Prostaatkanker (prostaatcarcinoom): symptomen en behandeling
Prostaatkanker is kanker die optreedt in de prostaat. De prostaat of voorstanderklier is een kleine walnootvormige klier bij mannen die de zaadvloeistof produceert die sperma voedt en transporteert. Prostaatkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 13.000 mannen prostaatkanker. Het is ten onzent, maar ook wereldwijd, de tweede meest dodelijke kanker. In het beginstadium van prostaatkanker hebben de meeste mannen nog weinig tot geen klachten of symptomen. Sommige mannen ervaren problemen bij het plassen, zoals vaak/veel plassen, moeite met plassen, pijn en een branderig gevoel bij het plassen, nadruppelen en/of een zwakke of onderbroken straal en/of het gevoel dat de blaas na plassen niet leeg is. Welke behandeling voor prostaatkanker het beste is, is afhankelijk van verschillende factoren.
De prostaat
De
prostaat is een klier die alleen in het mannelijke lichaam voorkomt. De
prostaat bestaat uit klierbuisjes die prostaatvocht produceren. Bij een zaadlozing worden de zaadcellen met het prostaatvocht getransporteerd naar buiten via de plasbuis. Dit vocht houdt de zaadjes in leven tijdens hun tocht in de
vagina.
De prostaat heeft de vorm van en is ongeveer zo groot als een kastanje. Hij bevindt zich onder de blaas, grenst aan de endeldarm en ligt rond het begin van de urethra (de plasbuis). De prostaat kan vrij eenvoudig rectaal onderzocht worden; de arts brengt in dat geval de vinger in de aars en onderzoekt de prostaat op onregelmatigheden (zie afbeelding).
Wat is kanker?
Vorming van een tumor
Het menselijke lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Er vindt doorlopend celverlies en celaanmaak plaats. Celaanmaak vindt plaats door celdeling. Door dit proces worden verouderde en beschadigde cellen vervangen door nieuwe. Normaalgesproken bestaat er een evenwicht tussen celaanmaak en celverlies. Dit evenwicht kan verstoord worden door toeval (er kan wel eens wat misgaan in de celdeling) of door externe invloeden als roken of overmatige blootstelling aan zonnestralen/UV-stralen. Bij een verstoring worden er meer cellen gevormd dan verloren gaan, met als gevolg dat er een gezwel of tumor ontstaat.
Goedaardige en kwaadaardige tumoren
Een tumor of gezwel kan goed- of kwaadaardig zijn. Men spreekt alleen bij kwaadaardige tumoren van kanker. Niet alle vormen van kanker doen zich voor als een tastbaar gezwel, denk bijvoorbeeld aan bloedkanker of leukemie. Tussen goedaardige en kwaadaardige gezwellen bestaan duidelijk van elkaar te onderscheiden verschillen. De groeiwijze van een kwaadaardig gezwel is infiltratief, dat wil zeggen dat de tumorcellen penetreren (binnendringen) buiten het weefselgebied waarin ze zijn ontstaan: ze penetreren in andere weefsels en organen en gaan daar ook groeien. Kankercellen kunnen ook via de bloedbaan of lymfeklieren naar andere plaatsen in het lichaam overgebracht worden en daar verder groeien. Dit heeft uitzaaiing of metastase. De groeisnelheid van een kwaadaardig gezwel is hoog ten opzichte van een goedaardig gezwel. Een goedaardig gezwel is niet infiltratief en penetreert geen ander weefsel. Ook verspreidt het zich niet door het lichaam. Een voorbeeld van een goedaardig gezwel is een wrat.
Symptomen van prostaatkanker
Verschijnselen
Bij prostaatkanker ontstaat in 95% van de gevallen een gezwel in de cellen van de klierbuisjes van de prostaat. Het betreft dikwijls een langzaam groeiende tumor die door zijn ligging – meestal aan de buitenste rand van de prostaat waar het geen andere organen in de weg zit – in veel gevallen aanvankelijk geen klachten geeft. Soms treden de volgende verschijnselen en symptomen op bij prostaatkanker:
- vaker moeten plassen, de klok rond;
- moeite met plassen;
- pijn of een branderig gevoel bij het plassen;
- nadruppelen en/of een zwakke of onderbroken straal;
- troebele of bloederige urine of sperma.
Deze symptomen kunnen echter ook een gevolg zijn van een
goedaardige vergroting van de prostaat of van een
urineweginfectie. Raadpleeg je huisarts als je één van deze klachten hebt.
Langzaam groeiende kanker
Prostaatkanker is over het algemeen een langzaam groeiende kankersoort. Bij ongeveer een derde van de patiënten blijkt de tumor zelfs helemaal niet of nauwelijks te groeien en ook geen klachten te veroorzaken. Veel mannen komen er zelfs nooit achter dat ze prostaatkanker hebben en overlijden aan een andere oorzaak. Anders wordt het wanneer er uitzaaiingen zijn die meestal vrij laat optreden. De uitzaaiingen vinden in veel gevallen plaats in het skelet, in het bijzonder in het bekken en de (lumbale, d.w.z. tot de onderrug behorende) wervelkolom. Uitzaaiingen naar andere delen zijn zeldzaam.
Hoe vaak komt het voor?
In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 13.000 mannen prostaatkanker (peiljaar: 2023). Van hen
sterven er iets meer dan 4.000 aan de ziekte. Het is in Nederland, maar ook wereldwijd, de tweede meest dodelijke
kanker.
Circa 75% van de mannen bij wie prostaatkanker wordt vastgesteld, is 65 jaar of ouder. Prostaatkanker is vooral een ziekte van oudere mannen; het aantal gevallen neemt toe, met het stijgen van de leeftijd. Bij mannen jonger dan 40 jaar wordt prostaatkanker uiterst zelden aangetroffen. Bij obductie (inwendig onderzoek op een overleden persoon) van mannen ouder dan 80 jaar wordt prostaatkanker in 80-100% van de gevallen aangetroffen. Hieruit blijkt dat veel mannen met prostaatkanker aan andere oorzaken overlijden. In Nederland sterven jaarlijks circa 3.000 mannen aan prostaatkanker.
Hoe ontstaat een prostaatcarcinoom?
Oorzaken
Het is anno 2024 nog steeds niet duidelijk hoe prostaatkanker ontstaat. Volgens de laatste wetenschappelijke stand van zaken spelen hormonale, maar eveneens milieufactoren en het voedingspatroon een rol in het ontstaan van prostaatkanker.[1]
Risicofactoren
Er zijn een aantal risicofactoren die de kans op het krijgen van prostaatkanker kunnen vergroten. Ten eerste is het zo dat met het stijgen der jaren, de kans op prostaatkanker toeneemt, zoals beschreven in de vorige paragraaf. Ook kan er sprake zijn van een erfelijke aanleg. Circa 5 tot 10% van alle mannen met prostaatkanker heeft deze ziekte ontwikkelt als gevolg van een erfelijke aanleg. In gevallen dat er sprake is van aanleg, bevindt zich in de lichaamscellen een bepaald eiwit (gen) die samenhangt met de ontwikkeling van prostaatkanker. Er is mogelijk sprake van erfelijke aanleg indien:
- bij drie of meer familieleden prostaatkanker voorkomt;
- prostaatkanker is vastgesteld bij ten minste twee eerstegraads verwanten voor hun 55e levensjaar.
Raadpleeg in dat geval je huisarts. Het kan zijn dat hij adviseert om vanaf je 50e periodiek een controle uit te voeren.
Afname van bloed voor onderzoek /
Bron: Istock.com/JovanmandicOnderzoek en diagnose
De diagnostiek van prostaatkanker kan aan de hand van vier verschillende soorten onderzoek plaatsvinden:
- rectaal onderzoek;
- PSA-test (bloedonderzoek);
- transrectale echografie;
- biopsie.
Rectaal onderzoek en meten van de PSA-waarden
Bij het vermoeden van prostaatkanker kan je huisarts overgaan tot de eerste of de eerste twee onderzoeken. Het eerste onderzoek wordt ook wel rectaal toucher genoemd. De huisarts voelt met zijn vinger via je
anus of de prostaat afwijkingen vertoont. Dit wordt doorgaans ervaren als onprettig, maar niet pijnlijk. De huisarts kan besluiten tot bloedonderzoek; de zogeheten
PSA-test. PSA staat voor Prostaat Specifiek Antigeen en is een eiwit dat alleen in de prostaat wordt gefabriceerd. Een verhoging van het PSA-gehalte in het bloed kan duiden op prostaatkanker. Indien het rectaal onderzoek een abnormale bevinding geeft, of indien het PSA hoger is dan de maximale richtwaarde voor de leeftijdsgroep, dan zal de patiënt door de huisarts verwezen worden naar de uroloog. Die zal vervolgens beslissen of er aanvullende testen moeten worden uitgevoerd, zoals transrectale echografie of biopsie.
Naarmate een man ouder wordt stijgt de PSA-waarde. Op het ogenblik houdt men de volgende maximale waarden per leeftijdsgroep aan. Een hogere PSA kan wijzen op prostaatkanker, maar ook op een goedaardige prostaatvergroting of
prostatitis (ontsteking van de prostaat).
Leeftijd | PSA-waarde |
40 tot 49 jaar | 2,5 |
50 tot 59 jaar | 3,5 |
60 tot 69 jaar | 4,5 |
70 tot 79 jaar | 6,5 |
PSA-test /
Bron: Istock.com/jarun011PSA-waarden die liggen tussen 4 en 10 wordt wel het 'grijze gebied' genoemd. Dat komt omdat de PSA niet alleen afhankelijk is van de leeftijd van de man, maar ook van de grootte van de prostaat op het moment van de meting. Bij minder dan de helft van de
goedaardige prostaatvergrotingen, is het PSA-gehalte in het bloed verhoogd. Het PSA-gehalte in het bloed kan bij een prostaatvergroting in sommige gevallen stijgen tot 10. Waarden in het grijze gebied vormen dus een aanwijzing, maar zijn beslist geen bewijs voor het bestaan van prostaatkanker. Voorts zij opgemerkt dat er bepaalde soorten agressieve prostaatkanker bestaan waarbij PSA-waarden voorkomen die duidelijk onder de 4 liggen.
Transrectale echografie
Bij transrectale echografie, wordt via je anus een echosonde tot aan de prostaat ingebracht. Dit instrument zendt geluidsgolven uit waarmee de prostaat zichtbaar wordt op een beeldscherm (zie afbeelding). De uroloog kan zo bekijken of er afwijkingen aan de prostaat zijn. De plaats en de grootte van de tumor kan middels dit onderzoek vastgesteld worden. Ook dit onderzoek is niet pijnlijk, maar wordt door vele mensen wel als onprettig ervaren.
Biopsie
Tot slot kan de uroloog beslissen dat er een biopsie moet plaatsvinden. Dit kan gelijktijdig met de echografie gebeuren. Via de echosonde wordt een naald aangebracht tot aan de prostaat en de uroloog haalt stukjes weefsel (biopten) weg op verschillende plaatsen van de prostaat voor nader onderzoek. In het pathologisch laboratorium wordt het weefsel onderzocht en kan er vastgesteld worden of er sprake is van een goedaardig of kwaadaardig gezwel. Als er sprake is van een kwaadaardig gezwel (kanker), dan wordt ook de mate van kwaadaardigheid (agressiviteit) bepaald. Dit gebeurt via de zogeheten Gleason-score. De patholoog beoordeelt de tumorcellen op twee plaatsen met een getal van 1 tot 5. De som van deze twee beoordelingen wordt de Gleason-score genoemd en is minimaal 2 en maximaal 10. Hoe minder de tumorcellen lijken op normaal prostaatweefsel des te hoger de score. Bij een hoge score is de kans op uitzaaiingen groter. De Gleason-score speelt een rol bij de keuze van de behandeling.
Nader onderzoek
Is eenmaal vastgesteld dat er sprake is van prostaatkanker, dan is nader onderzoek nodig om vast te stellen hoe uitgebreid de tumor is en of er sprake is van uitzaaiingen. De volgende onderzoeken behoren tot de mogelijkheden:
- computertomografie, afgekort CT: onderzoek waarmee met radiografische straling of röntgenstraling een foto van de doorsnede van een lichaamsdeel gemaakt wordt;
- Magnetic Resonance Imaging (MRI): door middel van een magneetveld in combinatie met radiogolven worden 'dwars- of lengtedoorsneden' van het lichaam gemaakt zodat eventuele uitzaaiingen opgespoord kunnen worden;
- lymfeklierdissectie: hierbij verwijdert de arts lymfeklieren uit de onderbuik, in de buurt van de prostaat;
- skeletscintigrafie: een botscan door een licht radioactieve vloeistof in de bloedbaan te spuiten en röntgenfoto's van het skelet te maken, teneinde vast te stellen of er uitzaaiingen in de botten zijn.
Behandeling van prostaatkanker
Behandeling is afhankelijk van het stadium
Afhankelijk van de stadiëring, dat wil zeggen de mate waarin de kanker zich ontwikkeld heeft, wordt bepaald welke behandeling geïndiceerd is. De verschillende stadia worden bepaald door de volgende factoren:
- de omvang en de plaats van de tumor;
- de mate van doorgroei van de tumor in het omringend weefsel (zoals het prostaatkapsel);
- de aanwezigheid van uitzaaiingen naar lymfeklieren in de buurt van de prostaat;
- de aanwezigheid van uitzaaiingen naar lymfeklieren op grotere afstand;
- de aanwezigheid van uitzaaiingen in het bot;
- de aanwezigheid van uitzaaiingen in andere gebieden, zoals lever en long.
Curatieve en palliatieve behandeling
Er zijn verscheidene behandelmogelijkheden, afhankelijk van de stadiëring, de PSA-waarde en de leeftijd van de patiënt. Er worden twee doelen onderscheiden:
- curatieve behandeling;
- palliatieve behandeling.
Een behandeling gericht op genezing heet een curatieve behandeling. Dit is alleen mogelijk indien er geen uitzaaiingen geconstateerd zijn. Als er geen uitzaaiingen zijn gevonden, zijn er twee behandelingen mogelijk: radicale prostatectomie en uitwendige radiotherapie (zie hieronder). Van prostaatkanker met uitzaaiingen is geen genezing mogelijk.[2] De behandeling zal in die gevallen palliatief zijn, dat wil zeggen gericht op het verminderen van klachten als gevolg van pijnlijke uitzaaiingen en/of het remmen van de kankergroei, zodat het leven verlengd en de pijn verlicht wordt. Er wordt dan vaak ingezet op hormonale therapie. Soms wordt ook radiotherapie ingezet bij de pijnbestrijding veroorzaakt door uitzaaiingen. Ook kan chemotherapie toegepast worden als blijkt dat hormoontherapie geen effect meer heeft.
Waakzaam wachten
Prostaatkanker is een langzaam groeiende kankersoort en bij een groot deel groeit de tumor niet tot nauwelijks. Als het geen klachten geeft is het niet in alle gevallen geïndiceerd over te gaan op een actieve behandeling. Het gaat dan veelal om oudere mannen met een traag groeiende prostaatkanker zonder klachten. Of om gezonde mannen, met een lage PSA-waarde en bij wie slechts in enkele biopten tumorcellen zijn gevonden. In deze gevallen wordt vaak overgegaan op waakzaam wachten. Uiteraard wordt het verloop gecontroleerd door periodieke onderzoeken.
Radicale prostatectomie
Radicale prostatectomie is een totale verwijdering van de prostaat. Dit gebeurt echter alleen indien er geen sprake is van uitzaaiingen. Vaak wordt deze operatie voorafgegaan door een lymfeklierverwijdering in de onderbuik. Als blijkt uit laboratoriumonderzoek dat er geen uitzaaiingen zijn, dan wordt de prostaat verwijderd. Deze operatie kan tegenwoordig met weinig complicaties worden uitgevoerd. In 50% is er behoud van potentie en in 95% is er behoud van continentie. Deze chirurgische ingreep heeft betere langetermijnresultaten dan curatieve (op genezing gerichte) radiotherapie.[3]
HIFU
HIFU (High Intensity Focused Ultrasound) is een relatief nieuwe methode voor de behandeling van gelokaliseerde prostaatkanker dat zich nog binnen het kapsel van de prostaat bevindt, bij een patiënt die geen radicale prostatectomie kan of wenst te ondergaan. Deze techniek maakt gebruik van ultrasone geluidsgolven die vanuit een kleine antenne op één punt in de aars worden geconcentreerd. Er ontstaat een hittegolf die vanuit dit punt vertrekt waarbinnen men lokaal een temperatuur bereikt van 85-95° C. Dit dood ter plaatse alle (tumor)cellen.
Radiotherapie (bestraling) /
Bron: Adriaticfoto/Shutterstock.comUitwendige radiotherapie of externe radiotherapie (EBRT)
Bij uitwendige radiotherapie (External Beam Radiation Therapy of EBRT) worden kankercellen van buitenaf door de huid heen bestraald en vernietigd. Deze behandeling wordt ingezet als er geen uitzaaiingen zijn. Radiotherapie kan in combinatie met hormonale behandeling gegeven worden. We spreken in dat geval van een adjuvante behandeling: een toegevoegd therapie ter ondersteuning van een behandeling. Ook kan men overgaan tot bestraling bij pijnklachten in het kader van een palliatieve behandeling.
Interne radiotherapie, brachytherapie of curietherapie
Bij deze behandeling, die wordt ingezet als er geen uitzaaiingen zijn, worden (via naalden) radioactieve
seeds of zaadjes met een lage dosering (een Low-dose rate of LDR) of een radioactieve bron met een middelhoge (pulsed-dose rate of PDR) of hoge (high-dose rate of HDR) dosering in de prostaat gebracht. De zaadjes blijven permanent in de prostaat aanwezig, terwijl de radioactieve bron 2 tot 4 dagen in de prostaat aanwezig blijft en na de behandeling uit de prostaat wordt verwijderd. Over een periode van weken of maanden zal het stralingsniveau van de zaadjes allengs dalen tot bijna nul. Dat de zaadjes aanwezig blijven in de prostaat, is zonder blijvend effect. [4]
In tegenstelling tot EBRT worden bij brachytherapie de stralingsbronnen direct op de plek van het kankergezwel geplaatst, waardoor de bestraling alleen invloed heeft op een zeer plaatselijk gebied rondom de stralingsbronnen en blootstelling aan straling van gezonde weefsels om de bron heen verminderd wordt.
Bij ongeveer 15-30% van de patiënten kan brachytherapie erectiestoornissen veroorzaken.[5] Het risico op erectiestoornissen hangt samen met leeftijd, dat wil zeggen dat oudere mannen een groter risico lopen dan jongere mannen. Tevens is het niveau van de erectiefunctie voorafgaand aan de behandeling met brachytherapie van invloed. Het merendeel van patiënten met erectiestoornissen kan succesvol worden behandeld met medicijnen zoals Viagra.[6] Viagra wordt gebruikt voor de behandeling van mannen die onvoldoende een erectie kunnen krijgen. De kans op erectiestoornissen na brachytherapie is beduidend minder dan na radicale prostatectomie.[7]
Brachytherapie wordt zelfstandig of in combinatie met andere therapieën ingezet.
Hormonale behandeling
De groei van prostaatkankercellen wordt gestimuleerd en aangewakkerd door
testosteron, dat is het mannelijke geslachtshormoon. Hormonale therapie is erop gericht de stimulerende werking van testosteron te neutraliseren. De vorm van behandeling zet het ontstaan en de woekering van kankercellen (tijdelijk) stop. Er kan overgegaan worden op chirurgische castratie, maar de meest patiënten opteren voor medische castratie door middel van tabletten en/of injecties.
Hormonale therapie kan – zoals bij uitwendige radiotherapie reeds aangegeven – een adjuvante behandeling zijn. Soms wordt het ook ingezet als palliatieve behandeling. Hormonale behandeling kan verlichting geven bij pijnklachten en het kan leiden tot een enigszins langere ziektevrije periode.
Mannen met prostaatkanker met uitzaaiingen moeten naast hormoontherapie meteen ook chemotherapie met het middel docetaxel krijgen. Dat vergroot de kans op overleving aanzienlijk. Dat blijkt uit twee studies die zijn gepubliceerd in de vakbladen
The Lancet en
The Lancet Oncology. De onderzoekers doen geen uitspraken over het effect van de combinatietherapie bij patiënten met prostaatkanker die nog niet uitgezaaid is. Daar hebben ze onvoldoende gegevens voor, maar er loopt al wel onderzoek naar. (Bron: Nationale Zorggids, 28-12-2015)
Chemotherapie
Soms is er sprake van een hormoonresistent prostaatcarcinoom. In dat geval kan chemotherapie overwogen worden. De medicijnen worden per infuus, als tablet of per injectie toegediend. Het is een palliatieve behandeling.
Klachten door uitzaaiingen kunnen hierdoor verminderd worden en het leven kan enigszins verlengd worden.
Palliatieve behandeling met radioactieve isotopen
Er zijn twee verschillende vormen van palliatieve behandeling met radioactieve isotopen (bepaalde radioactieve stoffen) voor patiënten met uitgezaaide prostaatkanker. Dit kan bijdragen aan een langere overleving met behoud van kwaliteit van leven. Het gaan om behandeling met radium-223 en lutetium-177-PSMA.
- Radium-223 is een stof die is ontwikkeld om gebieden te behandelen waar uitzaaiingen het bot aantasten. Deze behandeling kan helpen als er (bijna) alleen uitzaaiingen in botten zijn en deze goed zichtbaar zijn op een botscan.
- Lutetium-177-PSMA wordt in het lichaam opgenomen in uitzaaiingen en dan niet alleen in het skelet maar ook daarbuiten. Deze behandeling kan helpen als de uitzaaiingen goed zichtbaar zijn op een PSMA PET/CT-scan. Het wordt gegeven aan mensen bij wie de ziekte niet meer reageert op standaardbehandelingen zoals hormoon- of chemotherapie.
Terminale prostaatkankerpatiënten met uitzaaiingen in hun botten, hebben sinds begin 2014 toegang tot een behandeling met de radioactieve stof radium-223 chloride. De behandeling met het radioactieve radium-223 verlengt hun leven met vier tot zes maanden en daarnaast vermindert het de pijn en zorgt het voor een betere kwaliteit van leven. Het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven heeft eind januari 2014 als eerste ziekenhuis in Nederland een patiënt met radium-223 behandeld. Patiënten kunnen in tien ziekenhuizen in Nederland terecht voor deze palliatieve behandeling. Er zijn bijna geen bijwerkingen (patiënten hebben minder kans op botbreuken en moeten minder vaak nog aanvullend extern bestraald worden), en de kwaliteit van leven is na behandeling met dit middel een stuk groter dan na chemotherapie.
De behandeling is bedoeld voor patiënten met uitgezaaide prostaatkanker die niet meer reageren op chemotherapie, die geen chemotherapie (meer) willen of er te zwak voor zijn. De behandeling bestaat in principe uit één maandelijkse injectie gedurende zes maanden.
Prognose
Na een geslaagde curatieve behandeling, blijft altijd het risico bestaan dat de ziekte terugkomt. Men spreekt daarom niet van genezing, maar van overleving. De prognose is divers en heeft te maken met het stadium waarin de ziekte is vastgesteld. Voor een patiënt zonder doorgroei van de tumor en zonder uitzaaiingen, is de kans op vijfjaars ziektevrije overleving 80-90%. Dit geldt voor zowel de radicale prostatectomie als radiotherapie. Doch na tien tot vijftien jaar zijn de vooruitzichten van radicale prostatectomie beter dan die van radiotherapie. Als iemand uitzaaiingen heeft, is het overlevingspercentage aanzienlijk lager. Dikwijls kan de ziekte voor langere tijd – gedurende maanden of soms zelfs jaren – tot staan worden gebracht.
Follow-up
In alle gevallen, zo geeft de literatuur aan, is levenslange controle wenselijk. Tijdens en na de behandeling zal regelmatig de PSA-waarde gemeten worden. De PSA-waarde controleert het verloop van de ingezette behandeling. De PSA-waarde geeft een indicatie of de ingezette therapie aanslaat. Het zegt iets over de prognose. Een stijging van de PSA is een vroeg teken van recidief, dat wil zeggen het opnieuw optreden van ziekteverschijnselen.
Onderzoek
Doorbraak bij opsporen prostaatkanker
De TU Eindhoven heeft een veelbelovende manier uitgevonden bij het opsporen van prostaatkanker. Een nieuwe methode bespaart pijn voor de patiënt en leidt tot minder complicaties. Volgens de Eindhovense universiteit kan de nieuwe vondst jaarlijks tienduizenden mannen in Nederland pijnlijke onderzoeken besparen. Bij de nieuwe methode wordt gewerkt met ultrasoundscanners. Dat zijn apparaten die met geluid in het lichaam kijken. Zo kan de tumor nauwkeuriger worden opgespoord. Nu nog worden met een lange naald kleine stukjes weefsel uit de prostaat gehaald. Dat onderzoek is minder nauwkeurig en pijnlijk. Het gaat nu nog om een proef. Als alles meezit kan de methode over twee jaar op grote schaal beschikbaar zijn. (Bron: TU/e, 8 maart 2014)
Verband tussen selenium en prostaatkanker
Het Maastricht Universitair Medisch Centrum (UMC) in Maastricht heeft een verband ontdekt tussen
selenium en prostaatkanker. Selenium is een essentieel spoorelement die van nature aanwezig in veel voedingsmiddelen zoals volkorenbrood,
schaal- en schelpdieren en groente. Het mineraal heeft mogelijk een beschermend effect tegen prostaatkanker. Onderzoekers van het Maastricht UMC+ voerden een studie uit onder meer dan 58.000 mannen van 55 tot 69 jaar naar het verband tussen de inname van selenium en het risico op prostaatkanker. Wat blijkt? Mannen met hogere concentraties van het mineraal selenium in hun lichaam lopen minder risico op gevorderde stadia van prostaatkanker. Het risico in vergelijking met mannen met lage waarden selenium is zestig procent lager. Het Maastrichtse onderzoek levert belangrijk aanvullend bewijs dat een lage seleniumwaarde een risicofactor is voor gevorderde prostaatkanker. Nader onderzoek is nodig om te bepalen of een hogere inname van selenium het risico op prostaatkanker effectief kan verminderen bij mannen met lage seleniumwaarden. (Bron: www.nationalezorggids.nl, 20 september 2012)
Noten
- C.J.H. van de Velde et al (red.): Oncologie; zevende herziene druk, Bohn Stafleu van Loghum, 2005, p.390.
- C. Flens (eindredactie): Zorgboek prostaatkanker; Stichting September, 2007, p.19. Zie ook: http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o2171n17277.html Bij uitzaaiingen in regionale lymfeklieren of op afstand is alleen palliatieve behandeling mogelijk.
- C.J.H. van de Velde et al (red.): Oncologie; zevende herziene druk, Bohn Stafleu van Loghum, 2005, p. 392.
- R.N. Moule et al. (2009): Non-surgical treatment of localised prostate cancer. Surgical Oncology 18 (3): 255-267.
- Ibid.
- D. Ash et al,: Prostate cancer, Gerbaulet A, Pötter R, Mazeron J, Limbergen EV The GEC ESTRO handbook of brachytherapy. ACCO, Belgium, 2005.
- F. Guedea et al. (2007): Quality of life two years after radical prostatectomy, prostate brachytherapy or external beam radiotherapy for clinically localised prostate cancer: the Catalan Institute of Oncology/Bellvitge Hospital experience. Clinical & translational oncology: official publication of the Federation of Spanish Oncology Societies and of the National Cancer Institute of Mexico 11 (7): 470–8.
Lees verder
Reacties
Bettine, 02-12-2015
Hallo,
Uit welke artikelen heeft u de bevindingen gedaan van de overlevingskansen van patiënten met prostaatcarcinoom?
Ik zie namelijk wel de bronnen staan, maar kan ze niet koppelen aan de tekst.
Vriendelijke groeten,
Bettine
Reactie infoteur, 06-12-2015
Uit het boek: "C.J.H. van de Velde (redactie): Oncologie; zevende herziene druk, Bohn Stafleu van Loghum, 2005."
Karin, 08-10-2012
Mijn vader heeft sinds begin 2007 de diagnose prostaatcarcinoom. Mij is door de uroloog altijd verteld dat het niet operatief was omdat als er zuurstof door de operatie bij zou komen er dan grote kans zou zijn op uitzaaiingen. Mijn vader krijgt hormooninjecties. Nu lees ik hier, dat er dus al sprake moet zijn geweest van uitzaaiingen, anders had hij geen hormooninjecties gekregen, dan was hij wel geholpen met een postatectomie of anderzijds, wat volgens uw artikel niet kan als er uitzaaiingen zijn.
Klopt mijn conclusie?
Sinds ongeveer 3 maanden is er sprake van algehele malaise, 16 kilo gewichtsverlies in 5 a 6 weken tijd, enorme veroudering qua uiterlijk en doen en laten. Mijn vader was altijd heel een fitale man, hij moet in december 70 worden, maar sinds een maand of drie is hij een man geworden die 95 zou kunnen zijn, . Hij is heel erg vermagerd, heel koud, heeft pijn in zijn rug bij lopen en staan, waardoor hij na een minuut of 5 moet gaan zitten, maar er is niks te vinden bij normaal lichamelijk onderzoek, hij krijgt hiervoor morfine pleisters. Maag lever darm onderzoeken wijzen niets uit, er is dus op gebied van gewichtsverlies niets aantoonbaars te vinden op MLD gebied.
Nu kregen wij door van de MLD arts dat er wel vergrote lymfeklieren zijn gevonden tijdens echo onderzoek rondom de prostaat. En dat het vermoeden is dat de ziekte progressief is.
Wat houd het allemaal in, ik begrijp natuurlijk wel dat men vermoed dat de ziekte nu de overhand aan het nemen is en dat er vermoedelijk sprake is van metasasering, maar wat kan dan de prognose nog zijn? Als men er op tijd bij is, kan dit nog behandeld worden, kan mijn vader dan nog een aantal goede jaren voor hem hebben, of is dit het begin van het einde? Ik maak me enorm veel zorgen en zit er weliswaar bovenop, maar ben doodsbang als dochter zijnde om hem kwijt te raken.
Reactie infoteur, 08-10-2012
Ik kan niet ingaan op de medische situatie van uw vader. Bespreek uw vragen over kanker en de behandeling van uw vader met zijn specialist. Ik kan slechts in algemene zin ingaan op een aantal van uw vragen en opmerkingen.
Het is niet zo dat er sprake moet zijn van uitzaaiingen voordat men overgaat tot hormoonbehandeling. Hormonale therapie kan als adjuvante of als palliatieve behandeling worden toegepast. Soms wordt hormonale therapie als adjuvante behandeling geadviseerd aan mannen met niet-uitgezaaide prostaatkanker. Door hormonale therapie toe te voegen aan bijvoorbeeld radiotherapie hoopt men de kans op uitzaaiingen of terugkeer van de ziekte te verkleinen. Ook kan hormonale therapie worden toegepast om de tumor voor een operatie te verkleinen. Hormoonbehandelingen bij mannen met prostaatkanker kunnen echter ook palliatief van aard zijn: om de ziekte te remmen en klachten te voorkomen of te verminderen.
Een radicale prostatectomie is de operatieve verwijdering van de hele prostaat, inclusief de zaadblaasjes en het deel van de plasbuis dat door de prostaat loopt. De operatie wordt uitgevoerd als er bij prostaatkanker geen aanwijzingen zijn voor uitzaaiingen in de lymfeklieren.Er zijn patiënten voor wie een operatie een te groot risico is. Bijvoorbeeld omdat de tumor heel groot is, vanwege hun hoge leeftijd en/of hun slechte lichamelijke conditie. Deze patiënten komen alleen in aanmerking voor uitwendige bestraling, eventueel in combinatie met een hormonale behandeling.
De uroloog kan samen met de patiënt er ook voor kiezen om de prostaatkanker 'waakzaam te volgen'. De keuze voor 'waakzaam wachten' heeft te maken met het stadium van de ziekte. De behandeling 'waakzaam volgen' of 'waakzaam wachten' betekent dat het verloop van de ziekte nauwkeurig gevolgd wordt met regelmatige controleonderzoeken. Van prostaatkanker is bekend dat het een langzaam groeiende kanker is. Bij 30% van de mannen blijkt de tumor zelfs helemaal niet of nauwelijks te groeien en ook geen klachten te veroorzaken. Het is daarom niet altijd zinvol om iedereen met prostaatkanker direct actief te behandelen.
Heel veel sterkte gewenst met de situatie.
Diana Luijben, 19-07-2011
Bij mijn vader is ongeveer een half jaar geleden prostaatkanker geconstateerd. Er werd geschat dat hij het al tien jaar heeft. Hij heeft al uitzaaingen naar de botten en heeft de laatste tijd last van bloedarmoede. Hij heeft onlangs een bloedtransfusie gehad, maar voelt zich nu weer slap. Hij moest vanochtend naar het ziekenhuis voor een echo en scans omdat ze bang zijn dat hij ook uitzaaingen heeft in zijn lever of maag, maar bij het aantrekken van zijn schoenen viel hij al flauw. Wat kan ik nu het beste doen? Kan ik opname in het ziekenhuis eisen bijvoorbeeld? Hij heeft moeite met slapen wat zijn conditie ook niet ten goede komt.
Reactie infoteur, 20-07-2011
De belangrijkste zorgaanbieders wat betreft prostaatkankerpatiënten zijn de huisarts en de uroloog (die samenwerkt met een team van diverse specialisten). Ik adviseer u om contact op te nemen met de huisarts en aan hem/haar uw bevindingen voor te leggen. De huisarts kan komen kijken, een inschatting van de situatie maken en zo nodig een ziekenhuisopname regelen of andere interventies voorstellen die de situatie van uw vader verbeteren.
Jeannine de Bock, 04-04-2011
Mijn broer is 48 jaar en heeft reeds 2 jaar een agressieve prostaatkanker, De PSA waarde
ligt boven de 100. Nu hebben we vernomen dat er uitzaaiingen zijn in gans het bekken,
de ruggegraat en de hersenen. Is hier nog een behandeling mogelijk.?
Reactie infoteur, 06-04-2011
Ik kan hier alleen in algemene zin op antwoorden. Patiënten bij wie de kanker niet meer beperkt is tot de prostaat, maar is uitgezaaid, krijgen een zogenaamde palliatieve behandeling voorgesteld. Deze behandeling is bedoeld om de ziekte te remmen en/of de klachten te verminderen.
Het ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten heeft hier een goede folder over geschreven:
http://www.nijsmellinghe.nl/ns/download/0bb5c3dcdfb172bb2c7e542e9f7be4dd.pdf
Veel sterkte gewenst!
Piet Teuwens, 20-03-2011
Bij mij (63 jaar) werd vorig jaar een prostaatcarcinoom vastgesteld, Gleasonschaal 7. Na stadiëring (CT-scan en botscan) koos ik voor de Brachytherapie. Hierbij worden radioactieve zaadjes via naalden in de prostaat ingebracht waar zij gedurende ca. negen maanden actief het gezwel bestralen. Het is een elegante ingreep die gebeurt onder narcose. Zondagmiddag binnen en dinsdagmiddag ontslag. De potentie blijft behouden al moet je de kwaliteit en duur van de erectie wat bijwerken met Viagra, Cialis of Levitas. Urinecontinentie blijft intact. Al bij al een charmante oplossing die vergoed wordt door het ziekenfonds. Zowel mijn vriendin als ikzelf zijn zeer tevreden met het resultaat.
Reactie infoteur, 20-03-2011
Fijn dat de behandeling goed is aangeslagen! Ik heb het artikel aangepast en een paragraaf over brachytherapie toegevoegd. Deze mag natuurlijk niet ontbreken.
Hebing, 25-05-2010
Voor ca 2 jaar is bij mij de prostaat verwijderd. Ik heb van 10nov. tot 16 maart in het ziekenhuis geweest i.v.m.een ilius met gevolg daarna een peritonitis. Bij nader onderzoek hebben de artsen vastgesteld, dat ik een metastase op de longen heb die afkomstig is van mijn prostaatkanker. MijnPSAwaarde is nu 0.301. Normaal moest mijn PSA waarde dan toch veel hoger zijn. Dus voor mij een grote vraag waar ik deze kwaadaardigelongmetaste vandaan komt.
Reactie infoteur, 27-05-2010
Hallo,
Wat zegt uw oncoloog ervan?
W. Kreeft, 13-05-2010
Mijn vader heeft prostaatkanker, wat al zo ver gevorderd is dat hij misschien nog een paar weken, maanden te leven heeft.We weten het niet omdat niemand ons zegt hoe het verder verloopt. Hij begint nu geregeld wartaal te praten hoe kan dit dan?in bovenstaande artikel staat vermeld dat uitzaaiingen in de meeste gevallen alleen in de botten plaatsvindt
Reactie infoteur, 14-05-2010
Geachte heer/mevrouw,
Naar de oorzaak of oorzaken die ten grondslag liggen aan het toestandsbeeld van uw vader, kunt u het beste navraag doen bij de behandelend arts.
Prostaatkanker zaait doorgaans eerst naar de lymfklieren van het kleine bekken uit. Bij hematogene verspreiding - d.w.z. via het bloed verspreid - ontstaan metastasen vooral in het skelet en in mindere mate in lever, longen, pleura en bijnieren; zelden ontstaan ze in de hersenen. Maar het is dus wel mogelijk. Neurologische klachten ten gevolge van bepaalde typen metastasen zijn zeldzaam en treden laat in het ziekteproces op.
Mijn advies luidt om al uw vragen m.b.t. het ziekteverloop van uw vader aan de behandelend arts te stellen. Hij of zij kan het beste beantwoorden waar de verwardheid van uw vader mogelijk mee te maken heeft.
Sterkte gewenst.
Mvg, Tartuffel
E. Groenevelt, 09-03-2010
Vraag 1: na hoeveel tijd kan na de start van hormoontherapie (in combinatie met uitwendige radiotherapie) worden vastgesteld of het gaat om een hormoonafhankelijke prostaatkanker?
Vraag 2: als de hormoontherapie niet zou werken, is daadwerkelijke castratie dan de eerste optie?
Alvast dank voor uw reatie
E. Groenevelt
Reactie infoteur, 15-03-2010
Hallo,
U kunt deze vraag het beste stellen aan uw behandelend arts.
Mvg, Tartuffel
H. J. Kooreman, 12-02-2010
Wat ik mis in het overigens duidelijke verhaal is een aanduiding van de relatie tussen de hoogte van de psa-waarde en de fase waarin een patient zch bevindt. Wanneer is een psa-waarde verdacht hoog? Wat betekewnt het als de waarde bijvoorbeeld 10 is?
Reactie infoteur, 12-02-2010
Hallo,
Daar ga ik in dit artikel inderdaad niet uitgebreid op in. Ik kan u wel twee goede links geven waar uitgebreid ingegaan wordt op PSA waarden:
- http://www.prostaat.nl/content/psa/psa.asp
- http://www.prostaat.nl/content/psa/psa-waarden.asp
Naarmate een man ouder wordt stijgt de PSA-waarde. Op het ogenblik houdt men de volgende waarden per leeftijdsgroep aan waaronder je meestal goed zit:
Leeftijd Waarde
40 tot 49 jaar 2,5
50 tot 59 jaar 3,5
60 tot 69 jaar 4,5
70 tot 79 jaar 6,5
PSA-waarden die liggen tussen 4 en 10 noemt men het 'grijze gebied'. Dat komt omdat de PSA niet alleen afhankelijk is van de leeftijd van de man, maar ook van de grootte van de prostaat op het moment van de meting. Waarden in het grijze gebied vormen wel degelijk een aanwijzing, maar beslist geen bewijs voor het bestaan van prostaatkanker.
Er bestaan bepaalde soorten agressieve prostaatkanker waarbij PSA-waarden voorkomen die duidelijk onder de 4 liggen. Wel is bij deze vormen van prostaatkanker de PSA-waarde een gevoelige maat voor de voortgang van het proces en voor een eventueel succes van de behandeling. Groeit de tumor, dan neemt het PSA-gehalte in het bloed toe, slinkt de tumor dan neemt de PSA-waarde in het bloed af.
(Bron: http://www.prostaat.nl/content/psa/psa-waarden.asp)
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd.
mvg, Tartuffel
P.S.: Ik heb inmiddels het artikel aangepast. Ik ga iets uitgebreider in op PSA waarden.
Wim Simons, 17-01-2010
In het bovenstaande artikel wordt gezegd: "Als iemand uitzaaiingen heeft, is het overlevingspercentage aanzienlijk lager. Dikwijls kan de ziekte voor langere tijd - gedurende maanden of soms zelfs jaren - tot staan worden gebracht."
Nadat ik jarenlang onder controle ben geweest omdat ik blaasontsteking kreeg, werd in 2004 prostaatkanker bij mij geconstateerd. Ik heb toen gedurende 6 maanden CASODEC moeten slikken en werd van januari tot maart 2005 38 keer bestraald. Op 31 augustus 2009 werd na bloedonderzoek geconstateerd dat de PSA waarde verhoogd was en moest ik op 1 december na bloedonderzoek weer bij de uroloog komen, die vanwege verder gestegen PSA waarde een MRI scan liet maken. Op 14 januari j.l. werd mij verteld dat ik uitzaaiingen naar de lymfeklier had maar (nog) niet naar de botten.
Wat ik mij afvraag is: "waarom er niet eerder een MRI scan is gemaakt en hoe veel tijd erover heen kan gaan alvorens ik inderdaad problemen (pijn enz.) zal krijgen en mijn leven in gevaar komt. Heeft u enige indicatie over welke periode zo'n situatie ontwikkelt tot dat sttadium?
Ik zou het ten zeerste opprijs stellen hierop een antwoord te krijgen. Mijn behandelend uroloog ontweek volgens mij het laatste gedeelte van de vraag.
Reactie infoteur, 24-01-2010
Hallo Wim Simons,
Ik raad u aan deze vraag nogmaals en zeer expliciet aan uw behandelend uroloog te stellen. Als u twijfelt aan de ingezette behandeling, kunt u altijd een second opinion aanvragen. Zie: http://www.consumentendezorg.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=552&Itemid=10
Mvg Tartuffel