiing, botsing met een motorvoertuig of persoon, sportblessure, of een
schotwond.
In veel gevallen is ook het kleinere bot in het onderbeen, de fibula, gebroken.
Risicofactoren van scheenbeenfracturen
Factoren die de kans op een scheenbeenfractuur kunnen verhogen zijn onder meer:
Soorten scheenbeenfracturen
Scheenbeenfracturen kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden:
Stabiele fractuur: De botfragmenten zijn correct gepositioneerd.
Verplaatste fractuur: De botfragmenten zijn niet in de juiste positie.
Gesloten fractuur: De huid rond de fractuur is intact.
Open fractuur: Het bot doorboort de huid, wat een verhoogd risico op infectie met zich meebrengt.
Symptomen van een scheenbeenfractuur
Een scheenbeenfractuur gaat gepaard met:
Onmiddellijke milde tot ernstige
pijn, die toeneemt bij beweging.
Zwelling,
ontsteking,
blauwe plekken en gevoeligheid van het scheenbeen.
Verminderd bewegingsbereik van de knie of enkel.
Moeite met het lopen, wat kan leiden tot manken.
Onvermogen om gewicht te dragen op het aangetaste been.
Mogelijke misvorming of instabiliteit van het been.
Soms kan er
verlies van gevoel in de voet optreden.
Diagnose en onderzoeken
Bij het stellen van de diagnose zal de arts:
De patiënt ondervragen over symptomen en de oorzaak van het letsel.
Het getroffen gebied lichamelijk onderzoeken.
Beeldvormende onderzoeken aanvragen om een gedetailleerd beeld van de botten van het onderbeen te krijgen. Dit kan een
röntgenfoto, een
CT-scan of een
MRI-scan zijn.
Behandeling van een scheenbeenfractuur
De behandeling hangt af van de ernst van de fractuur en kan bestaan uit:
Rust en mobiliteit
De patiënt moet zijn activiteiten aanpassen terwijl het scheenbeen geneest. Volledige rust is zelden vereist. IJsapplicatie en het omhooghouden van het been kunnen het ongemak en de zwelling verminderen.
Ondersteuning van het scheenbeen
Het gebroken scheenbeen moet worden ondersteund om in een goede positie te blijven tijdens het herstel. Dit kan door gebruik van een spalk, brace, looplaars of gips. Mobiliteitsbeperkingen kunnen worden gecompenseerd met een rollator of krukken.
Herpositioneren van botfragmenten
Sommige breuken vereisen herpositionering van losgekomen botfragmenten. Dit kan zonder chirurgie gebeuren, maar kan
anesthesie vereisen om de pijn te verlichten. In andere gevallen is een operatie noodzakelijk waarbij pennen, schroeven, platen of een staaf worden gebruikt om de botstukken te verbinden en op hun plaats te houden. Gedurende het herstelproces kunnen regelmatige controles nodig zijn om te zorgen dat de breuk correct geneest.
Medicijnen kunnen de pijn verlichten. /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
Vrij verkrijgbare of op doktersvoorschrift verkrijgbare
medicijnen, zoals
ibuprofen, kunnen ontstekingen en pijn verminderen.
Fysiotherapie
Tijdens het herstel kan fysiotherapie worden ingezet om het bewegingsbereik, de kracht en de flexibiliteit van het been te verbeteren. Een fysiotherapeut biedt gerichte oefeningen en revalidatietraining aan om de beenspieren te versterken.
Langetermijnzorg en revalidatie
Na een scheenbeenfractuur is langdurige revalidatie vaak noodzakelijk om volledig herstel te garanderen. Dit kan onder meer bestaan uit:
- Continue fysiotherapie om de mobiliteit en kracht te herstellen.
- Evaluaties om te controleren of er geen complicaties zijn opgetreden, zoals verminderde functie of chronische pijn.
- Aanpassingen in de levensstijl en fysieke activiteit om toekomstige blessures te voorkomen.
Innovaties in de behandeling van scheenbeenfracturen
Recentelijke vooruitgangen in de medische technologie hebben de behandeling van scheenbeenfracturen verbeterd. Innovaties omvatten:
- Geavanceerde fixatietechnieken met behulp van interne fixateurs en biomaterialen.
- Verbeterde technieken voor minimaal invasieve chirurgie, wat leidt tot minder herstel- en operatierisico's.
- Nieuwe benaderingen in fysiotherapie en revalidatie om sneller en effectiever herstel te bevorderen.
Anno augustus 2024 zijn de behandelingsmethoden en revalidatietechnieken voor scheenbeenfracturen continu verbeterd, wat leidt tot betere uitkomsten en een sneller herstel voor patiënten.
Prognose
De genezingstijd van een scheenbeenfractuur varieert afhankelijk van de leeftijd en algemene gezondheid van de patiënt. Kinderen en patiënten in goede gezondheid genezen doorgaans sneller. Over het algemeen duurt het vier tot zes maanden voordat een gebroken scheenbeen volledig genezen is.
Complicaties van scheenbeenfracturen
Bij scheenbeenfracturen kunnen verschillende complicaties optreden, die de hersteltijd kunnen verlengen of de kwaliteit van leven kunnen beïnvloeden:
Infectie
Bij een open fractuur, waarbij het bot door de huid is gebroken, bestaat er een verhoogd risico op infectie. Infecties kunnen leiden tot ernstige complicaties, zoals osteomyelitis (botinfectie) en kunnen de genezing vertragen.
Onjuiste botgenezing
De fractuur kan niet correct genezen, wat kan leiden tot een valse gewrichtsvorming of een scheefgroei van het bot. Dit kan functionele beperkingen veroorzaken en mogelijk verdere chirurgische ingrepen vereisen.
Complicaties door chirurgische ingrepen
Operaties om een scheenbeenfractuur te behandelen kunnen complicaties met zich meebrengen, zoals:
- Infectie van de wond: Na een operatie kunnen infecties optreden bij de incisieplaats.
- Problemen met de implantaten: Pennen, schroeven of platen kunnen verschuiven, breken of afstoten.
- Reacties op anesthesie: Bij sommige patiënten kunnen bijwerkingen optreden door de gebruikte anesthesie.
Langdurige pijn en functionele beperkingen
Zelfs na een succesvolle behandeling kunnen patiënten langdurige pijn of ongemak ervaren. Functionele beperkingen zoals verminderde mobiliteit of kracht kunnen ook aanhouden, wat dagelijkse activiteiten kan beïnvloeden.
Thrombose en embolie
Door immobilisatie van het been tijdens het herstel bestaat er een risico op bloedstolsels, wat kan leiden tot diepe veneuze trombose (DVT) of longembolie. Dit vereist vaak preventieve maatregelen en medicatie om te voorkomen.
Posttraumatische artrose
Na een scheenbeenfractuur kan er schade aan het gewricht ontstaan die later kan leiden tot posttraumatische artrose. Dit kan pijn en stijfheid in het kniegewricht of enkel veroorzaken.
Beperkt bewegingsbereik
Een fractuur kan leiden tot een verminderd bewegingsbereik van de knie of enkel, zelfs na herstel. Dit kan het dagelijkse functioneren beïnvloeden en vereist vaak fysiotherapie om te verbeteren.
Spieratrofie en zwakte
Langdurige immobilisatie van het been kan leiden tot spieratrofie en zwakte, wat extra revalidatie en krachttraining nodig heeft om de normale functie te herstellen.
Door deze complicaties te monitoren en tijdig te behandelen, kan het herstelproces worden geoptimaliseerd en de kans op langdurige problemen worden verminderd.
Preventie van scheenbeenfracturen
Om de kans op een scheenbeenfractuur te verminderen, kunnen de volgende maatregelen helpen:
- Zorg voor een goede botgezondheid door regelmatige lichaamsbeweging en botversterkende oefeningen.
- Gebruik goede veiligheidsuitrusting tijdens sporten of activiteiten die een risico op blessures met zich meebrengen.
- Vermijd valongelukken door veilige omgevingen te creëren en voorzorgsmaatregelen te nemen.