Verbranding en eerste hulp
Verbrandingen komen vaak voor in en om het huis, door zonlicht of door (bedrijfs)ongevallen. Veel mensen verbranden zich ook aan heet water. Een verbranding wordt in vier gradaties ingedeeld. Belangrijk is om direct eerste hulp toe te passen.
Verbranding van de huid
Een verbranding is een beschadiging van levend weefsel, meestal van de huid, door blootstelling aan een teveel van stralingsenergie, door contact met een bijtende vloeistof of door contact met een hete stof of een warmtebron. Voorbeelden van verbranding zijn:
- Warmtebron: Vuur uit een open haard, gasfornuis, kampvuur, barbecue. Andere warmtebronnen zoals een elektrische kookplaat, elektrische kachel.
- Hete stof: kokend water, hete dranken als thee en koffie.
- Bijtende vloeistof: zoutzuur, zwavelzuur, zuren met een lage pH-waarde
- Stralingsenergie: zonlicht, steekvlam
Het gevaar van een verbranding zit hem niet alleen in de beschadiging van de huid, maar ook in het ontstaan van een shock. Wanneer negen procent van het huidoppervlak verbrand is, waarbij er sprake is van een tweedegraads of een derdegraads brandwond, dan kan men rekening houden met een shock. Bij een volwassene komt dit erop neer dat er een shock optreedt wanneer één hele arm of een half been is verbrand.
Gradaties verbranding
Brandwonden worden in verschillende gradaties onderverdeeld. Hoewel iedereen bekend is met de eerste, tweede en derde-graadsverbranding, is er ook de vierde-graadsverbranding.
Eerste-graadsverbranding
Wanneer er sprake is van een eerste-graadsverbranding, is er roodheid van de huid op te merken. De huid voelt tevens warm aan. Er kan sprake zijn van vochtophoping (oedeem). De huid zelf is niet beschadigd. Wel kan er pijn optreden. Herstel treedt vanzelf op, meestal gepaard gaande met vervelling van de huid. Een eerste-graadsverbranding komt veel voor bij zonnebrand.
Tweede-graadsverbranding
Bij een tweede-graadsverbranding treden er blaren in de opperhuid op. Deze blaren zij gevuld met een heldergeel vocht, dat serum heet. De blaren worden ervaren als pijnlijk. De genezing duurt langer dan bij eerste-graadsbrandwonden. Meestal is men twee tot vier weken verder vooraleer de brandwonden genezen zijn.
Derde-graadsverbranding
Wanneer er geen pijn gevoeld wordt, is er sprake van een derde-graadsverbranding. De huid is helemaal afgestorven, maar ook de dieper gelegen lagen. De zenuwen zijn afgestorven waardoor er geen pijn of druk meer gevoelt wordt. Dit soort brandwonden genezen maar moeilijk, waardoor vaak gedeeltelijke huidtransplantatie nodig is.
Vierde-graadsverbranding
Deze vorm van verbranding komt minder vaak voor bij verbrandingen. De huid is volledig verbrand, alle onderliggende lagen ook. Er treedt verkoling op, vaak tot op het bot. Wanneer weefsel verkoold is, kan dit niet meer hersteld worden. Vaak is ook amputatie van het lichaamsdeel nodig.
Bij verbranding kan er een verplaatsing plaatsvinden van eiwitten en mineralen naar het verbrande gedeelte toe. Ook kan er veel vochtverlies optreden. Dit komt vooral voor bij tweede, derde en vierde-graadsverbrandingen. Hierdoor ontstaat er makkelijk een shock. Hoe ernstig de patiënt eraan toe is, hangt vooral af van de hoeveelheid verbrande huid.
Eerste hulp bij verbranding
Wanneer een patiënt in brand staat, moet deze zo snel mogelijk geblust worden. Hierbij is het van belang dat dit met water of blusvloeistof wordt gedaan, of dat de patiënt door zand wordt gerold of in een deken wordt gewikkeld, teneinde het vuur te doven. Gebruik geen brandbare vloeistoffen om het vuur te doven.
De patiënt moet vervolgens in een steriel of een erg schoon laken worden gewikkeld. De kleding mag nooit verwijderd worden. Vervolgens moet de patiënt naar het ziekenhuis worden gebracht. Beter is om gebruik te maken van de alarmlijn en met spoed een ambulance te laten komen. Er mag nooit een brandzalf worden gebruikt. De patiënt moet, indien deze bij kennis is, veel drinken teneinde het vochtverlies aan te vullen. Giet geen water in de mond van een bewusteloze patiënt.
Wanneer er sprake is van een kleine verbranding die eerste-graads of tweede-graads is, moet de verbrande huid tien minuten lang onder koud water gehouden worden. Dit mag in een bad zijn, of onder stromend water. Vervolgens gaat er een steriel gaasje overheen.
De arts zal verder bekijken welke behandeling noodzakelijk is. Een eerste en tweede-graadsverbranding zal vooral gericht zijn op het steriel houden van de wond. Een besmetting van de wond kan weefseldood met zich mee brengen.
Een derde of vierde-graadsverbranding zal gericht zijn op het verwijderen van dode huid en deze vervangen door middel van huidtransplantatie. Bij grote verbrandingen worden tekorten aangevuld door het toedienen van eiwitten, bloed en zoutoplossingen.