Ziekte van Pfeiffer: symptomen, oorzaak en behandeling
De ziekte van Pfeiffer, oftewel klierkoorts, staat bekend als de ‘kusziekte’, maar vergis je niet: het is méér dan een romantisch virus. Het epstein-barr-virus (EBV) is de boosdoener en verspreidt zich via speeksel, of je nu een glas deelt, een kus uitdeelt of per ongeluk wordt ‘getrakteerd’ op een nies. Jongeren en jongvolwassenen tussen 15 en 25 jaar zijn de grootste slachtoffers, met klachten als vermoeidheid, koorts, keelpijn en opgezwollen klieren. Het kan weken, soms maanden duren voor je je weer de oude voelt. Gelukkig word je na één keer immuun, maar de strijd die je lichaam levert tegen EBV kan je letterlijk uitputten. Je hoeft echter niet te vrezen voor blijvende schade: je lichaam wint deze strijd. Dus: thee inschenken, dekentje pakken en rust nemen. En als je echt pech hebt? Laat je dan lekker in de watten leggen, want zelfs een strijdend lichaam verdient een beetje extra liefde!
De ziekte van Pfeiffer: een sluipende ‘kusziekte’ die je niet vergeet
“Ja, hoe kán dat nou, Sarah? Je hebt me aangestoken!” grinnikte Sophie, terwijl ze zich met een dekentje om op de bank nestelde. Ze voelde zich al dagen futloos, alsof ze een marathon had gelopen zonder te trainen. Haar keel was dik, haar lymfeklieren deden pijn, en zelfs haar favoriete serie kon haar niet opbeuren. Sarah, haar beste vriendin, zat schuldbewust naast haar: “Sorry, ik wist niet dat ik het had! Ik dacht dat ik gewoon moe was van school…” Uiteindelijk bleek de boosdoener iets anders te zijn dan een simpel griepje: de ziekte van Pfeiffer, ook wel bekend als mononucleosis infectiosa.
En zo zat Sophie de weken daarna meer binnen dan haar lief was. School ging door zonder haar, haar vriendinnen postten foto’s van uitjes waar ze zelf te moe voor was, en zelfs appjes beantwoorden kostte energie. “Waarom heet dit eigenlijk de kusziekte?” vroeg ze zich hardop af, terwijl ze haar vierde kop thee inschonk. Ze had Sarah niet eens gekust! Het bleek allemaal veel ingewikkelder te zijn dan een simpele naam deed vermoeden.
Wat is de ziekte van Pfeiffer eigenlijk?
Mononucleosis infectiosa, zoals het officieel heet, is een virale infectie die wordt veroorzaakt door het
epstein-barr-virus (EBV). Dit virus behoort tot de familie van de herpesvirussen – ja, dezelfde familie als het virus dat verantwoordelijk is voor een koortslip. EBV is een slimme klant, want het verspreidt zich via
speeksel. En nee, je hoeft er niet per se voor te zoenen. Een gedeeld glas, bestek of zelfs een onverwachte niesbui kunnen al genoeg zijn om het virus over te dragen. Maar maak je geen zorgen: het is minder besmettelijk dan bijvoorbeeld de
verkoudheid.
De ‘vermoeidheidsfuik’: hoe het voelt om Pfeiffer te hebben
Het eerste wat je merkt, is die allesoverheersende vermoeidheid. Het voelt alsof iemand je batterij eruit heeft gehaald en je zonder waarschuwing op ‘energiebesparende modus’ heeft gezet. Daarnaast zijn keelpijn, gezwollen lymfeklieren in je hals en een lichte koorts veelvoorkomende klachten. Sommigen krijgen ook last van spierpijn of huiduitslag, terwijl anderen vooral klagen over een enorme lusteloosheid. En het lastige? Die klachten kunnen weken tot maanden aanhouden.
Wie krijgt het en waarom juist jij?
De ziekte van Pfeiffer slaat vaak toe bij jongeren en jongvolwassenen, vooral tussen de 15 en 25 jaar. Waarschijnlijk komt dat doordat mensen in deze levensfase veel sociaal contact hebben – en daarbij soms speeksel uitwisselen. Maar wees gerust: als je het eenmaal hebt gehad, ben je er voor de rest van je leven immuun. Het virus blijft wel in je lichaam, maar wordt meestal ‘inactief’ en veroorzaakt geen klachten meer.
Hoe kom je er weer bovenop?
Het slechte nieuws? Er is geen pilletje of quick fix om ervan af te komen. Het goede nieuws? Met rust, voldoende slaap en gezond eten komt je lichaam er vaak zelf bovenop. Sommige mensen hebben weken nodig, anderen voelen zich na een paar maanden pas weer de oude. Probeer jezelf niet te pushen: luisteren naar je lichaam is het allerbelangrijkste. En als je het even zwaar hebt, denk dan aan Sophie – die haar bank uiteindelijk inruilde voor een dansvloer, helemaal opgeladen en klaar voor actie.
Ziekte van Pfeiffer is misschien geen grap, maar met een beetje geduld en selfcare kom je er sterker uit. En hé, deel die kopjes thee voorlopig even niet!
Klierkoorts: wie, wat en waar krijgt het?
Lisa, 23 jaar, herinnerde zich nog levendig die week in de collegezaal. Ze voelde zich moe, maar ach, ze dacht dat het kwam door de deadlines en haar weekendbaantje. Twee dagen later lag ze gevloerd, met gezwollen lymfeklieren en een keel alsof ze een cactus had ingeslikt. “Klierkoorts,” zei de huisarts, “dat komt vaker voor bij jonge mensen zoals jij.” Dat zette haar aan het denken: waarom juist zij, en niet haar jongere zusje of haar oma?
Laten we die vraag even helemaal uitpluizen. Klierkoorts, in medische termen mononucleosis infectiosa, komt namelijk niet zomaar uit de lucht vallen. De cijfers, verschillen en verrassende patronen achter deze ‘kusziekte’ vertellen ons veel over wie het krijgt, waar en waarom.
Wie krijgt klierkoorts: man of vrouw, jong of oud?
Klierkoorts speelt zich voornamelijk af in de jongere leeftijdsgroepen. Wereldwijd geldt dat 90% van de volwassenen ooit in aanraking is geweest met het epstein-barr-virus (EBV), de boosdoener achter klierkoorts. Het verschil zit ‘m in wanneer dat gebeurt. Bij kinderen verloopt een EBV-infectie vaak mild of zelfs symptoomloos – alsof het virus stiekem langsloopt zonder aan te bellen. Maar bij tieners en jongvolwassenen, vooral tussen de 15 en 25 jaar, veroorzaakt het virus vaker symptomen zoals vermoeidheid, koorts en gezwollen klieren. Waarom? Het immuunsysteem speelt hier een rol: op deze leeftijd reageert je lichaam feller op het virus.

Iets meer vrouwen dan mannen krijgen klierkoortsklachten /
Bron: Clker Free Vector Images, PixabayWat betreft geslacht: vrouwen lijken iets vaker symptomen te krijgen dan mannen, al zijn de verschillen klein. Sommige studies suggereren dat hormonale factoren hierbij een rol spelen, maar harde conclusies ontbreken.
Klimaat en voeding: is de zon een factor?
Het klimaat heeft invloed op de verspreiding van EBV. In tropische gebieden, zoals in de Nederlandse Antillen of Suriname, raken kinderen al op jonge leeftijd besmet. Hierdoor zien we minder gevallen van klierkoorts bij tieners en volwassenen in deze regio’s, omdat ze al immuun zijn. In gematigde klimaten zoals Nederland en België is het juist andersom: besmetting gebeurt vaak pas in de puberteit of later, waardoor klierkoorts hier vaker voorkomt in de typische ‘studentenleeftijd’.
Voeding speelt indirect een rol. Een verzwakt immuunsysteem door slechte voeding kan het risico verhogen dat een EBV-infectie heftiger verloopt. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een tekort aan vitamines zoals B12 of zink – die hebben vaak een minder sterk afweermechanisme.
Genetica: zit het in je genen?
Ja, je genen hebben invloed. Onderzoek wijst uit dat genetische verschillen in het immuunsysteem bepalen hoe jouw lichaam reageert op EBV. Een specifiek gen, HLA-DRB1, lijkt verband te houden met een verhoogde kans op symptomen zoals extreme vermoeidheid. Daarnaast kunnen familiegeschiedenis en erfelijke factoren meespelen: als klierkoorts vaker voorkomt in je familie, kan dat een aanwijzing zijn dat je een verhoogd risico loopt.
Leefstijl en sociale factoren: wie loopt meer risico?
Leefstijl heeft een grote vinger in de pap. Mensen die vaak sociale contacten hebben, zoals studenten die in grote groepen samenwonen of uitgaan, lopen meer kans op besmetting. Het delen van glazen, bestek of zo’n snelle kus tijdens een feestje? Perfecte kansen voor het virus om zich te verspreiden. Roken en overmatig alcoholgebruik kunnen je immuunsysteem bovendien verzwakken, waardoor je vatbaarder bent.
Daarnaast zijn stress en vermoeidheid belangrijke factoren. Mensen met een druk leven of wie te weinig slapen, merken vaak dat hun weerstand vermindert, wat het risico op ziekte verhoogt. Lisa’s hectische studentenschema bijvoorbeeld? De ideale voedingsbodem voor klierkoorts.
Nederland versus de wereld: geografische verschillen
In Nederland komt klierkoorts vooral voor bij jongvolwassenen, met een piek in de leeftijdsgroep 15-25 jaar. Dit is vergelijkbaar met België, waar studenten en scholieren de grootste risicogroep vormen. De Nederlandse Antillen en andere overzeese gebieden laten echter een heel ander patroon zien. Daar raken kinderen al veel jonger besmet, vaak voordat ze naar school gaan. Hierdoor zijn gevallen van klierkoorts bij volwassenen zeldzaam.
Op wereldniveau zien we dat in ontwikkelingslanden EBV-infecties vroeg in het leven voorkomen. In die gebieden is klierkoorts als ziekte dus veel minder zichtbaar. Maar in Westerse landen, waar kinderen later besmet raken, blijft het een bekende ‘studentenziekte’.
Een voorbeeld: waarom kreeg Lisa het?
Lisa’s verhaal is eigenlijk een typisch voorbeeld. Als 23-jarige student in een drukke levensfase vol sociale contacten had ze alle risicofactoren tegen. Haar stress, vermoeidheid en het delen van glazen op een feestje maakten haar de perfecte kandidaat. Combineer dat met het gematigde Nederlandse klimaat en het feit dat ze genetisch net wat gevoeliger bleek, en de puzzel valt in elkaar.
Klierkoorts mag dan onvoorspelbaar lijken, maar de cijfers, leefstijl en genetica bieden genoeg aanknopingspunten om te begrijpen wie het krijgt en waarom. Dus denk de volgende keer misschien twee keer na voordat je dat wijnglas met iemand deelt… of niet, want soms hoort het leven gewoon messy te zijn. En hé, je kunt maar beter immuun worden, toch?
Kenmerken en symptomen Pfeiffer
Soms geen symptomen
Mononucleosis infectiosa wordt gekenmerkt door klachten als moeheid, keelpijn en vergrote
lymfeklieren. Jonge kinderen daarentegen vertonen meestal weinig tot geen symptomen.
Verschijnselen
De symptomen van de ziekte van Pfeiffer kunnen onder meer de volgende zijn:
Huiduitslag
Exantheem, oftewel huiduitslag, kan zomaar opduiken tijdens een Pfeiffer-avontuurtje. Alsof de vermoeidheid en keelpijn nog niet genoeg zijn, krijg je er ineens een extra “cadeautje” bij. Het lijkt soms alsof je huid wil zeggen: “Hoi, ik ben er ook nog!” Het goede nieuws? Meestal is deze uitslag onschuldig en verdwijnt hij vanzelf, maar het kan wel wat ongemak opleveren.
Huiduitslag bij Pfeiffer verschijnt vaak als rode, licht jeukende vlekjes die zich over je romp, armen en soms je benen verspreiden. Denk aan Eva, die na een paar dagen antibiotica ineens onder de vlekken zat. Spoiler: dit kan gebeuren als je bij Pfeiffer onterecht antibiotica krijgt voorgeschreven (amoxicilline is vaak de boosdoener). Het is niet gevaarlijk, maar het voelt ook niet bepaald feestelijk. Jeuk, irritatie en een rood landschap op je huid – daar zit niemand op te wachten.
Wat kun je doen om die huid weer een beetje blij te maken? Begin met zachte zelfzorg. Gebruik een milde, parfumvrije crème of lotion om je huid te hydrateren. Jeuk? Een koud washandje of aloë vera-gel kan verlichting bieden. Probeer ook niet te krabben, hoe verleidelijk dat ook is – dat maakt het vaak alleen maar erger. En vergeet niet dat
zelfzorg bij Pfeiffer niet stopt bij rust, maar ook je huid verdient wat extra liefde.
Meestal verdwijnt de uitslag binnen een paar dagen tot weken, zonder dat je er iets speciaals voor hoeft te doen. Maar als de uitslag blijft, erger wordt of gepaard gaat met koorts of zwellingen, trek dan even aan de bel bij je huisarts. Je huid is tenslotte een spiegel van je gezondheid, en soms heeft die spiegel wat professionele aandacht nodig. Tot die tijd: rustig aan, crème smeren, en jezelf eraan herinneren dat je lijf hard bezig is om beter te worden!
Moeheid
Moeheid bij Pfeiffer is geen gewone "ik heb slecht geslapen" soort vermoeidheid. Nee, dit is van het niveau: "Het voelt alsof ik een vrachtwagen heb gesjouwd, terwijl ik alleen maar de trap op ben gelopen." Je lichaam is in een constante strijd om dat hardnekkige virus eruit te werken, en dat voel je. Niet een beetje, maar keihard. Het lijkt alsof je energiereserves een bodemloze put zijn geworden.

Vermoeidheid als gevolg van Pfeiffer /
Bron: Istock.com/dolgachovNeem Tom, die normaal niet stil kan zitten en altijd in de weer is. Tijdens zijn Pfeiffer-periode veranderde hij in een soort zombie. Zelfs tandenpoetsen voelde als een marathon. Moeheid bij Pfeiffer is anders; het is diepgaand en totaal uitputtend. Maar weet je wat? Het is ook een signaal dat je lijf je iets probeert te vertellen: “Rust. Nu.”
Hoe ga je hiermee om? Het begint met accepteren dat je even gas terug moet nemen. Plan je dagen in kleine stukjes. Een paar uur iets doen, gevolgd door een lange pauze. Denk ook aan slimme voeding – een smoothie met spinazie,
sinaasappel en lijnzaad geeft je net dat beetje energie zonder dat het je lichaam te veel belast. En ja, soms is een dutje om 14.00 uur gewoon een must. Zeg nee tegen schuldgevoel en ja tegen zelfzorg.
Verwacht niet dat die moeheid binnen een paar weken verdwijnt. Pfeiffer is een marathon, geen sprint. Het kan maanden duren voordat je je weer de oude voelt. Laat je niet ontmoedigen als het lang duurt. Zoals Eva ontdekte: “Het voelde alsof ik geen vooruitgang maakte, maar uiteindelijk merkte ik dat ik steeds iets langer actief kon zijn.” Wees geduldig, luister naar je lijf en omarm het idee dat rust ook een vorm van kracht is. Je energiereserves komen wel weer terug, stapje voor stapje. Tot die tijd: chill, accepteer die dutjes en wees lief voor jezelf.
Jonge kinderen
Bij jonge kinderen kunnen de verschijnselen vaak mild tot asymptomatisch zijn. Of er zijn atypische verschijnselen zoals exantheem (huiduitslag), of een longontsteking (interstitiële pneumonie).
Incubatietijd
Het virus heeft een incubatietijd van vier dagen tot acht weken. Bij kinderen in de basisschoolleeftijd is de incubatietijd vier tot tien dagen. Bij jongvolwassenen vier tot zeven weken. De verschijnselen zoals koorts en keelpijn zijn meestal binnen een paar weken verdwenen, hoewel de klachten van vermoeidheid veel langer aanhouden dan een paar weken.
Hoe de ziekte van Pfeiffer je lijf overneemt: van virus tot vermoeidheid
Je kent het vast: die ene vriend(in) die een maand niet uit de voeten kon omdat ‘Pfeiffer haar te pakken had’. Maar wat gebeurt er eigenlijk in je lichaam als je deze beruchte ‘kusziekte’ krijgt? Hoe verandert een piepklein virus je energieke zelf in iemand die alleen nog maar de bank als beste vriend heeft? Tijd om diep te duiken in de pathofysiologie en het ontstaansmechanisme van de ziekte van Pfeiffer. Geen zorgen, we houden het menselijk en begrijpelijk.
De boosdoener: epstein-barr-virus (EBV)
Alles begint met het epstein-barr-virus (EBV), een lid van de herpesvirusfamilie. Dit virus is eigenlijk een stiekeme sluipmoordenaar, want het wordt overgedragen via speeksel. Een simpele kus, een gedeeld glas, of zelfs die vrolijke nies van je collega kan al voldoende zijn. Zodra EBV je lichaam binnenkomt, nestelt het zich comfortabel in je mond- en keelholte, waar het je slijmvliescellen infecteert. Dat is de eerste halte, maar het echte werk begint pas daarna.
Het virus reist via je bloed naar je lymfeklieren, waar het zich richt op een specifieke soort witte bloedcellen: de B-lymfocyten. Dit zijn normaal gesproken de helden van je immuunsysteem, die indringers herkennen en aanvallen. Maar EBV is slim. Het infiltreert die B-cellen, hackt ze als het ware, en gebruikt ze als fabriekjes om zichzelf te vermenigvuldigen. Je immuunsysteem merkt dit natuurlijk op en gaat vol in de tegenaanval.
Je immuunsysteem in overdrive
De oorlog die nu ontstaat, is eigenlijk wat je ziek maakt. Wanneer je immuunsysteem het EBV-infecteerfeest ontdekt, stuurt het een leger T-lymfocyten op pad. Deze ‘killercellen’ hebben maar één doel: de geïnfecteerde B-cellen opsporen en vernietigen. Dit klinkt heroïsch, en dat is het ook, maar het heeft een keerzijde. De enorme activiteit van je immuunsysteem veroorzaakt namelijk een flinke ontstekingsreactie.

Moeheid door Pfeiffer /
Bron: AlexVan, Pixabay Die ontsteking is verantwoordelijk voor veel van de symptomen die je bij klierkoorts voelt: vermoeidheid, koorts, gezwollen lymfeklieren en soms een pijnlijke keel. Alsof dat nog niet genoeg is, kan de reactie in ernstige gevallen je lever en milt belasten, waardoor deze organen opzwellen. Niet voor niets wordt er vaak gezegd dat je rustig aan moet doen als je Pfeiffer hebt – een gescheurde milt is namelijk het laatste wat je wilt.
Waarom ben je zo moe?
De vermoeidheid die met Pfeiffer komt kijken, is legendarisch. Maar waarom ben je nu zó uitgeput? Daar zijn meerdere verklaringen voor. Allereerst gebruikt je lichaam gigantisch veel energie om de infectie te bestrijden. Je immuunsysteem draait overuren, en dat voel je. Daarnaast scheidt je lichaam tijdens de strijd allerlei stoffen uit, zoals cytokines, die ontstekingen bevorderen. Deze stoffen hebben een bijwerking: ze geven je een lusteloos, futloos gevoel.
Bovendien blijft het virus vaak weken tot maanden actief in je lichaam, zelfs als je je al wat beter voelt. Dit betekent dat je immuunsysteem langdurig op scherp staat. Combineer dat met het feit dat de geïnfecteerde B-cellen soms blijven ‘doorpruttelen’ en voilà: langdurige vermoeidheid.
Waarom krijgt niet iedereen dezelfde klachten?
Hier komt het ingewikkelde deel: niet iedereen die besmet raakt met EBV, wordt daadwerkelijk ziek. Bij kinderen verloopt een EBV-infectie vaak zonder symptomen, omdat hun immuunsysteem minder heftig reageert. Jongvolwassenen en tieners hebben daarentegen een immuunsysteem dat overenthousiast reageert, wat de heftige symptomen verklaart. Genetische factoren spelen ook mee. Sommige mensen hebben genetische varianten die hun immuunreactie sterker maken, terwijl anderen het virus relatief rustig laten passeren.
Daarnaast zijn er externe factoren, zoals stress en leefstijl, die invloed hebben op hoe ziek je wordt. Iemand die slecht slaapt, veel stress ervaart of een zwakker immuunsysteem heeft, kan een ernstigere vorm van Pfeiffer krijgen.
Wat gebeurt er na de infectie?
Het vervelende van EBV is dat het nooit helemaal verdwijnt. Zodra je lichaam de infectie onder controle heeft, blijft het virus sluimeren in je B-cellen, soms voor de rest van je leven. Gelukkig merkt bijna niemand daar iets van. Alleen in zeldzame gevallen, zoals bij mensen met een sterk verzwakt immuunsysteem, kan het virus later weer actief worden en problemen veroorzaken.
Klierkoorts is dus een samenspel van een slim virus, een overactief immuunsysteem en een lichaam dat alles op alles zet om te herstellen. Het is geen pretje, maar uiteindelijk is je lichaam sterker dan het virus – al kan het wat tijd kosten om dat te merken. Dus, als je ooit een vriend(in) hebt die klaagt over hun Pfeiffer-dip, geef ze vooral wat begrip en een flinke dosis thee. Hun lichaam voert een strijd die je niet kunt zien, maar die er zeker is.
De oorzaak van de ziekte van Pfeiffer: het epstein-barr-virus in actie
Mononucleosis infectiosa, ofwel de ziekte van Pfeiffer, wordt veroorzaakt door het epstein-barr-virus (EBV). Dit kleine, maar o zo slimme virus hoort bij de herpesvirusfamilie – ja, dezelfde familie die verantwoordelijk is voor de koortslip en waterpokken. Het is een meester in strategie, want het weet zich razendsnel in je immuunsysteem te nestelen. De meeste mensen krijgen in hun leven een keer te maken met EBV, maar niet iedereen wordt er ziek van. Hoe zit dat?
Het epstein-barr-virus verspreidt zich via
speeksel. Dat verklaart de bijnaam ‘kusziekte’, want een kus is één van de makkelijkste manieren om besmet te raken. Maar onderschat het virus niet: ook gedeelde glazen, bestek, tandenborstels of zelfs een speelse nies kunnen het virus overbrengen. Eigenlijk is EBV overal. Voor jongeren en jongvolwassenen die vaak met anderen in contact komen – zoals in schoolkantines, studentenhuizen of op feestjes – is het risico om EBV op te lopen een stuk groter.
Waarom worden sommige mensen wél ziek en anderen niet?
Dit is waar het verhaal interessant wordt. Het epstein-barr-virus kan zich heel anders gedragen afhankelijk van je leeftijd en je immuunsysteem. Bij kinderen verloopt de infectie vaak ongemerkt, zonder noemenswaardige klachten. Maar als je wat ouder bent, kan je immuunsysteem heftiger reageren. Dat komt doordat je afweer sterker wordt naarmate je ouder wordt, wat ervoor zorgt dat EBV meer symptomen kan veroorzaken. Jongvolwassenen tussen de 15 en 25 jaar zijn daarom het meest vatbaar voor de klassieke Pfeiffer-klachten.
Daarnaast spelen leefstijl en gezondheid een grote rol. Stress, slechte voeding, te weinig slaap en een verzwakt immuunsysteem kunnen je vatbaarder maken voor het virus. Het is een perfecte storm: als je al niet lekker in je vel zit, kan EBV dat net dat duwtje geven richting klachten zoals vermoeidheid, koorts en keelontsteking.
Eén keer besmet, voor altijd immuun
Een van de weinige ‘voordelen’ van EBV is dat je het maar één keer kunt krijgen. Zodra je lichaam de infectie overwint, bouw je antistoffen op die je levenslang beschermen. Dat betekent dat recidief – opnieuw ziek worden van Pfeiffer – in principe onmogelijk is. Het virus blijft wel sluimerend aanwezig in je lichaam, maar veroorzaakt geen klachten meer. Voor de meeste mensen is dat het einde van het verhaal.
De wereldwijde impact van EBV
Wist je dat EBV één van de meest voorkomende virussen ter wereld is? Naar schatting heeft 90-95% van alle volwassenen wereldwijd ooit een infectie met dit virus doorgemaakt. In ontwikkelingslanden gebeurt dit vaak al op jonge leeftijd, waardoor de ziekte vaak ongemerkt voorbijgaat. In Westerse landen zoals Nederland en België vindt de eerste blootstelling vaak pas later plaats, wat verklaart waarom jongvolwassenen hier vaker last krijgen van Pfeiffer.
EBV is meer dan alleen de oorzaak van klierkoorts. In zeer zeldzame gevallen kan het bijdragen aan andere gezondheidsproblemen, zoals bepaalde vormen van kanker (bijvoorbeeld Burkitt-lymfoom of nasofaryngeale kanker) of auto-immuunziekten. Maar dit komt gelukkig maar heel weinig voor en speelt zich meestal af in specifieke genetische of omgevingsomstandigheden.
Het mysterieuze karakter van EBV
Het epstein-barr-virus mag dan klein zijn, maar het heeft een grootse invloed op je immuunsysteem. Hoe het zich aanpast, je cellen binnendringt en erin slaagt om lange tijd onopgemerkt te blijven, maakt het tot een fascinerend, maar ook vervelend virus. Gelukkig is het voor de meeste mensen een eenmalige, vervelende ervaring. En als je de ziekte eenmaal hebt gehad? Dan ben je immuun en kun je opgelucht ademhalen – op naar een glas wijn of een kus zonder zorgen!
Risicofactoren voor de ziekte van Pfeiffer
De ziekte van Pfeiffer, ook wel bekend als klierkoorts, lijkt soms willekeurig toe te slaan, maar er zijn een aantal duidelijke factoren die het risico op infectie verhogen. Hieronder een uitgebreide tabel met risicofactoren en hoe deze je kwetsbaarheid kunnen beïnvloeden.
Risicofactor | Invloed op het risico |
Leeftijd (15-25 jaar) | De meeste gevallen van Pfeiffer komen voor in deze leeftijdsgroep, omdat het immuunsysteem in deze periode het sterkst reageert op het epstein-barr-virus. Jongeren en jongvolwassenen zijn hierdoor vatbaarder voor symptomen. |
Sociale contacten | Wonen in studentenhuizen, uitgaan en het delen van glazen of bestek vergroten de kans op blootstelling aan speeksel dat het virus bevat. |
Stress | Chronische stress verzwakt het immuunsysteem, waardoor je lichaam minder goed in staat is om infecties te bestrijden. Dit maakt je vatbaarder voor het ontwikkelen van klachten. |
Slechte voeding | Een tekort aan essentiële voedingsstoffen zoals vitamines B12 en zink kan het immuunsysteem verzwakken, wat het risico op een ernstigere infectie vergroot. |
Weinig slaap | Een gebrek aan slaap vermindert de weerstand van je lichaam en maakt je gevoeliger voor infecties, waaronder EBV. |
Roken en alcoholgebruik | Deze gewoonten kunnen je immuunsysteem onderdrukken en het herstel na infectie vertragen. |
Verminderde hygiëne | Het niet goed wassen van handen of delen van persoonlijke voorwerpen kan de overdracht van het virus makkelijker maken. |
Overvolle ruimtes | Regelmatig in drukke, slecht geventileerde ruimtes verblijven verhoogt de kans op blootstelling aan het virus. |
Genetische gevoeligheid | Sommige mensen hebben genetische varianten die hen vatbaarder maken voor een heftige immuunreactie op EBV. |
Risicogroepen voor de ziekte van Pfeiffer
Niet iedereen loopt evenveel risico op Pfeiffer. Bepaalde groepen hebben een grotere kans om besmet te raken of symptomen te ontwikkelen. De onderstaande tabel geeft inzicht in wie deze risicogroepen zijn en waarom.
Risicogroep | Waarom deze groep vatbaarder is |
Studenten en scholieren | Studenten en scholieren bevinden zich vaak in groepen waar het delen van glazen, bestek of eten normaal is. Ook worden ze vaker blootgesteld aan speeksel door sociaal contact. |
Jongeren in sportteams | In kleedkamers, tijdens wedstrijden of bij gezamenlijke waterflessen komt contact met speeksel vaker voor. De fysieke belasting kan daarnaast de weerstand verminderen. |
Gezinnen met jonge kinderen | Jonge kinderen kunnen het virus vaak ongemerkt verspreiden binnen het gezin. Oudere gezinsleden raken dan besmet via gedeeld bestek, eten of knuffelen. |
Mensen met een verzwakt immuunsysteem | Mensen met aandoeningen die het immuunsysteem aantasten, zoals HIV of kanker, lopen meer risico op infectie en ernstige klachten door EBV. |
Bewoners van internaten en studentenhuizen | Het delen van leefruimtes en gebruiksvoorwerpen, gecombineerd met stress en slaapgebrek, verhoogt de kans op verspreiding van EBV aanzienlijk. |
Reizigers naar tropische gebieden | In tropische gebieden waar kinderen vaak al vroeg worden besmet met EBV, kunnen reizigers die nog niet immuun zijn extra risico lopen. |
Werknemers in kinderopvang | Deze groep heeft veelvuldig contact met kleine kinderen, die vaak het virus bij zich dragen zonder duidelijke symptomen te vertonen. |
Mensen met een genetische aanleg | Sommige mensen hebben genetische eigenschappen waardoor ze gevoeliger zijn voor een zware immuunreactie, wat hun kans op symptomen vergroot. |
Vermoeide of gestreste mensen | Een chronisch hoog stressniveau of slaaptekort maakt het lichaam minder weerbaar tegen virussen zoals EBV. |
Onderzoek en diagnose

Bloedonderzoek /
Bron: WathanyuSowong/Shutterstock.com De standaard aanpak: bloedonderzoek
De eerste stap om Pfeiffer op te sporen is meestal een simpel
bloedonderzoek. Je huisarts prikt even en kijkt naar antistoffen tegen het EBV. Er zijn twee belangrijke spelers:
- IgM-antistoffen: die wijzen op een verse infectie, oftewel: het virus is nu actief.
- IgG-antistoffen: deze laten zien dat je het virus eerder hebt gehad, want spoiler: bijna iedereen krijgt ooit EBV.
Daarnaast checken ze soms je leverwaarden, want Pfeiffer kan je lever een tik geven. Dit verklaart waarom je je soms zo brak voelt – het is niet alleen die vermoeidheid.
Maar wat als het niet standaard is?
Neem Lisa, 22 jaar. Ze dacht aan een simpele verkoudheid, maar voelde zich na weken nog steeds alsof ze door een vrachtwagen was overreden. Haar huisarts wilde het zekere voor het onzekere nemen en bestelde extra onderzoeken. Soms is dat nodig, zeker als de klachten te lang duren of atypisch zijn.
- PCR-test voor EBV-DNA: Dit is een hypergevoelige test die kijkt of het virus zelf in je bloed zit. Handig als de standaard antistoffentesten geen duidelijkheid geven.
- Heterofiele antistoffentest: Dit is een snelle test, ook wel de monospot genoemd. Niet heel precies, maar het geeft in noodgevallen snel een hint.
- Differentiële bloedtelling: Hierbij wordt gekeken naar je witte bloedcellen. Een verhoogd aantal atypische lymfocyten (dat zijn een soort afweercellen) kan wijzen op Pfeiffer.
Innovatief en minder bekend: wat speelt er nog meer?
Het standaardpakket is niet altijd genoeg, vooral bij ingewikkelde gevallen. Gelukkig is de medische wereld volop in beweging. Wat dacht je van deze?
- Viral load metingen: Dit wordt vaak gebruikt bij mensen met een zwak immuunsysteem. Het kijkt naar hoeveel virus er nog actief rondzwerft in je lichaam.
- Flowcytometrie: Klinkt high-tech, toch? Het is een techniek die je immuuncellen supergedetailleerd analyseert. Zo kunnen ze precies zien hoe hard je lichaam tegen het virus vecht.
- Next-generation sequencing (NGS): Voor de echte speurneuzen. Dit kijkt naar genetisch materiaal in je bloed en kan helpen om EBV-infecties te onderscheiden van andere virussen, zoals CMV (cytomegalovirus).
Niet alles is Pfeiffer…
Hier is een interessante twist: Pfeiffer kan lijken op heel andere aandoeningen. Denk aan:
- HARTIKEL=143408]Cytomegalovirus[/ARTIKEL] (CMV): Dit virus geeft vergelijkbare klachten. Het verschil? CMV wordt meestal niet via kussen overgedragen.
- Toxoplasmose: Deze sluipmoordenaar komt vaak door rauw vlees of kattenpoep (ja, echt).
- Acute HIV-infectie: In zeldzame gevallen kan dit lijken op Pfeiffer, maar met een andere oorzaak.
Soms duurt het even voordat je een duidelijk antwoord hebt, en dat kan frustrerend zijn. Maar als je huisarts extra testen voorstelt, wees gerust: ze willen gewoon zeker weten dat ze niets over het hoofd zien.
Wat kun je zelf doen?
Het is verleidelijk om te googelen en jezelf te verliezen in allerlei vage symptomen, maar laat het speurwerk vooral aan de artsen over. Wat je wél kunt doen, is lief zijn voor je lijf. Neem je rust, eet gezond, en probeer niet te veel stress op te stapelen. En als het echt te lang duurt, trek op tijd aan de bel – er zijn altijd nieuwe wegen om te ontdekken wat er speelt.
Behandeling van de ziekte van Pfeiffer
Pfeiffer: geen magische pil
Je zit doodmoe op de bank, je keel voelt alsof je een schuurpapier-smoothie hebt gedronken, en je hoopt dat de dokter een wondermiddel uit zijn kast tovert. Dan komt de klap: voor de ziekte van Pfeiffer is geen specifieke behandeling. Geen pil, geen drankje, nada. Dat betekent niet dat je er niets aan kunt doen, maar het draait vooral om je lichaam de tijd en rust geven om te herstellen.
Rust… maar niet té veel
Oké, rust is het toverwoord. Maar dat betekent niet dat je wekenlang als een zombie op bed moet liggen. Probeer een balans te vinden. Voel je je fit genoeg om even buiten te wandelen? Doen! Lisa (jep, daar is ze weer) zat zichzelf compleet op te vreten omdat ze dacht dat ze niks mocht doen. Toen haar huisarts uitlegde dat licht actief blijven juist kan helpen, begon ze kleine wandelingen te maken. “Het voelde als een mini-overwinning,” zei ze.

Groenten /
Bron: Istock.com/warrengoldswainEten alsof je lichaam je beste vriend is
Het klinkt cheesy, maar voed je lichaam met wat het nodig heeft. Denk aan verse groenten, fruit, volkoren producten en voldoende eiwitten. Vermijd alcohol, hoe verleidelijk dat wijntje of biertje ook lijkt, want je lever heeft het al zwaar genoeg. Oh, en blijf goed gehydrateerd. Water, kruidenthee, soep – alles telt.
De keelpijn aanpakken
Die keel die voelt alsof er schuurpapier doorheen gaat? Daar kun je wél iets tegen doen.
- Gorgelen met zout water (ja, echt, het helpt).
- Honing in je thee of gewoon een lepeltje puur.
- Zuigtabletten met een verzachtende werking – vraag in de apotheek wat geschikt is.
Er is niks mis mee om een paracetamol te nemen als je last hebt van koorts of spierpijn. Maar wees wel voorzichtig met zware pijnstillers of dingen zoals ibuprofen, vooral als je lever wat van slag is door Pfeiffer.
Hoe zit het met medicijnen?
Antibiotica? Die doen helemaal niks tegen Pfeiffer, want het is een virus. Toch kan het in uitzonderlijke gevallen gebeuren dat je arts medicijnen voorschrijft. Bijvoorbeeld:
- Bij ernstige zwelling in je keel: Soms worden corticosteroïden gebruikt om die zwelling wat te verminderen. Dit is meer uitzondering dan regel, maar het kan.
- Bij complicaties: Heel soms krijg je een bijkomende bacteriële infectie (zoals keelontsteking), en dan kunnen antibiotica wél nodig zijn.
Wat als het té lang duurt?
Pfeiffer kan soms maanden duren, en dat is slopend. Merel (26) moest zich na drie maanden nog steeds elke middag terugtrekken om even te slapen. Toen ze weer naar haar huisarts ging, bleek dat haar ijzer- en B12-waarden aan de lage kant waren. Een simpel bloedonderzoek kan veel duidelijk maken. Soms is het dus niet alleen de Pfeiffer, maar ook een ander probleem dat meespeelt.
Alternatieven en tips uit grootmoeders tijd
Sommigen zweren bij dingen zoals
echinacea, kurkuma of
gember om hun immuunsysteem een boost te geven. Of het werkt? Dat verschilt per persoon. Maar zolang je het veilig gebruikt en niet als vervanging voor een gezonde basis, kan het geen kwaad om ermee te experimenteren.
Laat je niet gek maken
De grootste tip? Laat je niet meeslepen door de druk om “snel beter te worden.” Pfeiffer vraagt om geduld. Zoek afleiding in kleine dingen die je energie geven. Een goed boek, een hobby die niet te intens is, of gewoon een bingewatchsessie van je favoriete serie. Het komt goed, echt waar. Je lijf heeft tijd nodig, maar uiteindelijk komt het weer in balans.
Praktische tips en zelfzorg bij de ziekte van Pfeiffer
De ziekte van Pfeiffer, ook wel bekend als de "kissing disease," klinkt misschien romantischer dan het is. Iedereen die het heeft meegemaakt, weet dat het vooral draait om uitputting, keelpijn en soms een gevoel alsof je bent overreden door een vrachtwagen. Het is een virus dat je leven even op pauze zet en je dwingt om naar je lichaam te luisteren. En dat, mijn vriend, kan behoorlijk frustrerend zijn als je gewend bent om de wereld draaiende te houden.
Gelukkig kun je zelf veel doen om deze periode iets draaglijker te maken. Het draait allemaal om slimme keuzes en jezelf niet overvragen. Denk aan rust nemen zonder je schuldig te voelen en je energie gebruiken waar het écht nodig is. En nee, dit gaat niet over zweverige praktijken – we houden het praktisch en haalbaar. Kleine, doeltreffende stappen die je herstel kunnen versnellen en je leven iets comfortabeler maken.
Het geheim zit 'm in
zelfzorg. Simpele maatregelen die je lichaam ondersteunen terwijl het vecht tegen dit hardnekkige virus. Van voldoende slaap tot het vermijden van zware inspanningen: het zijn geen wondermiddelen, maar ze maken een wereld van verschil. Je hoeft geen marathon te lopen om goed voor jezelf te zorgen; een beetje minder doen is in dit geval juist een overwinning.
In de volgende lijst vind je twaalf praktische tips die je meteen kunt toepassen. Geen poespas, maar pure no-nonsense adviezen om je herstel te bevorderen. Het leven staat misschien even in de spaarstand, maar met de juiste aanpak kom je hier sterker uit. Klaar om die Pfeiffer een koekje van eigen deeg te geven? Laten we beginnen!
Zorg voor voldoende nachtrust
Als je lichaam vecht tegen de ziekte van Pfeiffer, is slaap je beste bondgenoot. Denk maar aan Sanne, een studente die dacht dat ze 's nachts nog wel even kon doorleren omdat ze zich schuldig voelde over gemiste colleges. Fout! Die extra uurtjes slaap bleken haar redding. Je lichaam heeft tijd nodig om te herstellen, en dat gebeurt vooral terwijl je slaapt. Maak je kamer zo comfortabel mogelijk, met verduisterende gordijnen en een rustige sfeer. Een goede nachtrust is niet alleen essentieel voor je energieniveau, maar geeft je immuunsysteem een serieuze boost. En ja, je hebt die extra uren écht nodig – je bent geen machine.
Vermijd zware lichamelijke inspanning
Lars, fanatiek hardloper, kwam zichzelf keihard tegen. Hij dacht dat hij ondanks Pfeiffer ‘gewoon’ zijn schema kon blijven volgen. Resultaat? Hij lag een week plat. Je lichaam is geen sportschool; het wil rust, geen extra belasting. Laat die dumbbells even links liggen en skip de marathonplannen. Wandelen mag, maar hou het bij korte stukjes – puur om de frisse lucht op te snuiven en niet compleet in de stilstand te belanden. Zware inspanning verlengt je herstelperiode, dus gun jezelf die pauze. Dit is hét moment om even egoïstisch te zijn.

Kiwi toevoegen aan je smoothie /
Bron: Martin SulmanEet gezond en gevarieerd
Wat je eet, doet ertoe. Denk aan Sarah, die haar eetpatroon compleet omgooide en afscheid nam van haar geliefde fastfood. Ze stapte over op groenten, fruit, volkoren producten en gezonde vetten. Het resultaat? Ze voelde zich helderder in haar hoofd en minder uitgeput. Eten dat rijk is aan vitamines en mineralen ondersteunt je herstel. Een smoothie met spinazie, avocado en
kiwi kan bijvoorbeeld een voedzame oppepper zijn. En vergeet niet voldoende eiwitten, want je lichaam heeft bouwstenen nodig. Eten is meer dan brandstof; het is je apotheek.
Gebruik een neusspray bij een verstopte neus door secundaire infecties
Het lijkt misschien een klein ongemak, maar geloof me, een
verstopte neus kan je het leven zuur maken. Neem Tim, die er ’s nachts bijna niet van kon slapen. Hij probeerde uiteindelijk een eenvoudige neusspray op basis van zoutoplossing, en het verschil was dag en nacht. Het helpt om je luchtwegen vrij te maken, waardoor je beter kunt ademen én slapen. Let wel op: gebruik zo’n spray niet langer dan een week achter elkaar, want anders kun je er juist last van krijgen. Bonuspunt: als je neus vrij is, voel je je vaak direct minder futloos.

Groene thee /
Bron: Marylooo/Shutterstock.comHoud je dagelijkse activiteiten beperkt en plan rustmomenten in
Ken je Robin nog, de altijd drukke organisator van buurtfeesten? Hij dacht dat hij Pfeiffer wel even 'tussen de bedrijven door' kon uitzitten. Spoiler alert: dat liep niet goed af. Het punt is, met Pfeiffer moet je leren doseren. Plan je dag in blokken en wees eerlijk over wat je écht aankan. Een paar uur iets doen, gevolgd door een langere pauze, kan wonderen doen. Denk aan jezelf als een telefoonbatterij die langzaam oplaadt, maar snel leegloopt. Gun jezelf die momenten van opladen, al is het met een dekentje op de bank en een kop
groene thee.
Kies voor zachte voeding bij keelpijn
Als zelfs slikken voelt alsof je een cactus naar binnen probeert te werken, is het tijd om slimme keuzes te maken. Marieke, een groot fan van crunchy snacks, moest noodgedwongen overschakelen op soepjes en yoghurtjes. En dat werkte verrassend goed. Zachte voeding voorkomt extra irritatie van je keel en zorgt ervoor dat eten geen strijd wordt. Denk aan havermout, puree of een smoothie met
sinaasappel voor een vitamineboost. Houd ook wat honing bij de hand; een theelepel daarvan kan je keel tijdelijk verzachten en maakt het leven nét even wat dragelijker.

Voldoende water drinken /
Bron: Mimagephotography/Shutterstock.comDrink voldoende water
Dit klinkt misschien als een inkoppertje, maar je wilt echt niet uitdrogen, zoals Kevin ontdekte toen hij zich steeds beroerder voelde. Hydratatie is key, vooral als je last hebt van keelpijn en koorts. Neem een herbruikbare fles mee en zorg dat je die minstens een paar keer per dag bijvult. Water helpt afvalstoffen afvoeren en houdt je energieniveau stabiel. Pro-tip: voeg een schijfje
citroen toe voor een verfrissende twist en een beetje extra vitamine C. Geen waterdrinker? Kruidenthee kan ook, maar skip suikerhoudende drankjes – die geven je een korte piek, maar laten je daarna uitgeput achter.
Maak korte wandelingen om je conditie op peil te houden
Je zou denken dat rust gelijkstaat aan de hele dag platliggen, maar niets is minder waar. Kleine beetjes beweging zijn juist goed voor je lichaam. Neem nou Sophie, die zich ondanks haar vermoeidheid dwong om elke dag tien minuten buiten te lopen. Ze merkte al snel dat die frisse lucht en een beetje zon haar humeur verbeterden. Daarnaast helpt
beweging je bloedsomloop op gang en versterkt het je immuunsysteem. Let wel: geen gesjouw of sprintjes trekken. Een rustige wandeling door het park of gewoon een blokje om je huis is genoeg. Het gaat erom dat je niet helemaal stilvalt, want dat maakt de terugweg naar fit zijn des te zwaarder.

Vermijd alcoholgebruik /
Bron: Istock.com/karelnoppe
Je lever heeft al genoeg te verduren tijdens een Pfeiffer-infectie. Wist je dat dit virus je lever flink kan belasten, zelfs als je weinig merkt? Peter, die normaal op vrijdagavond van zijn biertje geniet, besloot tijdelijk af te zien van alcohol. Resultaat? Minder vermoeidheid en een sneller herstel. Alcohol vertraagt namelijk het genezingsproces en kan je symptomen verergeren. Bovendien zorgt het vaak voor uitdroging, wat je absoluut niet kunt gebruiken. Laat die cocktail dus even staan en ga voor een glas water of thee – je lever zal je dankbaar zijn.
Gebruik paracetamol bij koorts of spierpijn
Laten we eerlijk zijn: als je je koortsig en pijnlijk voelt, wil je gewoon een snelle oplossing. Paracetamol is daarbij je beste vriend. Het helpt je koorts te verlagen en die zeurende spierpijn te verlichten. Bas, die zich door zijn Pfeiffer alsof hij in een marathon zonder finish voelde, merkte dat een tabletje hem net genoeg verlichting gaf om even op te laden. Maar overdrijf het niet – houd je aan de aanbevolen dosering en gebruik het alleen als je echt ongemak ervaart. Zie het als een hulpmiddel, niet als dé oplossing. Uiteindelijk is
zelfzorg nog steeds de basis van je herstel.

regelmatig je handen wassen /
Bron: Pezibear, Pixabay Was regelmatig je handen om verspreiding van het virus te voorkomen
Pfeiffer is berucht om hoe makkelijk het zich verspreidt. Een simpele hoest of een gedeeld glas kan al genoeg zijn. Esther, die haar handen niet vaak genoeg waste, kreeg haar hele huisgenotenkring onbedoeld ziek. Was je handen regelmatig met water en zeep, vooral na hoesten, niezen of het aanraken van oppervlakken die anderen ook gebruiken. Een klein flesje handgel kan ook handig zijn voor onderweg. Het lijkt misschien een detail, maar dit soort gewoontes helpen niet alleen jezelf, maar ook de mensen om je heen te beschermen. Bovendien voelt het gewoon fris!
Vermijd rokerige omgevingen om je luchtwegen te sparen
Heb je al moeite met ademhalen door keelpijn of een verstopte neus? Rook maakt dat alleen maar erger. Kevin, die dacht dat het geen kwaad kon om met vrienden in een shishalounge te zitten, kwam er snel achter dat zijn keel er dubbel zo rauw van werd. Tabaksrook, zelfs als je niet zelf rookt, irriteert je luchtwegen en kan je herstel vertragen. Het beste is om helemaal weg te blijven uit rokerige ruimtes. Dit is trouwens ook hét moment om te overwegen te
stoppen met roken als je dat nog niet hebt gedaan. Je longen zullen je dankbaar zijn.

Kurkuma /
Bron: Ajale, PixabayKurkuma: gouden kruidenboost
Kurkuma, oftewel de "gouden specerij," is niet zomaar een hype. Het zit boordevol curcumine, een stofje met ontstekingsremmende eigenschappen. Neem nou Jeroen, die na wekenlang kwakkelen besloot kurkuma in zijn dagelijkse routine te verwerken. Hij strooide het over zijn soep, roerde het door zijn thee en ontdekte zelfs een recept voor een golden milk. Binnen een paar dagen voelde hij zich minder futloos en had hij meer energie. Kurkuma werkt als een natuurlijke ontstekingsremmer en helpt je lichaam herstellen van dat vervelende Pfeiffer-virus. Combineer het met
zwarte peper, want dat boost de opname van curcumine met maar liefst 2000%!
Een simpele manier om kurkuma in je dieet te krijgen? Maak een verwarmend drankje met warme melk (of een plantaardige variant), een theelepel kurkuma, een snufje zwarte peper en een vleugje honing. Niet alleen lekker, maar ook een echte krachtpatser voor je herstel.

Kamillethee /
Bron: Congerdesign, PixabayKamille: rust voor je lichaam en geest
Kamille klinkt misschien oubollig, maar onderschat de kracht van dit kruid niet. Denk aan Sanne, die ‘s avonds maar bleef woelen in bed door de keelpijn en vermoeidheid. Een kopje
kamillethee was haar redding. Kamille heeft kalmerende en ontstekingsremmende eigenschappen die perfect zijn voor een uitgeput lichaam. Het helpt niet alleen je keel te verzachten, maar brengt ook je zenuwstelsel tot rust – precies wat je nodig hebt als Pfeiffer je uit balans brengt.
Je kunt kamille op verschillende manieren gebruiken: drink het als thee, doe het in een stoombadje voor je luchtwegen of gebruik een afgekoeld zakje als kompres op vermoeide ogen. Simpel, maar oh zo effectief. Wil je het een extra boost geven? Combineer het met een beetje honing en een schijfje
citroen voor extra vitamines en verzachting. Perfect om je dag mee af te sluiten en je lichaam de rust te geven die het verdient!
Prognose en verloop van de ziekte van Pfeiffer
Je hoort vaak: “Ach, het is maar Pfeiffer, daar groei je vanzelf overheen.” Maar wat betekent dat eigenlijk? En hoe lang duurt dat ‘vanzelf’? Voor de meeste mensen is de prognose gelukkig goed, maar het kan een grillige weg zijn, vol pieken en dalen. De ene persoon staat na een paar weken weer fit op, terwijl de ander maandenlang met vermoeidheid blijft worstelen. Laten we erin duiken, met cijfers én verhalen.
De korte termijn: hoe snel knap je op?
Voor veel mensen zijn de eerste 2 tot 4 weken het heftigst. Je voelt je uitgeput, hebt keelpijn, gezwollen klieren en misschien koorts. Maar het goede nieuws is dat ongeveer 80% van de mensen binnen zes weken weer op de been is. Dat betekent: je dagelijkse dingen kunnen oppakken zonder dat je na elke taak het gevoel hebt dat je uren moet slapen.
Neem Daan, 19 jaar. Hij kreeg in de zomer Pfeiffer en was in september fit genoeg om aan zijn studie te beginnen. "De eerste weken waren pittig," zegt hij, "maar door veel te slapen en rustig aan te doen, merkte ik dat mijn energie langzaam terugkwam."
De langere termijn: wat als het langer duurt?
Hier wordt het verhaal wat ingewikkelder. Bij ongeveer 10 tot 20% van de mensen blijft de vermoeidheid langer hangen, soms wel maanden. Dit noemen artsen postinfectieuze vermoeidheid. Het kan voelen alsof je elke dag een marathon hebt gelopen, terwijl je alleen maar een simpele boodschap hebt gedaan.
Eva, 25 jaar, was zo’n geval. Na drie maanden voelde ze zich nog steeds futloos. “Ik dacht dat ik lui was of dat ik me aanstelde, maar toen las ik dat langdurige vermoeidheid bij Pfeiffer normaal kan zijn. Dat gaf me rust.” Het kostte haar uiteindelijk zes maanden om volledig te herstellen, maar nu voelt ze zich weer als vanouds.
Blijvende gevolgen: hoe vaak komt dat voor?
Gelukkig is de kans op blijvende schade klein. Voor het overgrote deel van de mensen verdwijnen alle symptomen volledig. Maar bij een klein percentage – minder dan 1% – kunnen complicaties optreden, zoals:
- Problemen met de lever, zoals een tijdelijke ontsteking (hepatitis).
- Zeldzame complicaties zoals miltruptuur oftewel een scheur in de milt (gelukkig komt dit zelden voor, ongeveer 0,1% van de gevallen).
- Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS): dit komt zeer sporadisch voor, maar Pfeiffer kan een trigger zijn bij mensen die hier gevoelig voor zijn.

Niet roken! /
Bron: WerbeFabrik, Pixabay Waarom herstelt de één sneller dan de ander?
Er is geen magische formule die voorspelt hoe snel je weer de oude bent, maar er zijn wel factoren die meespelen:
- Leeftijd: Jongeren herstellen over het algemeen sneller dan volwassenen. Pfeiffer komt het vaakst voor tussen de 15 en 25 jaar, en in deze groep is de prognose meestal goed. Bij mensen boven de 30 kan het herstel wat trager verlopen.
- Stressniveau: Mensen die tijdens hun ziekteperiode te veel stress ervaren, hebben meer kans op een langer herstel. Je lichaam kan zich dan minder goed focussen op de genezing.
- Levensstijl: Gezond eten, voldoende slapen en niet roken helpen je lichaam om de draad sneller op te pakken.
Cijfers op een rijtje
- 80-85%: Binnen zes weken hersteld, vooral jongeren en jongvolwassenen.
- 10-20%: Langdurige vermoeidheid (tot zes maanden of langer).
- <1%: Ernstige complicaties, zoals miltproblemen of leverontsteking.
- Bijna iedereen: Geen blijvende schade. Het lichaam ruimt het Epstein-Barr-virus op en je afweersysteem blijft sterk.
Het licht aan het einde van de tunnel
Het belangrijkste om te onthouden? Bijna iedereen herstelt volledig. Het is misschien een lange, frustrerende reis, maar je lichaam weet wat het moet doen. Eva’s arts zei het mooi: “Je lichaam is geen machine die je even reset. Het is een plant die water, zonlicht en tijd nodig heeft.”
Dus: geef jezelf de ruimte om te herstellen. Luister naar je lichaam. En weet dat die dagen waarop je je weer fit en energiek voelt dichterbij komen, zelfs als ze nu mijlenver weg lijken.
Complicaties
Complicaties komen slechts bij uitzondering voor. Beschreven zijn:
- miltruptuur (een scheur in de milt)
- hemolytische anemie (een ernstige vorm van bloedarmoede)
- ziekte van Guillain-Barré (een zenuwaandoening die leidt tot het niet of onvoldoende functioneren van de spieren, en verlammingen)
- pericarditis (een ontsteking van het hartzakje of pericard)
Lees verder