Ik heb staar en wat nu?
De oogaandoening STAAR is de meest voorkomende oogaandoening en heet een ouderdomskwaal te zijn. Het kan echter voorkomen dat je het al voor je 50 jaar krijgt. Je merkt het, omdat je bijv. de wegwijzerborden niet meer duidelijk kunt zien. Of de opticien geeft aan dat het tijd wordt voor een bezoek aan de oogarts, omdat het langzaam vertroebelen van de ooglens ten koste gaat van de kijkkwaliteit. Als de staar meer dan 50% bedraagt, laat deze zich uiteindelijk niet meer corrigeren door een bril.
De voorbereiding
In de volksmond dit ook wel: Het rijpen van de staar, genoemd. Dan rest er een operatie, waarbij de eigen lens verwijderd wordt en daarvoor in de plaats zet men een kunstlens. De ingreep is eenvoudig en wordt poliklinisch uitgevoerd. Allereerst wordt er na een afspraak in het ziekenhuis, o.a. de oogdruk op de oogbol gemeten, en de afwijkingen van de lens nagemeten. Oogdruppels zorgen dat de oogpupil zich verwijdt, waardoor deze m.b.v. een lampje bekeken kan worden. Ook de arts, die de operatie doet, bekijkt het oog, om te bepalen waar de incisie moet komen. Omdat het tegenwoordig mogelijk is om een zeer kleine incisie (2,2 mm) te maken is het soms mogelijk om deze samen te laten vallen met de oogafwijking, zodat je geen bril meer nodig hebt voor dat oog.
Staar treedt vaak aan beide ogen op, toch kiest men er meestal voor om ze een voor een te opereren, want er bestaat altijd de mogelijkheid op complicaties. Ook vanwege het genezingsproces. Het geopereerde oog heeft 4-6 weken nodig om te genezen en te stabiliseren.
De operatie
Tijdens het bekijken van het oog, wordt besloten om te kiezen voor een druppel- of prik verdoving. Indien het oog niet stil gehouden kan worden, wordt de oogspier door prikverdoving stilgelegd. Het gevoel is te vergelijken met het verdoven van een tand bij de tandarts.
Op de afgesproken tijd en datum wordt je naar een ruimte gebracht, waar je plaats mag nemen in een soort verrijdbare tandartsstoel. Het wachten op de werking van de verdoving duurt bijna even lang als de eigenlijke operatie. Ongeveer een kwartier. Daarna volgt het druppelen van het oog en het bakje koffie.
De nazorg
Bij een oog dat verdoofd is, wordt een kapje geplaatst. Omdat de oogspier niet werkt, kan deze het oog niet vochtig houden. Als de verdoving uitgewerkt is, kan het kapje eraf. 4 weken lang moet je het oog 3x per dag druppelen met ontstekingsremmers. Je kunt na de ingreep gewoon lopen, en reizen, dus hoef je niet in het ziekenhuis te blijven. Zelf auto rijden en lezen kan nog niet. De volgende ochtend is de eerste controle. De nacontrole is 4 weken later. Deze periode heeft het oog nodig om te herstellen. Daarom is het af te raden om in het oog te wrijven. Ook is zwemmen af te raden. En met douchen dien je ook voorzichtig te zijn.
Alsof je naar een schoongemaakt schilderij kijkt. Zoveel helderder is het zicht geworden, na deze ingreep. Ook is het mogelijk om beter in de verte te zien en voorwerpen te onderscheiden. Evenals de expressie op de gezichten van mensen.
De operatie van het andere oog laat zich dan ook vaak niet lang op zich wachten.
Tot slot
De technologie gaat steeds verder. Men onderzoekt de mogelijkheden, om NOG kleinere incisies te kunnen maken. En er wordt gewerkt aan het verbeteren van implantllenzen. Nu bestaat er al de multifocale lens, die een bril voor verkijken en lezen overbodig moet maken. De toekomst is de commoderende lens. Deze is vervormbaar en vangt het probleem op, dat onze eigen lenzen hebben, die immers met het ouder worden, steeds minder flexibel worden.