Diabetische gastroparese: Trage maaglediging door diabetes
Diabetes mellitus tast na verloop van tijd vele lichaamsdelen aan, zoals de nervus vagus. Deze zenuw bepaalt hoe snel de maag leegloopt. Wanneer schade ontstaat aan deze zenuw, vertraagt de spijsvertering en blijft voedsel langer in het lichaam dan zou moeten. In medische termen staat deze aandoening bekend als gastroparese. Misselijkheid en braken zijn enkele tekenen van diabetische gastroparese. De behandeling bestaat uit medicatie, een elektrische maagstimulatie, een voedingssonde en voedingsaanpassingen. De vooruitzichten zijn doorgaans beter wanneer de patiënt de bloedsuikerspiegel zo goed mogelijk stabiel houdt. Complicaties komen wel veel voor bij de trage maaglediging, zoals nier- en oogproblemen.
Oorzaken: Schade aan nervus vagus door suikerziekte
Tijdens de normale spijsvertering gebeurt een samentrekking van de
maag zodat voedsel kan worden afgebroken en naar de dunne darm kan gaan. Bij patiënten met gastroparese is de samentrekking van de maag verstoord, waardoor ook de spijsvertering wordt onderbroken. Gastroparese is soms ook het resultaat van suikerziekte omdat suikerziekte de zenuwen zoals de nervus vagus kan aantasten. Dit is een belangrijke zenuw want wanneer deze beschadigd is, werken de spieren in de maag en andere delen van het spijsverteringskanaal niet meer goed. Het voedsel kan dan niet meer zo snel door het spijsverteringsstelsel bewegen.
Risicofactoren van vertraagde maaglediging door diabetes mellitus
Hoewel diabetische
gastroparese vaker tot stand komt bij patiënten met
diabetes mellitus type 1, ervaren patiënten met
diabetes mellitus type 2 soms ook deze complicatie. De meeste patiënten met gastroparese hebben diabetes mellitus gedurende ten minste tien jaar en hebben ook andere diabetescomplicaties. Verder zijn diabetici met een bijkomende
auto-immuunziekte vaker aangetast door gastroparese. Een geschiedenis van bepaalde maag-,
slokdarm- of dunnedarmoperaties en
radiotherapie aan de borst of buik vormen eveneens een risicofactor voor diabetische gastroparese. Vrouwen zijn tot slot vaker dan mannen getroffen door deze diabetescomplicatie.
Symptomen
Volgende mogelijke tekenen komen tot stand bij diabetische gastroparese:
Diagnose en onderzoeken
De arts bevraagt de patiënt over zijn symptomen. Hij voert een lichamelijk onderzoek uit en controleert de bloedsuiker. Ook andere testen zijn mogelijk nodig.
Bariummaaltijd
De patiënt eet een maaltijd met barium in en de arts gebruikt een
röntgenfoto om te kijken hoe lang de patiënt er over doet om het voedsel te verteren. De arts weet dankzij dit onderzoek hoe snel de maag leegloopt.
Bariumsliktest
De patiënt bij een
bariumsliktest drinkt een vloeistof (barium) die de slokdarm, maag en dunne darm bedekt en op röntgenstralen verschijnt.
Bloedonderzoek

Een bloedonderzoek is vaak nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Een
bloedonderzoek onthult eventuele voedingstekorten en
elektrolytenstoornis die vaak optreden bij diabetische gastroparese.
Draadloze motiliteitscapsule
De patiënt slikt dit kleine apparaatje tijdens een maaltijd in. Dit meet de druk, temperatuur en pH (zuurtegraad) van verschillende delen van de
darmen.
Echografie
De arts gebruikt bij een
echografie geluidsgolven om de binnenkant van het lichaam te kunnen zien.
Electrogastrografie
Tijdens een electrogastrografie draagt de patiënt elektroden op de huid om de elektrische activiteit in de maag te meten.
Gastroscopie
De arts plaatst bij een
gastroscopie (
inwendig kijkonderzoek van de maag) een dunne buis (een endoscoop) door de
keel om de binnenkant van de maag te bekijken.
Maag- of dunne darmbiopsie
De arts moet mogelijk een klein stukje weefsel verwijderen (
biopsie) om de diagnose te bevestigen.
Maagmanometrie
De arts plaatst een dunne buis door de mond die naar de maag gaat. Dit buisje meet hoe snel het voedsel verteert.
Radio-isotopen maagledigingsscan
De patiënt eet voedsel dat een radioactieve stof bevat. Daarna gaat hij onder een scanner liggen die de straling detecteert. Als uit de scan blijkt dat meer dan de helft van de maaltijd na 1,5 uur nog in de maag zit, wijst dit op gastroparese.
Behandeling van diabetische gastroparese
Hoewel er anno januari 2020 geen remedie is voor diabetische gastroparese, is het mogelijk om de symptomen onder controle te houden.
Bloedsuiker vaker controleren
Het is belangrijk om de bloedsuikerspiegel op peil te houden. De patiënt moet de bloedsuiker vaker controleren dan patiënten zonder gastroparese.

De arts zet soms medicatie in /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
De arts geeft de patiënt informatie mee wanneer en hoe vaak de patiënt insuline moet gebruiken. Mogelijk moet de patiënt ook stoppen met het gebruik van bepaalde
medicijnen of deze moet veranderen omdat ze mogelijk de gastroparese verergeren. Deze omvatten voornamelijk
antidepressiva, medicijnen voor de behandeling van een hoge bloeddruk en bepaalde diabetesbehandelingen. Voor sommige patiënten met gastroparese zet de arts medicatie in.
Elektrische maagstimulatie
Met een elektrische maagstimulatie stuurt een chirurgisch geïmplanteerd apparaat korte, energiezuinige impulsen naar de maag om de symptomen van misselijkheid en braken te verlichten.
Voedingssonde
In extreme gevallen heeft de patiënt een voedingssonde nodig. Een chirurg plaatst een speciale buis door de buikwand rechtstreeks in de dunne darm. De patiënt eet speciaal gemaakte vloeibare maaltijden door de buis in plaats van voedsel dat door de maag gaat.
Voedingsaanpassingen
Wanneer de patiënt lijdt aan suikerziekte, eet de patiënt best zes kleine maaltijden per dag. De patiënt heeft minder voedsel in de maag, dus hij krijgt niet meer te maken met een vol gevoel. Het is ook gemakkelijker voor het voedsel om het lichaam te verlaten. Vloeistoffen en voedselproducten die gemakkelijk te verteren zijn, zijn een goed idee. Appelmoes verteert bijvoorbeeld makkelijker dan hele
appels. Voedingsmiddelen met veel vet, die de spijsvertering vertragen, zijn geen goed idee. Het verteren van vezels duurt langer en daarom moeten patiënten hiermee oppassen.
Prognose
Patiënten met een trage maaglediging hebben meer ziekenhuisopnames, spoedbezoeken en andere diabetescomplicaties dan diabetici zonder gastroparese. Verder ontstaan bij diabetische patiënten met gastroparese vaker
oogproblemen,
nierproblemen en
hartaandoeningen dan bij patiënten met diabetes zonder een vertraagde maaglediging. Hierdoor komen patiënten sneller te overlijden als gevolg van diabetesgerelateerde oorzaken. Door de bloedsuikerspiegel goed onder controle te houden, vermindert de kans op complicaties.
Complicaties van trage maaglediging
Voedsel dat te lang in de maag blijft, gaat bederven wat leidt een bacteriegroei met infecties tot gevolg. Onverteerd voedsel gaat verharden en een klont vormen, wat in
medische termen bekend staat als een bezoar. Dit blokkeert mogelijk de maag en voorkomt dat het eten in de dunne darm terechtkomt. Gastroparese maakt het moeilijk om suikerziekte onder controle te houden. Wanneer voedsel eindelijk de maag verlaat en de dunne darm binnendringt, gaat de bloedsuiker ook omhoog. Dit vergroot de kans op onder andere
Ook is de bloedsuikerspiegel soms te laag omdat het voedsel soms erg snel wordt gepasseerd. Dit leidt tot onder andere
bewustzijnsverlies, een diabetisch coma,
epileptische aanvallen en zwakte.
Overgeven leidt tot slot mogelijk ook tot dehydratie (uitdroging).
Andere complicaties omvatten:
Lees verder