Bestralingsenteritis: Schade aan darmen door radiotherapie
Bij het dumpingsyndroom treden diverse stoornissen op nadat een arts een (deel van) de maag verwijderd heeft. Het eten wordt namelijk als het ware “gedumpt” van de slokdarm naar de dunne darm. Door het overmatig snel ledigen van de maaginhoud in de dunne darm verschijnen diverse symptomen, waaronder buikkrampen, misselijkheid, hartkloppingen en zweten. Het levenslang nuttige van kleine maaltijden en het beperken van de suikerinname is nodig bij het dumpingsyndroom, maar soms zijn medicijnen en/of een operatie ook inzetbaar.
Oorzaken bestralingsenteritis
Schade aan gezonde cellen in darm
Radiotherapie gebruikt krachtige röntgenstralen, deeltjes of radioactieve zaden om kankercellen te doden. De therapie schaadt eveneens gezonde cellen in de bekleding van de darm. Een bestralingsdosis van meer dan 40 Gy is schadelijk voor de darmen.
Bij radiotherapie van vormen van kanker
Zo’n 5 à 15% van de patiënten die radiotherapie in de buik of het bekkengebied krijgen, ontwikkelt bestralingsenteritis. Dit gebeurt vooral bij patiënten met volgende typen
kanker:
De vaakst bestraalde gebieden zijn het ileum (laatste deel van de dunne darm) en het rectum (endeldarm).
Risicofactoren van schade aan de darmen
Volgende risicofactoren verhogen de kans op chronische darmproblemen door een behandeling via bestraling aan het bekken- of buikgebied:
Symptomen: Buikpijn
Dunne darm
Complicaties van radiotherapie zijn
misselijkheid,
braken,
buikkrampen,
diarree (soms diarree met bloed en/of met slijm en/of
vetdiarree) en (golfachtige)
buikpijn. Buikpijn door een verstopping is echter het belangrijkste symptoom bij bestralingsenteritis. Veel patiënten lijden tevens aan een verhoogde darmfrequentie,
gewichtsverlies en/of zware rectale bloedingen.
Schade aan andere gebieden
In de praktijk is de dikke darm ook mogelijk getroffen door radiotherapie en dan met name de endeldarm. De gebruikte term hiervoor is ‘bestralingscolitis’. Door de schade aan de endeldarm, verschijnt mogelijk ‘bestralingsproctitis’ (ontsteking van de endeldarm).
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch criterium
Ongeveer zes weken na het beëindigen van radiotherapie, zijn deze klachten bij de meeste patiënten verdwenen. Van chronische bestralingsenteritis is sprake wanneer de symptomen gedurende drie maanden of langer aanhouden.
Diagnostisch onderzoek
Indien de symptomen zes weken na het stopzetten van radiotherapie nog niet verbeterd zijn, voert een arts een colonoscopie uit. Dit inwendig kijkonderzoek van de darm is nodig om andere oorzaken van de aanwezige klachten uit te sluiten. Daarnaast is hij met een
colonoscopie in staat om eventuele bloedingen van bloedvaten (
teleangiëctasieën) te behandelen.
Voldoende blijven drinken is noodzakelijk /
Bron: Clker Free Vector Images, PixabayBehandeling door medicatie
De behandeling van bestralingsenteritis is voornamelijk symptomatisch gericht, maar is niet altijd eenvoudig. Medicijnen tegen
pijn, diarree en misselijkheid zijn voorhanden. Verder moet de patiënt voldoende blijven drinken om uitdroging (
dehydratie) te voorkomen. Indien de patiënt toch onvoldoende vocht inneemt, is een ziekenhuisopname noodzakelijk waarbij de patiënt intraveneus (via een ader) vloeistoffen toegediend krijgt. De arts vermijdt indien mogelijk een chirurgische ingreep. Indien echter een
darmobstructie of een
darmperforatie (gat in darm) aanwezig is, is een operatie noodzakelijk. Acute bestralingsschade aan het rectum leidt tot bestralingsproctitis, wat gepaard gaat met diarree en
tenesmen (frequente of aanhoudende drang om zich te ontlasten), met of zonder bloed. Lokale (op de huid aangebrachte)
corticosteroïden helpen bij een aantal patiënten.
Complicaties van radiotherapie aan darmen
Diverse chronische effecten van radiotherapie op de darmen zijn mogelijk. Soms sterven de spiervezels af. Daarnaast is verzwering mogelijk als gevolg van
ischemie (zuurstoftekort van het bloed). Soms veroorzaakt de radiotherapie ook littekenweefsel aan de darmen, waardoor een vernauwing van de darmen ontstaat. Dit resulteert dan in een obstructie (verstopping) van de darmen (
darmobstructie). Verder komt mogelijk een darmperforatie of een darmfistel tot stand. Patiënten met chronische bestralingsenteritis ervaren mogelijk
hypocalciëmie (verlaagd calciumgehalte in het bloed),
ferriprieve anemie (tekort aan
ijzer in het bloed) en een
vitamine B12-tekort.
Malabsorptie (slechtere opname van voeding in de darmen) is tot slot een andere complicatie. Dit is het gevolg van
bacteriële overgroei in verwijdde segmenten en door schade aan het darmslijmvlies.