De 5 belangrijkste oogaandoeningen
Er is een aantal oogaandoeningen die het zicht van mensen tijdelijk, maar ook vooral permanent kunnen veranderen of laten verdwijnen. Aan de meeste van deze oogaandoeningen kan iets gedaan worden als mensen maar op tijd naar de dokter gaan. Lees hieronder over de 5 belangrijkste oogaandoeningen.
Staar
Staar zorgt er voor dat de ooglens vertroebelt. Het is de nummer 1 aandoening van ogen in Nederland. Jaarlijks worden in ons land ongeveer 145.000 mensen geopereerd aan deze oogaandoening. De ingreep is een stuk simpeler dan vroeger. Toen werd het halve oog opengesneden, tegenwoordig moet er een gaatje van zo’n 2,2 millimeter in het oog worden gemaakt. De eigen lens wordt vervolgens weggehaald en er komt een kunstlens voor in de plaats. Dat is ook goed nieuws voor mensen die met een bril of lenzen door het leven gingen, want ook die afwijkingen worden met de nieuwe lens bijna zo goed als gecorrigeerd. Ook kunnen multifocale implantlenzen worden ingebracht, zodat mensen geen leesbril en een bril voor veraf meer nodig hebben. Met zo’n staaroperatie die dus bedoeld is om de vertroebelde lens te vervangen kunnen mensen dus ook nog eens bijna zonder bril gaan kijken. Meestal is het resultaat namelijk plus of min een half.
Glaucoom
Glaucoom is echt een hele naar oogaandoening die vaak pas wordt ontdekt als het al te laat is. Bij deze oogaandoening zit de afvoer van het vocht in het oog verstopt (kamerwater geheten). Dit verhoogt de oogdruk zo erg dat de oogzenuw kapot wordt gedrukt. Het verraderlijke is dat mensen eerst aan de zijkant van hun gezichtsveld dingen missen. Dat merken ze echter vaak niet omdat de hersenen dat soort zaken corrigeren. Pas als in het directe blikveld zaken gaan missen, merken mensen het en dan is de schade vaak niet meer te herstellen.
Wel kan glaucoom steeds vroeger worden ontdekt door zowel de opticien als de oogarts. De oogdruk kan namelijk vrij gemakkelijk gemeten worden bij deze oogexperts. Glaucoom kan bestreden worden met medicijnen. Ook kan met een operatie de afvoer van het kamerwater worden bevorderd. Het zicht dat echter eenmaal weg is, komt niet meer terug. Mensen van boven de 40 jaar zouden dan ook elk jaar hun oogdruk moeten laten meten.
Diabetische retinopathie
Mensen die aan suikerziekte lijden kunnen diabetische retinopathie krijgen. Dit betekent in het kort dat er veel te veel haarvaten worden aangemaakt in het oog. Suikerziekte maakt de kleine haarvaatjes namelijk kapot. Dit beschadigt de vaatwand in het oog en heeft als gevolg dat het netvlies geen goede doorbloeding meer heeft. Omdat die zuurstof en voedingsstoffen wel nodig zijn, worden steeds meer nieuwe bloedvaten aangemaakt. Die zijn echter slecht, lekken en zorgen er voor dat er vocht ontstaat in het netvlies. Daardoor gaan mensen wazig zien. Het netvlies kan door de suikerziekte zelfs helemaal door het vocht verschuiven.
De oplossing voor deze aandoening is het goed instellen van diabetes patiënten. Hoe beter de suikerspiegel is, hoe minder kans er is op retinopathie. Met laserstralen kunnen slecht doorbloede gedeelten van het netvlies weer doorbloed raken.
Scheelzien
Jonge kinderen krijgen op consultatiebureaus en bij de schoolarts al allerlei onderzoeken om te kijken of er iets mis is met hun gezichtsvermogen. Dat is ook wel heel belangrijk, want 1 op de 20 kinderen kijkt scheel. Veel merken die kinderen daar niet van, want de hersenen sturen dat bij. Het probleem is echter dat daardoor ook een oog helemaal uitgeschakeld kan worden en het lui wordt. En wie eenmaal een lui oog heeft, kan daar nooit meer goed mee zien. Dit terwijl het heel gemakkelijk is om scheel zien te verhelpen, namelijk gewoon met een bril. Als dat niet werkt, wordt een kind vaak geopereerd. Daarbij worden de oogspieren verplaatst en wordt het scheelzien verholpen. Kinderen die wel al een lui oog hebben, kregen altijd een lap voor hun goede oog om het andere te stimuleren. Nieuw is dat dit nu ook kan met een elektronische pleister. Daarin zit een apparaatje dat precies kan meten hoe de vooruitgang is.
Macula degeneratie
Macula degeneratie komt het meest voor bij ouderen. Het centrum van het netvlies (de gele vlek ook wel macula genoemd) gaat in kwaliteit achteruit door het aantal jaren en zorgt ervoor dat mensen een donkere vlek of een waas zien. In de macula bevindt zich overigens 90 procent van het gezichtsvermogen.
Bij macula degeneratie worden in sommige gevallen nieuwe vaatjes aangemaakt in de gele vlek die nog meer schade aanrichten. Wel zijn er tegenwoordig medicijnen die dat kunnen voorkomen of remmen. (Avastin en Lucentis). Daarmee wordt ook het proces gestopt dat er voor zorgt dat mensen echt blind worden. Overigens komt macula degeneratie niet alleen bij ouderen voor. Er zij ook mensen die er op jonge leeftijd al last van hebben en die vaak een groot deel van hun gezichtsvermogen verliezen.