Knoflookdragees, hoe worden ze gemaakt?
Dat knoflook voor de gezondheid, en meer bepaald voor de bloedvaten, van groot belang is, zou geen dokter meer mogen ontkennen. We moeten dus allemaal verse look leren gebruiken, toch kan het ook nuttig zijn om af en toe een kuur met knoflookpreparaten te doen. Maar hoe worden die dragees en tabletten gemaakt?
De teelt van knoflook voor medisch gebruik.
De knoflook, Allium sativum, voor de aanmaak van dragees, wordt in Centraal-China gekweekt. De planten worden elk jaar opnieuw in dezelfde streek, in dezelfde bodem en in dezelfde klimatologische omstandigheden geteeld. Op die manier kan ervoor worden gezorgd dat de samenstelling van het rauwe look, en met name het alliïne-gehalte, jaar na jaar aan de strengste kwaliteitseisen blijven beantwoorden. In Centraal-China worden er geen pesticiden of kunstmest in de lookteelt gebruikt. De knoflook wordt elk jaar tussen eind mei en midden juni geoogst. Voor de gemiddelde jaarproductie van dragees is er ongeveer 1.500 ton verse look vereist. De eerste controles op het alliïne-gehalte worden ter plaatse op een representatief aantal productmonsters uitgevoerd. Enkel wanneer het gehalte hoog genoeg wordt bevonden, wordt de look voor verdere verwerking vrijgegeven.
Productie van lookpoeder
Na de oogst worden lookbolletjes gepeld en gewassen. De lookteentjes worden daarna in schijfjes gesneden die gedurende verschillende uren aan een warme luchtstroom van 50 tot 60°C worden blootgesteld. Het is van het grootste belang dat deze schijfjes een optimale dikte hebben, enerzijds om de omzetting van allicine door geactiveerde alliïnase tot een minimum te beperken, anderzijds om een gelijkmatig en stabiel drogingsproces te verzekeren.
Elke partij gedroogde lookschijfjes of "vlokken" wordt daarna opnieuw op de hoeveelheid vrijgekomen allicine gecontroleerd. De goedgekeurde partijen worden dan gemalen, het lookpoeder wordt gezeefd en tenslotte wordt er een laatste controle op de vrijgekomen allicine uitgevoerd vóórdat het poeder in lucht- en waterdichte aluminiumzakken naar Europa wordt verzonden.
Productie van de lookdragees.
Tijdens het produktieproces van dragees wordt het lookpoeder met een aantal niet-actieve tabletteerstoffen vermengd en daarna tot een compacte kern samengedrukt. Enkel een rechtstreeks tabletteer-procédé, d.w.z. zonder toevoeging van water of organische oplosmiddelen, biedt de garantie dat er geen actieve bestanddelen tijdens het produktieproces verloren gaan. De kernen worden daarna met een dunne laag bedekt die hen tegen vocht moet beschermen en ongewenste geurvorming moet vermijden. Vervolgens wordt een laag van verschillende koolhydraten rond de kernen aangebracht. Voor diabetici is het belangrijk om weten dat de koolhydraten die hiervoor worden aangewend, per dragee minder dan 0,01 dieet-eenheid vertegenwoordigen. De dragees die volgens dit procédé worden aangemaakt, blijven gedurende zo’n 14 jaar chemisch stabiel en laten tijdens die periode niet het geringste verlies aan actieve bestanddelen optekenen.
Vóór het inpakken worden de dragees andermaal gecontroleerd waarbij ook een laatste meting van de allicine wordt uitgevoerd. Deze strenge produktie- en controleprocedures zorgen ervoor dat elke partij op precies dezelfde manier wordt vervaardigd en dat elke dragee een alliïne-gehalte van minimaal 1,3% bezit, wat met een allicine-vrijgave van 0,6% overeenstemt.
Kwaliteitscontrole van lookpoeder.
Kwaliteitswaarborg
Bij de produktie van dragees op basis van lookpoeder mag de kwaliteitswaarborg niet beperkt blijven tot een analyse van alliïne. Zo moet ook worden nagegaan of er voldoende actieve alliïnase (enzym) voor de vrijgave van allicine aanwezig is.
Voor de rechtstreekse meting van het alliïne-gehalte en de hoeveelheid vrijgekomen allicine worden moderne chromatografische procédés gebruikt. Het alliïne-gehalte wordt met behulp van het HPLC-procédé (High Pressure Liquid Chromatography) vastgesteld terwijl de hoeveelheid vrijgekomen allicine met behulp van HPLC of gaschromatografie wordt bepaald.
Standaardisatie van look
De kwaliteit van een modern lookpreparaat is niet alleen afhankelijk van een hoog alliïne-gehalte en actieve alliïnase. Het is ook belangrijk dat elke dragee dezelfde hoeveelheid allicine vrijgeeft. Aangezien één allicinemolecule chemisch uit twee alliïnemoleculen wordt gevormd, moet de numerieke waarde van de allicine-concentratie ongeveer de helft van de numerieke waarde van de gespecificeerde hoeveelheid alliïne bedragen.
Bijwerkingen van knoflook.
Tot dusver werden er geen neveneffecten van lookdragees gerapporteerd. Hoogst uitzonderlijk werd er melding gemaakt van lichte allergische reacties, hoofdzakelijk in de vorm van huidirritaties die dan nog enkel optraden na verschillende weken van inneming of na een langdurige blootstelling aan verse look of lookproducten.
In enkele zeldzame gevallen werden er ook maag- en darmklachten gerapporteerd.In alle beschreven gevallen waren deze klachten dosisgebonden. Patiënten met een "gevoelige maag" zouden bijgevolg, indien nodig, de dosering moeten verminderen. Als een gevolg van het vaatverwijdend effect bestaat er een theoretisch risico van orthostatische reacties in de bloeddruk. Dergelijke reacties werden tot dusver echter nog niet vastgesteld na gebruik van lookdragees.
Geur van knoflook.
Volgens de momenteel beschikbare informatie is er een nauwe correlatie tussen de doelmatigheid van lookingrediënten en de typische lookgeur. Deze geurvorming is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de zwavelhoudende metabolieten die in allicine voorkomen. Na het eten van vers look is deze typische geur onmiddelijk in de mondholte waarneembaar, in een tweede fase wordt deze geur ook via de adem en de zweetklieren van de huid verspreid.
Lookdragees zijn volstrekt geurloos aangezien de tabletten volledig worden ingeslikt en de actieve bestanddelen voor het eerst, en op een gecontroleerde manier, in het maag- en darmkanaal vrijkomen. In klinische studies werd slechts uiterst sporadisch een ontwikkeling van lookgeur na de inname van lookdragees vastgesteld. Deze vaststelling beperkte zich voornamelijk tot patiënten van wie het lichaamsgewicht aanzienlijk minder dan 70kg bedroeg. Bij deze patiënten treedt immers een verhoogde stapeling van zwavelverbindingen op. Dit probleem kan in de meeste gevallen worden verholpen door de dagelijkse dosis te verlagen.
© 2009 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Knoflook tegen vermoeidheidKnoflook (Allium sativum) is een kruid dat in veel landen voornamelijk als voedingsmiddel wordt gebruikt, toch is dat ge…
Netelroos (urticaria)Urticaria (netelroos) zijn bultjes (soms groter) die ontzettend jeuken en overal op de huid voor kunnen komen. Ze ontwik…
Bronnen en referenties
- Herba. Vakblad van de Herboristen Vereniging.www.herboristen.be
KruidMail Allium sativum. Maurice Godefridi. Uitgave Herbarius