Hypertensie: fysiologie
Hypertensie komt voor bij 27% van de mensen tussen de 20 en 69 jaar. Hoewel de mensen vaak niets van de te hoge bloeddruk merken, is het van belang om de, vaak chronische, aandoening te behandelen. De conditie van het hart en het bloedvatenstelsel verslechtert namelijk door de te hoge bloeddruk, wat ernstige gevolgen kan hebben.
Fysiologie
De bloeddruk wordt geregeld door een drietal factoren, deze moeten met elkaar in verhouding zijn om de bloeddruk goed te kunnen regelen. Het gaat hier om de verhouding tussen het hartvolume (de hoeveelheid bloed die per tijdseenheid het bloedvaten stelsel binnen stroomt in bijvoorbeeld ml/min), de weerstand die de bloedvaten aan de bloedstroom bieden (ook wel perifere weerstand genoemd, deze weerstand is afhankelijk van de viscositeit van het bloed en de lengte en diameter van de vaten) en de rekbaarheid van de wanden aorta en de vertakkingen hiervan, die de hoogte van de bloeddruk bepaalt.
Hypertensie (hoge bloeddruk) kan veroorzaakt worden door een toegenomen hartvolume en door een verhoogde weerstand van de bloedvaten.
Het hart
Bij een plaatselijke verhoging van de bloeddruk (geïsoleerde verhoging) kan men denken aan een vergroting van het slagvolume en aan een verminderde rekbaarheid van de grote slagaderen.
Het hartvolume wordt bepaald door twee factoren namelijk de vulling van het bloedvatenstelsel, hoe meer bloed er in de vaten zit, hoe hoger de druk is en het aantal hartslagen en de kracht waarmee het hart samentrekt. Deze tweede factor wordt geregeld door impulsen van het autonome zenuwstelsel. Het autonome zenuwstelsel zendt zowel exciterende als inhiberende signalen naar de hartspier. De exciterende signalen worden aangevoerd door het adrenerge systeem. Dit zijn sympathische neurotransmitters zoals noradrenaline en exciterende stoffen als adrenaline en dopamine. Inhiberende signalen komen via het parasympathische zenuwstelsel binnen en worden voornamelijk veroorzaakt door de neurotransmitter acetylcholine.
Ook de weerstand van de bloedvaten wordt geregeld door het sympathische zenuwstelsel. Stimulering hiervan zorgt voor de afgifte van een exciterende neurotransmitter noradrenaline aan het zenuwuiteinde op de bloedvaten. Dit resulteert in de samentrekking van de bloedvaten in verscheidene weefsels. Het nauwer worden van bloedvaten zorgt voor grotere weerstand voor het bloed en een hogere bloeddruk.
Het zenuwstelsel
De mate van activeren van het sympathische- en het parasympatische zenuwstelsel wordt grotendeels geregeld vanuit bepaalde kernen in het centrale zenuwstelsel. De informatie voor deze kernen wordt geleverd door baro-receptoren in het bloedvatenstelsel. Door stimulatie van hoge bloeddrukreceptoren nemen de signalen van het parasympatische zenuwstelsel naar de bloedvaten en het hart af. De effecten van de sypmpathicus komen, zoals al eerder is aangegeven, door de neurotransmitter noradrenaline. De afgifte van noradrenaline is niet alleen afhankelijk van de stimulatie van de zenuw. De afgifte is ook afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal presynaptische receptoren. Stimulatie van zo’n receptor remt de afgifte van noradrenaline. Stimulatie van de receptoren door adrenaline stimuleert juist weer de afgifte van noradrenaline. Stimulatie van postsynaptische receptoren kan zowel regulatie van de vaatspanning als de afgifte van hormonen tot gevolg hebben.
RAAS-pathway
De weerstand van de bloedvaten wordt ook geregeld door, de sterk vaatvernauwende stof, angiotensine II. Angiotensine II ontstaat onder invloed van een reeks van enzymeffecten. Renine is het belangrijkste enzym. Dit wordt in de nier geproduceerd door de juxtaglomerulaire cellen. De uitscheiding van renine wordt beïnvloed door baro-receptoren (in de aanvoerende bloedvaten naar de kapsels van Bowman,) die de intrarenale bloeddruk meten, door de cellen van de macula densa, door adrenerge stimulatie van receptoren op het juxtaglomerulaire apparaat.
Angiotensine II heeft niet alleen directe vasoconstrictie tot gevolg. Het speelt indirect ook een belangrijke rol bij de reabsorptie van water. Angiotensine II stimuleert namelijk de afgifte van aldosteron door de zona glomerulosa van de bijnierschors. Aldosteron bevordert de reabsorptie van natrium in de distale tubulus; daardoor zal onder andere via stimulering van het antidiuretisch hormoon de retentie van water toenemen. Reabsorptie van water zorgt voor een groter bloedvolume en hierdoor voor een hogere bloeddruk.
© 2008 - 2024 Baasb, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Alles over de bloeddrukHet hart perst het bloed door de bloedvaten en veroorzaakt daardoor druk. Daardoor kan het bloed naar alle lichaamgedeel…
Voeding en hoge bloeddrukHeb je wel eens last van een hoge bloeddruk? En weet je er geen blijf mee? In onderstaand artikel vind je er nuttig info…
Pulmonale hypertensieDe Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft aan het VU medisch centrum een Vidi-subsidie toegekend…
Hypertensie: PathologieHet gevaar van hypertensie zit hem in het feit dat mensen die lijden aan hypertensie eigenlijk geen echte gezondheidskla…
Prikkelbare darmsyndroom (PDS)Het prikkelbare darmsyndroom is een aandoening van het spijsverteringskanaal die veel voor komt. Een andere veelgebruikt…