Nederlanders worden steeds dikker
De inwoners van Nederland worden steeds dikker. Inmiddels is meer dan de helft van de mensen tussen de 30 en 70 jaar te zwaar en de groep met abdominale obesitas breidt zich snel uit. Deze aandoening uit zich met name door een te grote buikomtrek. Opvallend is dat met name het aantal relatief jonge mensen met abdominale obesitas sterk gegroeid is de laatste jaren.
Van de Nederlandse mannen in de leeftijdsgroep van 30 tot en met 70 jaar is ruim 60 procent te zwaar; de BMI (body mass index: het aantal kilogram per vierkante meter lichaamsoppervlak) van deze personen is 25 of hoger. In deze leeftijdsgroep is 44 procent van de vrouwen te zwaar. Zo’n 13 procent van de mannen en 14 procent van de vrouwen heeft zelfs een BMI van 30 of hoger en leidt daarmee aan obesitas, oftewel ernstig overgewicht. Deze aandoening komt bij laag opgeleiden 1,5 keer vaker voor dan bij hoog opgeleiden.
Dit is slechts een klein aantal uitkomsten van een recent onderzoek van het RIVM. Hiervoor werd bij ruim 4500 personen uit de algemene Nederlandse bevolking bloed afgenomen in 2009 en 2010. Bovendien werden deze personen gemeten en gewogen, en men moest een vragenlijst invullen.
Abdominale obesitas: een te dikke buik
Een deel van de groep Nederlanders die te zwaar is of ernstig overgewicht heeft, heeft een (veel) te dikke buik en leidt aan abdominale obesitas. Het gaat hierbij om zo’n 27 procent van de mannen en maarliefst 39 procent van de vrouwen. Deze groep heeft ongezond veel vet op de buik. Bij mannen ligt de grens hiervoor op een buikomtrek van 102 centimeter of meer en bij vrouwen op 88 centimeter of meer.
Het is opvallend dat het aantal mensen met een te dikke buik met bijna een kwart is toegenomen in vergelijking met 15 jaar geleden (toen een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd). Met name bij de vrouwen in de leeftijdscategorie van 30 tot en met 39 jaar is de toename schrikbarend hoog, dit percentage is met bijna driekwart toegenomen tot 26 procent nu!
Risico’s
Er zitten zeer veel risico’s aan obesitas. Maar omdat buikvet het meest schadelijk is, vormt met name abdominale obesitas een risico. Niet voor niets is de hoeveelheid buikvet een belangrijke graadmeter voor het bepalen van het risico op hart- en vaatziekten en diabetes. Uit het onderzoek van het RIVM bleek dat bij 6 procent van de mannen tussen de 30 en 70 jaar diabetes voorkomt. Voor de vrouwen in dezelfde leeftijdsklasse geldt dit voor 5 procent. Met het toenemen van de leeftijd, blijkt ook het percentage personen met diabetes toe te nemen, bij 14 procent van de mannen van de 60 tot 70 jarigen en bij 11 procent van de vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie blijkt diabetes voor te komen. Opvallend is wel dat bij ongeveer een kwart van alle personen waarbij diabetes vast werd gesteld, dit nog niet bekend was.
Omdat een groeiend aantal mensen leidt aan overgewicht of zelfs aan obesitas, wordt deze aandoening steeds ‘normaler’ gevonden door de samenleving. De norm verschuift, wat een risico vormt, omdat hierdoor jonge mensen minder ontmoedigd worden om gezond te leven. Wanneer iemand op jonge leeftijd al te dik is, is het zeer moeilijk om hier op latere leeftijd vanaf te komen, bovendien werken de schadelijke effecten zeer lang door.
Bij 34 procent van de onderzochte mannen en bij 24 procent van de onderzochte vrouwen kwam het zogenaamde
metabool syndroom voor. Hiervan is sprake bij aanwezigheid van ten minste drie van de vijf risicofactoren: abdominale obesitas, hoge bloeddruk, laag HDL cholesterolgehalte, een verhoogd glucosegehalte in het bloed en/of een verhoogd vetgehalte (trigyceridengehalte) in het bloed. Het risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten wordt hierdoor verhoogd.
Oorzaken obesitas
De toename van het aantal mensen met (abdominale) obesitas ten opzichte van 15 jaar geleden mag met name opvallend genoemd worden omdat mensen zich de laatste jaren bewuster leken te zijn geworden van de risico’s van overgewicht en een ongezonde levensstijl. De reden dat Nederlanders toch dikker zijn geworden ligt met name bij een gebrek aan beweging. Vaak wordt voor korte ritjes toch de auto gepakt in plaats van de fiets, in steden wordt veel gebruik gemaakt van het openbaar vervoer in plaats van de fiets en in gebouwen draaien de liften overuren, terwijl trappen soms haast onvindbaar blijken. Verder ligt een overmatige beschikbaarheid van (slecht) voedsel ten grondslag aan het toenemend aantal mensen dat leidt aan obesitas. Tegenwoordig kan men op iedere hoek van de straat wel een snelle snack kopen, variërend van patat tot ijs, en van loempia’s tot vele soorten snoepgoed.