Heupinklemming: symptomen, oorzaken en behandeling
Heupinklemming, door medici ook wel femoro-acetabulair impingement (FAI) genoemd, is een abnormaal contact tussen heupkom (acetabulum) en bovenbeen (femur) en een veelvoorkomende oorzaak van pijn en ongemak bij jongvolwassenen of mensen van middelbare leeftijd. Het abnormale contact zorgt er ook voor dat het gewricht niet meer zijn normale bewegingsvrijheid kan genieten. Bovendien heeft het vaak ook kraakbeenschade of een labrumscheur tot gevolg en kan het een voorloper van heupartrose zijn.
Soorten heupinklemming
Er zijn twee verschillende vormen van heupimpingement, die apart of samen kunnen voorkomen. In een normaal gewricht vormen de kop van het bovenbeen en de kom van het heupbeen een kogelgewricht zoals in de schouder. Het labrum (ook wel de meniscus van de heup) verbetert de stabiliteit van het gewricht. Bij heupinklemming is deze normale werking gestoord.
CAM
Op het bovenbeen kan er zich botaanwas bevinden dat een heuveltje vormt. Bij bewegingen van het heupgewricht kan deze botaanwas stoten tegen het kraakbeen en het labrum op het heupbeen en zo schade aanrichten. Dit komt meer bij mannen voor met een leeftijd tussen 25 en 35 jaar.
Pincer
Hier bevindt het probleem zich aan het heupbeen. De rand van het heupbeen helt te ver over en laat zo minder plaats voor het bovenbeen bij heupbewegingen, waardoor veelvuldig contact het bovenbeen en tussenliggende structuren kan irriteren of beschadigen. Dit zien we meer terug bij vrouwen en op middelbare leeftijd.
Combinatie van beiden
In 85% van de gevallen zien we een combinatie van beide gevallen (in meer of mindere mate).
Gevolgen
Door herhaaldelijk contact en frictie kan er schade ontstaan aan het labrum, het gewrichtskraakbeen en/of ligamenten die rond het heupgewricht liggen, met pijnklachten en stijfheid tot gevolg. Het kraakbeen kan loskomen en blokkades veroorzaken in het gewricht, terwijl de ligamenten instabiliteitsklachten kunnen geven die al dan niet gepaard gaan met een klikkend geluid.
Symptomen
Pijn
Pijn is de meest voorkomende klacht en dit vooral aan de heup of diep in de lies. Verder kan het ook lage rugpijn, pijn in de bil of dij veroorzaken. In een gevorderde fase kunnen er ook typische pijnsymptomen optreden die passen bij het beeld van coxartrose, zoals uitstraling tot aan de knie en ochtendpijn.
Bewegingsbeperking
Patiënten geven vooral klachten aan bij diepe buig- of draaibewegingen van de heup. Sporten zoals hockey, voetbal, paardrijden, hordelopen, fitness en waterpolo komen vaak naar voren.
Problemen met bepaalde activiteiten
In de eerste fase komen de klachten vooral voor tijdens het sporten. Later kan de pijn ook optreden bij:
- Langdurig stilzitten (bijvoorbeeld in de auto of op het vliegtuig)
- Wandelen/lopen
- Stijgen op de trap
- Aan- of uittrekken van de schoenen/kousen
Typische activiteiten waarbij de heup diep en/of herhaaldelijk gebogen dient te worden.
Geluiden & blokkages
Door veelvuldig contact kunnen er stukjes kraakbeen vrijkomen (ook wel gewrichtsmuis genoemd) die de normale beweging in het gewricht kunnen blokkeren. Gekwetste ligamenten kunnen over botstructuren schuren en zo als een elastiekje geluiden als klikken en "snapping" veroorzaken.
Oorzaken
Er is nog niet zoveel gekend over de mogelijke oorzaak van heupinklemming. Wel gaat men ervan uit dat men vaak niet naar één factor met de vinger kan wijzen, maar er verschillende oorzaken zijn die op elkaar inspelen.
Intrinsieke factoren
Er is wetenschappelijk bewijs dat heupinklemming vaker voorkomt bij broers of zussen van hen die aan deze aandoening lijden. Ook is er sprake van een verschillend voorkomen van de aandoening bij vrouwen versus mannen.
Bepaalde sporten tijdens de adolescentie
Veelvuldig en doorgedreven buigen en roteren van de heup tijdens het sporten is een belangrijke risicofactor. Zo vindt men vaak voetbal, basketbal, ballet of gevechtssporten terug in de voorgeschiedenis.
Heupaandoeningen in de voorgeschiedenis
Mensen die in hun kindertijd een specifieke heupaandoening als epifysiolyse of Legg-Calvé-Perthes hebben doorgemaakt, hebben vaak een andere morfologie in de heup die zich makkelijker kan ontwikkelen tot een heupinklemming.
Complicatie na een heupfractuur en/of chirurgie
Na een fractuur kan er een gebrekkige natuurlijke genezing optreden waardoor de botstukken niet meer mooi op elkaar passen. Ook kan er een chirurgische overcorrectie optreden waarbij er zich een pincer ontwikkelt.
Diagnose
Er is geen alleenstaand klinisch of radiografisch teken dat een sluitende diagnose van heupinklemming kan geven. Mensen kunnen op medische beelden tekenen vertonen van CAM en/of pincer, zonder dat ze daar ooit klachten van zullen ondervinden. De typische pijnlijke bewegingen kunnen dan weer voorkomen bij tal van andere aandoeningen. Daardoor is een combinatie van verschillende klinische tekenen, de juiste voorgeschiedenis en medische beeldvorming nodig om tot de juiste diagnose te komen.
Anamnese
Hier bevraagt de huisarts of specialist de typische symptomen die voorkomen bij heupimpingement. De klachten en de bijbehorende activiteiten worden hier uitgevraagd. Ook kan de arts vragen naar heupaandoeningen in de voorgeschiedenis en erfelijke factoren. Indien uit dit vraaggesprek tekenen van heupimpingement naar voor komen, kunnen er klinische tests volgen.
C-sign
Wanneer gevraagd wordt waar de patiënt zijn pijn het meeste voelt, grijpt deze vaak met duim en wijsvinger in de vorm van een "C" naar de buitenkant/voorkant van de heup. Dit kan wijzen naar een aandoeningen in het gewricht (in tegenstelling tot erbuiten), wat dan weer een mogelijk teken van heupimpingement is.
FADIR-test
Tijdens deze test wordt pijn uitgelokt door het uitvoeren van een doorgedreven buig- en draaibeweging (Flexie-ADductie- Interne Rotatie = FADIR) van de heup door de examinator, terwijl de patiënt op de rug op tafel ligt. Hierbij komen de structuren vooraan de heup onder druk en kan een impingement uitgelokt worden, wat de typische klachten geeft. Deze test is vaak positief, ook bij mensen die niet aan een heupinklemming lijden.
Krachttests
Er is matig bewijs dat patiënten met deze aandoening een verminderde kracht hebben in hun heupbuigers en -adductoren (de spieren aan de buitenkant van de heup/dij). Squats op één been, trappenlopen of krachttests tegen weerstand van de examinator kunnen deze krachtvermindering opsporen.
Medische beeldvorming
Wanneer er verschillende klinische en anamnestische tekenen voor heupinklemming voorhanden zijn, kan radiografisch onderzoek verder uitsluitsel geven. In eerste instantie kan dit via röntgenfoto's. Als een meer uitgebreid beeld van de morfologie van het gewricht nodig is, maakt men gebruik van een CT-scan of MRA/MRI.
Behandelingen
Er is geen kant-en-klare oplossing voor deze aandoening. Afhankelijk van het klinische beeld, het activiteitsniveau en de voorkeuren van de patiënt, zijn er verschillende opties mogelijk.
Conservatief
Dit kan zelfstandig met advies van de huisarts, of met hulp van een fysiotherapeut. Zo kan er gekeken worden naar de dagelijkse activiteiten van de patiënt, om zo uitlokkende factoren te bepalen en deze tijdelijk te vermijden om vervolgens stelselmatig weer op te bouwen. Door specifieke oefentherapie kunnen krachtverlies, stijfheid, instabiliteit en coördinatieproblemen verholpen worden, zodat inklemming minder optreedt. Op korte termijn kunnen ontstekingsremmers (NSAID's) soelaas bieden. Een laatste mogelijkheid voor men naar een operatie kijkt is een infiltratie in het heupgewricht met cortisone of hyaluronzuur.
Operatief
Wanneer een conservatief beleid faalt, kan er via een kijkoperatie (arthroscopie) getracht worden de pasvorm van heupkop en -kom te verbeteren. Dit door eventueel overtollig bot en gewrichtsmuizen te verwijderen en/of labrumletsels te herstellen. Complicaties zijn uitzonderlijk, maar komen vaker voor bij ouderen, vrouwen en patiënten die reeds lang klachten hebben. In een gevorderde fase van de aandoening, waarbij uitgebreid kraakbeenletsel opgetreden is en men dus ook van coxartrose spreekt, kan ook een (totale) heupprothese nodig zijn.
Prognose
Al zijn er aanwijzingen dat de kans groot is dat de klachten zullen verergeren indien er geen actie ondernomen wordt, keren vele patiënten met de juiste hulp wel terug naar hun oude activiteitenniveau zonder (of met nauwelijks) klachten.