Lichen planus: rode, hevig jeukende bultjes op de huid


Grijs-witte lijntjes in de mond
Bij ongeveer 75% van de mensen komt lichen planus voor op de huid of op de slijmvliezen van de geslachtsdelen. De overige 25% lijdt aan orale lichen planus, waarbij het slijmvlies van de wangen, de tong en het tandvlees is aangedaan. In dit laatste geval zijn meestal grijs-witte lijntjes (striae van Wickham) en stipjes zichtbaar op het slijmvlies. Een enkele keer ontstaan rode afwijkingen, die gepaard kunnen gaan met blaren en open, pijnlijke wondjes (erosieve vorm). Er bestaat mogelijk een risico dat met name de erosieve vorm van orale lichen planus over kan gaan in mondkanker. Onderzoek heeft dit echter nog niet overtuigend aangetoond.Rode, platte, hevig jeukende bultjes op de huid

Bij 1 op de 10 mensen met lichen planus zijn ook de nagels aangetast. Over de lengte van de nagels lopen dan ribbeltjes, gleufjes en spleten. In ernstige gevallen kan de nagel zo los gaan zitten dat hij er afvalt. In zeldzame gevallen komt lichen planus op de hoofdhuid voor. Haaruitval is dan een mogelijk gevolg.
Onderzoek door een specialist
De diagnose lichen planus van de huid wordt meestal gesteld door de dermatoloog. Bij de orale vorm is dit vaak de tandarts of de kaakchirurg. Omdat lichen planus kan lijken op andere huidaandoeningen, wordt soms een biopt genomen. Er wordt dan een klein stukje huid of slijmvlies weggenomen en in het laboratorium onderzocht. De diagnose is dan met zekerheid te stellen.De oorzaak van lichen planus is in het merendeel van de gevallen onbekend. Wanneer het slijmvlies van de mond is aangedaan, wordt soms een allergietest gedaan om een eventuele allergische reactie op kwik en amalgaam vast te stellen. Dit levert echter vaak niets op. De behandeling bestaat dan ook meestal uit symptoombestrijding en is erop gericht om de jeuk en de ontstekingsreactie te bestrijden.
Behandeling van lichen planus van de huid en geslachtsdelen
In eerste instantie wordt vaak een antihistaminicumzalf of corticosteroïdencrème voorgeschreven. Deze zalven en crèmes onderdrukken de jeuk. Corticosteroïden remmen daarnaast de ontsteking. In ernstige gevallen kan poliklinisch lichttherapie (met ultraviolet licht) worden toegepast. In combinatie hiermee moet je vaak tabletten slikken die de huid gevoeliger maken voor licht. Bij zeer ernstige vormen van lichen planus zijn vitamine A-preparaten en orale medicijnen beschikbaar, zoals prednisolon en ciclosporine. Deze middelen beïnvloeden het immuunsysteem van het lichaam en mogen slechts kortdurend gebruikt worden. Kleine, hardnekkige plekjes kunnen eventueel operatief verwijderd worden.Behandeling van orale lichen planus
Milde gevallen van orale lichen planus hebben geen behandeling nodig. Bij erge pijnklachten wordt meestal een spoelmiddel of zalf voor de mond voorgeschreven. Deze middelen op corticosteroïdenbasis (bijvoorbeeld ciclosporinebevattende drank of prednisolon) onderdrukken de symptomen, maar genezen de aandoening niet. Ook kan eventueel een verdovende gel (lidocaine) worden voorgeschreven. Veel mensen met deze vorm van lichen planus hebben ook baat bij een aangepast eetpatroon, zoals het vermijden van gekruide, zoute of zure voedingsmiddelen. Wanneer de aandoening alleen in de mondholte voorkomt en niet op de huid, dan kan het zinvol zijn om de amalgaamvullingen te vervangen door composietvullingen. Bij de meeste mensen verminderen hierna de klachten. Dit geldt zowel bij een positieve als bij een negatieve allergietest op kwik of amalgaam. Het advies is om het mondslijmvlies een half jaar na de behandeling te laten controleren door de tandarts of kaakchirurg. Zijn de klachten niet verdwenen, dan is een jaarlijkse controle verstandig.
Lichen planus is over het algemeen een stabiele aandoening. Na de eerste twee maanden komen er meestal geen nieuwe plekken meer bij. Bij het merendeel van de mensen verdwijnt lichen planus binnen enkele maanden tot jaren vanzelf. Na genezing blijven er vaak wel donkerbruine vlekken zichtbaar op de huid. Vooral orale lichen planus kan echter zeer hardnekkig zijn en een lange tijd aanwezig blijven. Bij één op de vijf mensen komt de huidaandoening, na genezing, weer terug.