Sprongtesten tijdens revalidatie voorste kruisband knie
Tijdens de revalidatie van een voorste kruisband blessure in de knie is het van belang dat er een gestandariseerd behandeplprotocol toegepast wordt om herhaling van de aandoening te voorkomen. Zo komen sprongtesten (hoptesten) pas laat in de revalidatie aan de orde (na ongeveer 3-6 maanden). Sprongtesten zijn belangrijk om inzicht te krijgen in de functionaliteit van de aangedane knie ten opzichte van de niet aangedane knie.
Inleiding
Om een goede indruk te krijgen van de functionaliteit van de geopereerde knie ten opzichte van de niet geopereerde knie, worden er bij patiënten tussen de 3-6 maanden een test batterij van verschillende sprongtesten (hoptesten) uitgevoerd. Deze sprongtesten geven de therapeut inzicht in de stabiliteit, kracht, explosiviteit en pijn van het aangedane been ten opzichte van het niet aangedane been. Indirect geeft het ook informatie wat betreft de propriocepsis, coördinatie en coactivatie van de musculatuur van de benen.
Verschillende sprongtesten
De sprongtesten worden uitgevoerd door 2 meetlinten van 6 meterlang en 15 centimeter breed uit elkaar te leggen. Er wordt eerst met het gezonde been gesprongen en daarna met het aangedane been. Tussen elke poging wordt er minder dan 30 seconde pauze gehouden. Tussen de verschillende sprongtesten wordt een pauze van 2 minuten gehanteerd om verzuring zoveel mogelijk tegen te gaan.
De 'single hop for distance'
De single hop for distance wordt uitgevoerd door met de teen tegen de nul centimeter lijn te gaan staan en een maximale vertesprong te maken. Hierna land de patiënt op dezelfde voet als waarmee hij of zij heeft gesprongen. De patiënt moet 2 seconde stabiel staan. Daarna wordt er vanaf de teen gemeten wat de gesprongen afstand is. De afstand wordt vergeleken met het andere been. De afstand met het aangedane been wordt door de afstand die met het gezonde been is gesprongen gedeeld. Hierna wordt de uitkomst vermenigvuldigd met 100. Deze vergelijking wordt de Limb Symmetry Index (LSI) genoemd.
De '6 meter timed hop'
De 6 meter timed hop test wordt in dezelfde opstelling van de meetlinten uitgevoerd. De patiënt moet zo snel mogelijk hinkelend de 6 meter overbruggen. Er wordt eerst met het gezonde been gesprongen. Ook nu wordt er vanaf de teen gemeten en de tijd wordt stop gezet wanneer de hak van de patiënt de 6 meter lijn passeert. Er wordt weer een LSI berekend aan de hand van de eerder genoemde formule.
De 'triple hop for distance'
De triple hop for distance wordt weer in dezelfde opstelling van de meetlinten uitgevoerd. Er wordt eerst met het gezonde been gesprongen. In deze test moet de patiënt drie vertesprongen maken achter elkaar. vervolgens wordt er vanaf de teen tot de teen gemeten. Men moet 2 seconde kunnen stabiliseren na de 3e sprong voor een valide uitvoering. Er wordt weer een LSI berekend aan de hand van de eerder genoemde formule.
De 'cross over hop for distance'
De cross over hop for distance is een test waarbij 3 keer gesprongen wordt. Dit doet men schuin over de meetlinten en zo ver mogelijk. Men moet 2 seconde stabiliseren op de plaats voor een valide uitvoering. Er wordt vanaf de teen gemeten. er wordt weer een LSI berekend aan de hand van de eerder genoemde formule.
Beoordeling Limb Symmetry Index
De Limb Symmetry index geeft het verschil aan tussen het geopereerde been ten opzichte van het niet geopereerde been. Dit wordt vermeld door verschillende gradaties:
Goed | 10% of lager |
Redelijk | tussen 10-20% |
Matig | tussen 20-30% |
slecht | meer dan 30% |
Lees verder