De geschiedenis van het permanent, lang houdbare krullen
Lang houdbare en mooie krullen, het is een wens van veel vrouwen, niet alleen nu maar ook tot ver terug in de geschiedenis. Tegenwoordig hebben we de beschikking over een techniek die 'permanenten' heet, hierbij wordt er gebruik gemaakt van chemicaliën die ervoor zorgen dat steile haren omgetoverd worden tot een bos met krullen. We hebben de keuze uit grove krullen, fijne krullen en alles daartussenin, met een beetje geluk kunnen we na een behandeling weer een aantal maanden genieten van onze nieuw look. Voor het zover was hebben echter heel wat mensen uit heel wat tijden geëxperimenteerd met verschillende technieken, hierover lees je hier meer.
In tijden tot 1900
Vrouwen in het oude Egypte krulden hun haren door ze met een mengsel van klei en water te bedekken en de lokken rond houten stokjes te draaien, hiermee gingen ze in de zon zitten om de klei te laten “bakken”. Pruikenmakers ontdekten al ruim voor 1900 dat ze krullen in pruiken konden maken die redelijk lang meegingen door de haren rond een pin te draaien en de pruik vervolgens te koken in water. Tegen het einde van de 19de eeuw werd er door diverse uitvinders al geëxperimenteerd met de voorlopers van wat wij nu een krultang zouden noemen. Losse tangen werden boven een gasvlam opgewarmd om vervolgens daarmee in het haar een krul door middel van hitte aan te brengen.
Na 1900
Rond het begin van 1900 werd er een methode van permanenten gebruikt waarbij naast het gebruik van hitte ook een pasta van borax werd gebruikt. De lokken haar werden spiraalsgewijs rond een kruller (een stokje of metalen pin) gedraaid en de haarpunten werden vastgezet met een veter. Op de haren werd daarna een borax-pasta gesmeerd waarna ieder gekrulde lok werd bedekt met een flanellen lapje. Vervolgens werd ieder gekrulde lok met speciaal gevormde tang verhit, de tangen werden hiervoor eerst boven een gasvlam gehouden.
In 1906 werd door de Duitse kapper Charles Nessler (geboren als Karl Ludwig Nessler, noemde zichzelf later Charles) voor het eerst een openbare demonstratie gegeven met een permanent techniek die weer een stap verder ging.
Charles Nessler zette op 8 oktober 1906 ook het gebruik van chemicaliën in maar daarnaast paste hij voor het eerst ook een vorm van elektrische hitte toe. Een natriumhydroxide-oplossing (ook wel bijtende soda of loog genoemd) werd op het haar aangebracht en vervolgens werden de haren spiraalsgewijs opgerold rond metalen pinnen die waren verbonden met een machine die elektrische warmte naar de pinnen stuurde. De pinnen werden zo opgewarmd tot 100 graden Celsius. Het proces van krullen nam zo’n zes uur in beslag.
Na de uitvinding van Charles Nessler werden er nog diverse modellen van de elektrische permanent-machine uitgevonden, dat leverde hier en daar nog wat strijd rond patentrechten op. Meer informatie hierover kun je vinden op de Engelstalige versie van
Wikipedia.
In 1932 vonden Ralph Evans en Everett McDonough (twee chemici) rollers uit die met een chemische reactie hitte creëerden die nodig was voor het permanenten, dit maakte het gebruik van een machine overbodig. De rollers waren flexibel en gevuld met een oplossing van calciumoxide welke reageerde door afgifte van warmte wanneer de rollers in contact kwamen met water.
1938 en later
De permanent techniek zoals wij die nu kennen werd in 1938 uitgevonden en kreeg later de naam ‘Cold Wave’ wat zoveel betekent als ‘koude krul’. Arnold F. Willatt vond een manier van permanenten uit waarbij niet langer een machine of hitte nodig was. Hij gebruikte voor het krullen van het haar een lotion met daarin ammonium thioglycolaat, deze zorgde ervoor dat de zwavelbruggen in het haar verbroken werden en daarmee de oorspronkelijke vorm van het haar als het ware “losgelaten” werd. Daarna werd er gebruikt gemaakt van een andere lotion met daarin waterstofperoxide, welke ervoor zorgde dat de zwavelbruggen opnieuw vorm kregen, omdat de haren nog steeds rond de rollers zitten wanneer dit wordt toegepast zorgen de nieuwe zwavelbruggen ervoor dat het haar deze ‘gerolde’ vorm vasthoudt. Het proces duurde toen zes tot acht uur.
In de jaren '70 werd het zogenaamde “zure permanent” uitgevonden, een techniek waarbij in plaats van de sterk alkalische permanentvloeistof met ammonium thioglycolaat (deze heeft een pH waarde 9 tot 9,6 ) een minder alkalische stof werd gebruikt; glycerlyl monothioglycolaat met een pH waarde van rond de 7. Hierbij was nog wel een hittebron nodig in de vorm van een droogkap. Deze manier van permanenten duurde wat langer dan de traditionele Cold Wave, maar was zachter voor het haar.
Het permanent in deze tijd
Sinds 1938 (het alkalische permanent werd uitgevonden) en 1970 (het zure permanent werd uitgevonden) is er natuurlijk wel het een en ander veranderd, toch zijn de belangrijkste werkzame ingrediënten onveranderd gebleven. De permanent vloeistof voor het alkalische permanent bevat ook nu nog ammonium thioglycolaat, de pH waarde van de vloeistof ligt tegenwoordig tussen de 8,2 en 9,6. De inwerktijd is bij deze techniek (afhankelijk van het type haar) tot ongeveer twintig minuten. Bij het zure permanent wordt nog steeds glycerlyl monothioglycolaat gebruikt, de pH waarde van de lotion ligt tegenwoordig tussen de 4,5 en 6,5. Ook zijn er nu zure permanentlotions die geen extra hitte (in de vorm van een droogkap) meer nodig hebben, deze kunnen inwerken op kamertemperatuur.