Oppervlakkige brandwonden: symptomen, oorzaak en behandeling
Oppervlakkige brandwonden zijn eerstegraads- dan wel ondiepe tweegraads verbrandingen van de huid. Bij een eerstegraads verbranding is alleen de opperhuid beschadigd en is de huid rood, droog en soms lichtgezwollen. Bij een tweedegraads verbranding is de huid egaal roze-rood, nat en pijnlijk. Er kan blaarvorming optreden. Bij verbranding geldt het motto: 'Eerst water, de rest komt later'. Eerstegraads brandwonden genezen meestal binnen één week zonder verdere behandeling. Op de afbeelding is een tweedegraads brandwond te zien, omgeven door eerstegraads brandwond. Je kan ook allerlei maatregelen nemen om brandwonden te voorkomen. Drink bijvoorbeeld nooit hete thee, koffie of soep als je een kind op schoot hebt en plaats aanstekers en lucifers buiten bereik van kinderen.
Wat zijn oppervlakkige brandwonden?
Brandwonden kunnen al naar gelang de diepte van de verbranding, onderscheiden worden in drie soorten:
- eerstegraads brandwonden;
- tweedegraads brandwonden (oppervlakkig en diep); en
- derdegraads brandwonden.
Men spreekt van oppervlakkige brandwonden bij een eerstegraads verbranding dan wel ondiepe tweedegraadsverbrandingen van de huid.
Symptomen van oppervlakkige brandwonden
Brandwonden worden, afhankelijk van de diepte en ernst, in verschillende gradaties onderverdeeld.
Eerstegraads verbranding
Bij een eerstegraads verbranding[ is alleen de epidermis of opperhuid, dat is de buitenste huidlaag, aangetast. In dat geval treedt roodheid op.
Tweedegraads verbrandingen
Bij tweedegraads verbrandingen die ondiep van aard zijn, is de de lederhuid of dermis slechts enigszins aangetast. Bij diepe tweedegraads brandwonden is de dermis wel beschadigd.
Derdegraads brandwonden
Bij derdegraads brandwonden is de hele huidlaag tot aan het onderhuids vetweefsel aangetast.
Classificatie
De classificatie van brandwonden is als volgt:
Graad | Kenmerken |
Graad 1 | De opperhuid is rood, droog, pijnlijk als gevolg van prikkeling van de zenuwuiteinden en soms licht opgezwollen. Er treedt geen blaarvorming op; dat is een kenmerk van een tweedegraads brandwond. Eerstegraads verbrandingen genezen binnen enkele dagen vanzelf, zonder achterlating van littekens. Heel vaak worden eerstegraads verbrandingen veroorzaakt door zonverbranding. |
Graad 2 oppervlakkig | De huid is egaal roze-rood, nat en pijnlijk, met eventuele blaarvorming. Er is slechts weinig dermisverlies. |
Graad 2 diep | De wonde is roodachtig-wit en zeer pijnlijk. De dermis is beschadigd, alleen de diepere dermisstructuren blijven intact. Dergelijke wonden tonen een afwisselend rode en wasachtige witte verkleuring. |
Graad 3 | De huid tot aan het onderhuids vetweefsel is aangetast. Het aspect is wit-geel tot bruin-zwart, droog, leerachtig. Het is nauwelijks pijnlijk vanwege beschadiging van de huidzenuwen. |
Koffie /
Bron: Istock.com/PuwanaiSomwanOorzaken van oppervlakkige brandwonden
Courante oorzaken
Veelvoorkomende oorzaken van oppervlakkige verbrandingen zijn onder meer:
- blootstelling aan teveel zonlicht;
- heet water;
- met water bereide voedingsmiddelen, zoals koffie, thee en soep;
- kortdurend contact met hete voorwerpen, zoals een hete (koeken)pan of een strijkbout.
Heet water
Bij verbrandingen met heet water moet de ernst niet onderschat worden, aangezien water een veel hogere soortelijke warmte heeft dan vet. Hierdoor ontstaan vaak diepe tweede- tot derdegraads verbrandingen bij verbrandingen met heet water, zoals hete thee.
Oorzaak is van belang voor de diagnose
De oorzaak is van belang bij het diagnosticeren van de diepte en ernst van de verbranding.
Huisarts met patiënt /
Bron: Istock.com/monkeybusinessimagesOnderzoek huisarts
Lichamelijk onderzoek
Zeer oppervlakkige en zeer diepe brandwonden zijn door een arts klinisch eenvoudig te diagnosticeren. De meeste brandwonden bevinden zich echter in het midden van het spectrum; bij deze wonden is de diepte lastiger te vast te stellen. De huisarts zal de ernst te bepalen door na te gaan wat de grootte en diepte van de wonde is. De grootte kan worden bepaald door ervan uit te gaan dat de oppervlakte van de hand van het slachtoffer overeenkomt met 1% van zijn lichaamsoppervlak. De diepte kan worden bepaald met behulp van de
capillary refill en
pin-prick-test.
Pin-prick-test
Oppervlakkige brandwonden kunnen worden onderscheiden van diepere wonden door de wond aan te prikken. Een oppervlakkige wond zal bij aanprikken snel bloeden en zeer pijnlijk zijn.
Capillary refill
Dit onderzoek geeft het een indicatie van de diepte van de brandwond. De huisarts zal met een vinger of pincet op de verbrande huid duwen en het bloed uit de haarvaten leeg drukken, waarbij de huid wit verkleurd. Vervolgens beoordeelt de huisarts hoelang het duurt voordat de haarvaten zich weer met bloed gevuld hebben. Normaliter zijn de haarvaten weer binnen 2 seconden gevuld en heeft het zijn normale kleur weer terug. Bij eerstegraads en oppervlakkig tweedegraads brandwonden is de capillary refill verhoogd, terwijl bij diep tweedegraads en derdegraads brandwonden deze sterk vertraagd of zelfs afwezig is.
Oorzaak vaststellen
Voorts zal de huisarts de oorzaak van de verbranding vaststellen, met het oog op bijvoorbeeld eventuele rook- en inhalatieschade, onderhuidse necrose bij elektriciteitsverbranding en om de eventuele ernst in te kunnen schatten. Bij heetwaterverbranding is bekend dat thee meer schade aanricht dan koffie.
Aanvullend onderzoek bij brandwonden
Aanvullend onderzoek (in een ziekenhuis of brandwondencentrum) kan nodig zijn in de vorm van
laser-doppler-imaging, waarbij de doorstroom van de huiddoorbloeding nauwkeurig wordt geregistreerd. Met dit onderzoek kan de dieptegraad van de brandwonde nog beter geobjectiveerd worden. Een hele brandwond kan in korte tijd worden afgebeeld zonder dat contact met de brandwond vereist is. De doorbloeding van de brandwond wordt getoond in drie hoofdkleuren:
- een rode brandwond heeft de potentie om binnen 14 dagen te genezen;
- een gele brandwond heeft een genezingspotentieel tussen 14-21 dagen; en
- een blauwe brandwond heeft een genezingpotentieel van langer dan 21 dagen.
Behandeling oppervlakkige brandwonden
Eerst water
Allereerst geldt bij verbranding het motto: 'Eerst water, de rest komt later'. Het is allereerst van belang om de wonde onmiddellijk na het brandongeval gedurende een twintigtal minuten te koelen, bij voorkeur onder lauw, stromend water. Wacht hier niet te lang mee, want een half uur later heeft het geen zin meer.
Crème, zalf en natte kompressen
Het aanbrengen van een verzachtende huidcrème kan uitdroging en pijn voorkomen. In plaats daarvan kunnen ook natte kompressen worden toegepast. Oppervlakkige tweedegraadsvebrandingen kunnen behandeld worden met vette gazen of een hydrocolloïd verband, zoals Duoderm of Tegaderm. Bij een infectie kan de wond gereinigd worden met povidonjood. Op basis van een wondkweek zal de huisarts bepalen of orale antibiotica geïndiceerd zijn. Bij gesloten wondbehandeling kan ook gekozen worden voor hydroactieve of biosynthetische verbanden.
Prognose
Eerstegraads brandwonden genezen meestal binnen één week zonder verdere behandeling.
Preventie
Neem de volgende maatregelen in acht om het risico op (oppervlakkige) brandwonden te verminderen:
- Laat nooit (koeken)pannen zonder toezicht op het vuur staan.
- Draai de pannengrepen naar de achterkant van het fornuis, zodat ze niet uitsteken.
- Houd je kind tijdens het koken uit de buurt van het fornuis.
- Houd hete vloeistoffen buiten het bereik van kinderen en huisdieren.
- Houd elektrische apparaten uit de buurt van water.
- Controleer de temperatuur van het voedsel voordat je het aan een kind opdient. Verwarm een babyfles niet in de magnetron.
- Kook nooit terwijl je loszittende kleding draagt die vlam kan vatten boven het fornuis.
- Houd een klein kind uit de buurt van (straal)kachels, buitengrills, barbecues en open haarden.
- Koppel tosti-ijzers, broodroosters en soortgelijke apparaten los als deze niet in gebruik zijn.
- Door stopcontacten te beveiligen, voorkom je dat je kind speelgoed, vingertjes of andere dingen in het stopcontact wurmt.
- Als je rookt, rook dan nooit in bed.
- Zorg ervoor dat je op iedere verdieping in je huis een (werkende) rookmelder hebt. Controleer regelmatig of de rookmelders ook nog steeds werken.
- Idealiter voorzie je op iedere verdieping van je woning één bluseenheid, hetgeen een schuimbrandblusser van 6l is.
- Draag bij gebruik van chemicaliën altijd een veiligheidsbril en kleding.
- Houd chemicaliën, aanstekers en lucifers buiten het bereik van kinderen. Gebruik veiligheidskleppen. En gebruik geen aanstekers die op speelgoed lijken.
- Laat kinderen nooit alleen bij brandende kaarsen
- Drink nooit hete thee, koffie of soep als je een kind op schoot hebt
- Zet de (gevulde) theepot, koffiekan en kopjes ruim buiten bereik van kinderen.
Lees verder