Slokdarmklachten door een uitstulping van de darmwand
Een uitstulping van de wand van de slokdarm, een Zenker divertikel, komt vooral voor bij mensen van veertig jaar of ouder. Door een zwakke plek in de spierwand van de slokdarm, rekt het slijmvlies steeds verder uit en vormt zo een zakje waarin etensresten kunnen achterblijven. De uitstulping ontstaat vrijwel altijd bij de overgang van de keel naar de slokdarm. Slikklachten, eten dat omhoog komt, een brokgevoel in de keel en een slechte adem zijn veel voorkomende klachten.
De slokdarm is een buis van zo'n 30 cm lang die vooral bestaat uit spieren. De slokdarm verbindt de keel met de maag. Door het samentrekken van de spieren in de wand van de slokdarm wordt ons eten, nadat we het doorslikken, actief naar de maag vervoerd.
Zwakke plek in de slokdarmwand
Als we ouder worden verslappen de spieren in onze slokdarm. Wanneer er vaak meer druk op de slappere spierwand van de slokdarm staat of wanneer de spierwand veelvuldig wordt uitgerekt, kan er een zwakke plek ontstaan. De binnenwand van de slokdarm rekt altijd uit om voedsel door te laten. Te grote happen voedsel, veel en heftig braken of eten dat regelmatig vanuit de maag omhoog stroomt naar de slokdarm (reflux) leiden er echter toe dat de slokdarmwand zich erg veel of erg vaak moet uitrekken. Wanneer de druk aanhoudt, kan de plek in de spierwand zo zwak worden dat het slijmvlies ter plaatse naar buiten uitzakt. Er ontstaat dan een zakje dat in de borstholte hangt: een Zenker divertikel.
Brok in de keel en slikklachten
De uitstulping ontstaat meestal aan het begin van de slokdarm, bij de overgang naar de keel. In het zakje (de uitstulping) kan voedsel achterblijven. De wand van de slokdarm rekt zo steeds meer uit en het zakje wordt groter. Van een kleine uitstulping merk je over het algemeen weinig. Soms is de keel wat geïrriteerd, waardoor je vaker moet hoesten of de neiging hebt steeds je keel te schrapen. Als de uitstulping groter wordt en er voedsel in achterblijft, ontstaan meer klachten. In eerste instantie kun je, vooral nadat je gegeten hebt, het gevoel hebben dat er een brok in je keel zit. Wat later ontstaan vaak problemen met slikken, komt er regelmatig onverteerd eten omhoog en is er een borrelend geluid in je hals te horen als je drinkt. Als het eten dat in het zakje achterblijft gaat rotten, krijg je bovendien last van een slechte adem.
Heesheid en ernstige longontsteking
Naarmate de uitstulping groter wordt, nemen de slikklachten toe. Soms zijn de klachten zo ernstig dat je minder gaat eten en gewicht verliest. Het onverteerde voedsel dat vanuit de slokdarm terugstroomt naar de keel, kan de stembanden irriteren en leiden tot heesheid. Het voedsel kan ook in de luchtpijp en de longen terecht komen en een ernstige longontsteking veroorzaken. Vooral bij ouderen kan dit erg gevaarlijk zijn. Het risico dat eten vanuit je slokdarm via de keel in je luchtpijp terechtkomt, is vooral aanwezig als je ligt en de uitstulping vrij groot is. Wanneer er veel eten in de uitstulping achterblijft, wordt het (gevulde) zakje zo groot dat het de slokdarm van opzij dichtdrukt. Het eten kan dan niet meer goed naar de maag zakken en blijft langer in de slokdarm zitten. Bij een extreem grote uitstulping bestaat er een kleine kans dat de slokdarmwand openbarst en er een scheurtje ontstaat. Dit veroorzaakt een hevige, stekende pijn op de borst, braken, moeite met slikken, benauwdheid en bloedingen. Dit bloed kun je soms in de ontlasting of in het braaksel zien. Een scheurtje in de slokdarmwand moet bijna altijd operatief gesloten worden.
Onderzoek in het ziekenhuis
Bij aanhoudende klachten, zal de huisarts je meestal doorsturen naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Een Zenker divertikel kan worden vastgesteld met behulp van een slikfoto of een kijkonderzoek van de slokdarm.
Normaal gesproken is de slokdarm niet te zien op een röntgenfoto. Tijdens het nemen van de
slikfoto's krijg je daarom een contrastmiddel (bariumpap) te drinken. Hierdoor worden de slokdarm en eventuele afwijkingen zichtbaar op de foto's. Het röntgenonderzoek duurt meestal zo'n 15 minuten. Je mag hierna weer naar huis. Soms heb je, door de bariumpap, nog een paar dagen last van witte ontlasting. Dit is onschuldig. Het is verstandig om na het onderzoek veel water te drinken, waardoor het contrastmiddel snel uit je lichaam verdwijnt.
Bij een
kijkonderzoek van de slokdarm (gastroscopie) brengt de arts een dunne, flexibele slang via je mond in je slokdarm. Aan de slang zijn een kleine camera en een lampje bevestigd. Om kokhalzen zoveel mogelijk tegen te gaan, kan met een speciale spray of gel je keel verdoofd worden. Als de slang in je slokdarm zit, wordt er lucht ingeblazen. Zo kan de arts de binnenkant van je slokdarm goed bekijken. De beelden van de camera worden op een beeldscherm weergegeven. Het onderzoek duurt ongeveer 10 minuten. Je mag hierna weer naar huis. Door de ingeblazen lucht kun je soms nog enige tijd last hebben van boeren. Ook kan je keel door de slang wat gevoelig of geïrriteerd zijn. Dit zijn onschuldige klachten die snel verdwijnen.
Behandeling en een aangepast dieet
Een Zenker divertikel is op zich onschuldig. De uitstulping wordt dan ook alleen behandeld wanneer je er erg veel last van hebt of wanneer hij erg groot is. De arts kan tijdens een operatie de uitstulping verwijderen. Deze operatie heet een diverticulectomie. Er kan echter ook gekozen worden voor een zogenaamde myotomie. Hierbij wordt tijdens een kijkoperatie, meestal met laserstralen of elektriciteit, een opening gemaakt in het tussenschot tussen de slokdarm en de uitstulping. De uitstulping wordt zo één met de slokdarm en er kan geen voedsel meer in achterblijven.
Als de Zenker divertikel niet operatief behandeld wordt, dan kunnen een regelmatige massage en een dieetadvies helpen om de klachten te verminderen. Sommige mensen lukt het om met een massage van de hals de voedselresten uit de uitstulping te verwijderen. Als de uitstulping regelmatig geleegd wordt, zullen de klachten aanzienlijk verminderen. Met een aangepast dieet kunnen de slikklachten en de passageklachten - het doorstromen van voedsel door de slokdarm - deels voorkomen worden. Zo is het verstandig om bij iedere hap iets te drinken, om rustig te eten en goed te kauwen. Vermijd daarnaast hard of stevig voedsel en maak je eten zo klein mogelijk. Haal dus de harde korsten van je brood en neem smeuïg beleg. Eet liever geen rundvlees (dit is erg vezelig), maar kies in plaats daarvan voor kip, wild of vis. Deze vleessoorten zijn gemakkelijker door te slikken. Hetzelfde geldt voor gekookte groenten. Snij het vlees heel klein en pureer de groenten en de aardappelen. Gebruik eventueel jus, bouillon, melk of saus door je eten. Dit maakt het voedsel vettig en vochtig, waardoor het beter naar beneden zakt. Ga tijdens en na het eten ook goed rechtop zitten. Door de zwaartekracht zakt het voedsel makkelijker naar de maag. Neem, tot slot, liever zes tot acht kleine maaltijden per dag (waaronder een paar vloeibare), in plaats van drie grote. Dit maakt het eten minder vermoeiend en je krijgt toch voldoende calorieën binnen. Als je erg veel last hebt van een verminderde eetlust en gewichtsverlies, vraag dan een persoonlijk voedingsadvies aan een diëtist.
Een Zenker divertikel is een onschuldige aandoening. De klachten kunnen echter heel vervelend zijn en je dagelijkse leven behoorlijk beïnvloeden. Ga met aanhoudende slikklachten of passageklachten altijd naar de huisarts.
Lees verder