Wondzorg: Negatieve druktherapie of vacuumtherapie
Negatieve druktherapie, of vacuümtherapie, is een opkomend fenomeen binnen de wondzorg. Het basisidee van het systeem is om via negatieve druk op de wonde, de genezing sneller te laten verlopen. UItleg over de werking, (tegen)indicaties en complicaties vind je in dit artikel.
Doel en werking
Het doel van deze wondbehandeling, is om via de negatieve druk die gecreert word op de wonde, het stimuleren van het granulatieweefsel en het toenemen van de doorbloeding in en rond de wonde. Ook zorgt het voor een beter wondklimaat, door bevoorbeeld een teveel aan exsudaat weg te nemen.
De doorbloeding van een wonde is een van de essecntiele punten, omdat via het bloed bouwstoffen worden aangevoerd voor de aanmaak van nieuw weefsel, en dus het toegroeien van de wonde. Het stimuleren van het granulatieweefsel heeft hetzelfde doel, aanmaak van nieuw, gezond weefsel.
De werking is wat moeilijker uit te leggen, er zijn namelijk verschillende systemen op de markt die negatieve druktherapie toepassen, en iedere firma heeft uiteraard zijn eigen specifieke materialen. Toch zijn er ook veel overeenkomsten en je kunt de algemene componenten wel onderscheiden die men altijd gebruikt.
- Er wordt steriel een schuimverband aangebracht in de wonde (polyurethaan of polyvinylalcohol).
- De hele wonde wordt goed afgedekt met een polyurethaanfilm.
- Daar sluit men een een het verbindingstuk op aan, die via een slang naar de pomp en reservoir loopt. In het reservoir word het wondvocht opgevangen die uit de wonde word gezogen.
- De pomp kan een druk van -75 tot -150 mm Hg creëren.
- De verbanden worden normaalgezien elke 2 tot 3 dagen vervangen.
Er moet extra aandacht zijn voor het opvullen van de wonde met het schuimverband. Het doel van dit schuimverband is om de negatieve druk te verspreiden over het ganse wondoppervlak. Waar het schuimverband de wonde niet raakt, zal men ook geen effect kunnen bereiken. Er kan zowel intermitterende of continue suctie worden toegepast.
Indicaties en tegenindicaties
Er zijn verschillende soorten wonden en omstandigheden waarbij deze therapie wordt aan- of afgeraden. Hier betsaat evenwel geen strikte richtlijnen voor.
Indicaties (voor zowel chromische als acute wonden:
- Decubituswonden
- Diabetesvoet en diabetisch ulcera
- Veneuze en arteriele ulcera
- Traumatische wonden
- Brandwonden
- Huidtransplanten
- Open sternumwonden
Tegenindicaties:
- Fistels naar organen
- Necrose in de wonde
- Blootliggende fracturen
- Onbehandelde osteomyelitis
- Stollingsstoornissen
- Zeer pijnlijke wonden
- Vrijliggende organan of bloedvaten
Complicaties
Bloeding
Wanneer er een actieve bloeding word waargenomen, moet de behandeling onmiddellijk worden gestaakt en de bloeding zo snel mogelijk worden behandeld.
Infectie
Infectie van de wond is iets waar men zeer bedachzaam moet op zijn. Regelmatige controle is dan ook nodig. Wanneer het schuiverband niet goed is aangebracht kan er zich vocht ophopen in de wonde die infectie kan teweegbrengen.
Pijn
De start van de therapie kan als pijnlijk worden ervaren. Eventueel kan men de negatieve druk geleidelijk opvoeren voor een minder pijn gevoel. Ook het verwijderen van het schuimverband kan zeer pijnlijk zijn. Hierbij kan het helpen om de wondbedekker te bevochtigen voor het verwijderen. Goede pijnbestrijding tijdens de verbandwissel is uiteraard aangewezen. Wanneer noodzakelijk kan de verbandwissel uitgevoerd worden onder kortdurende anesthesie.
Lek in de afdichting
Hierbij kan de vacuüm niet correct worden gecreëerd met als gevolg een vochtophoping in de wonde. Dit vocht kan vervolgens lekken en infectie veroorzaken. De meeste systemen hebben een alarm wanneer er zich een lek voordoet.