Liesklachten - Diagnostische tests
Van alle blessures die bestaan zijn 2-5% liesklachten. Deze liesklachten komen het meest voor bij mensen die sporten beoefenen zoals, ijshockey, schaatsen, handbal, hockey, karate, skiën maar voornamelijk bij voetbal. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat 5% van alle blessures bij voetballers gelokaliseerd zijn in de lies. Om aan te tonen of uit te sluiten of er liesklachten aanwezig zijn, is het van belang om betrouwbare en valide tests te hanteren.
Diagnostische tests voor liesklachten
Hieronder worden verschillende tests beschreven die mogelijk liesklachten kunnen aantonen al dan niet uitsluiten:
Pelvic Belt test
De patiënt ligt op zijn rug op de behandeltafel, waarbij de knieën zich in 90 graden flexie bevinden en de voeten staan plat op de behandeltafel. De patiënt wordt gevraagd om beide knieën naar elkaar toe te bewegen (hand of dynamometer bevindt zich tussen de knieën) met de grootst mogelijke kracht. De test wordt 2 maal uitgevoerd. De eerste keer wordt de test uitgevoerd zonder de Pelvic Belt en de tweede keer met de Pelvic Belt. Om een duidelijk beeld te gebruiken van de kracht kan er een dynamometer gehanteerd worden om de kracht te meten.
Wat wordt er getest:
Door het dragen van de Pelvic Belt wordt isometrische adductie (naar binnen bewegen van de bovenbenen) tegen weerstand van de heup vergeleken met isometrische adductie tegen weerstand van de heup zonder de Pelvic Belt.
Wetenschappelijk ondersteuning Pelvic Belt:
De Pelvic Belt test geeft aan dat liespijn bij isometrische adductie tegen weerstand niet altijd een tendinitis (peesontsteking) van de adductoren hoeft te zijn. Een groot deel van de patiënten hebben niet de symptomen/tekenen wat betreft de klassieke diagnose van een tendinitis van de adductoren (spiergroep die een binnenwaartse beweging maakt van de bovenbenen). Veel patiënten vertonen pijn op andere locaties. Met de Pelvic Belt aan wordt in veel gevallen de pijn minder en de kracht stijgt. De mogelijkheid bestaat dat instabiliteit van het bekken een oorzaak is voor het ontstaan van liesklachten. De Pelvic Belt test kan wat dat betreft een test zijn om de instabiliteit van het bekken aan te tonen.
Single adductor test
De patiënt ligt in rugligging op de behandeltafel met het te testen been in 30 graden flexie (buigen) van de heup en met het niet te testen been in 0 graden flexie van de heup. De patiënt wordt gevraagd om de weerstand die de behandelaar uitvoert, bij het te testen been, tegen te gaan en de positie van het been te handhaven. De test wordt niet langer dan 2 seconde uitgevoerd. Tijdens de test wordt er geconstateerd of de patiënt pijn ervaart. Na de test wordt het andere been getest. Als er pijn wordt geconstateerd tijdens de test dan is dit een positief resultaat.
Wat wordt er getest:
Pijn wordt ter hoogte van de adductoren en/of het os pubis gemeten tijdens isometrische weerstand tegen adductie. Aan de hand van de gevonden gegevens kan er een uitspraak worden gedaan of er wel al dan niet liespijn aanwezig is.
Bilaterale adductor test
De patiënt ligt in rugligging op de behandeltafel waarbij beide benen tegelijkertijd worden geheven tot 30 graden flexie van de heupen. Als de benen zich in 30 graden flexie van de heup bevinden dan worden de benen in lichte abductie (naar buiten) en exorotatie (naar buiten draaien) stand gezet. De patiënt wordt gevraagd om de weerstand, die de behandelaar met beide onderarmen richting adductie uitvoert, tegen te gaan en de positie van beide benen te handhaven. Hierbij wordt activiteit gevraagd van beide adductor groepen. De test wordt niet langer dan 2 seconde uitgevoerd. Tijdens de test wordt er geconstateerd of de patiënt pijn ervaart. Na de test wordt het andere been getest. Als er pijn wordt geconstateerd tijdens de test dan is dit een positief resultaat.
Wat wordt er getest:
Pijn wordt ter hoogte van de adductoren en/of het os pubis gemeten tijdens isometrische weerstand tegen adductie. Aan de hand van de gevonden gegevens kan er een uitspraak worden gedaan of er wel al dan niet liespijn aanwezig is.
Adductie tegen weerstand
De patiënt ligt in rugligging op de behandeltafel. De behandelaar staat aan het voeteneind waarbij de handen en de onderarmen tussen de voeten liggen met de handen aan de binnenkant van de enkels. De tenen van de patiënt wijzen recht naar boven. In deze positie moet de patiënt met maximale kracht de benen naar elkaar toe bewegen.
Wat wordt er getest:
Tijdens adductie tegen weerstand wordt de aanwezigheid van pijn in de lies gemeten. De patiënt geeft door middel van 'ja' of 'nee' aan of er pijn aanwezig is. Daarnaast wordt de kracht van de adductoren bepaald. De kracht kan worden beschreven als 'zwak', 'middelmatig' of 'sterk'.
Lees verder