Ongewenst haarverlies: oorzaken
Ongewenst haarverliers: steeds meer haaruitval en langzamerhand wordt je kaal. Een glanzende kale hoofdhuid is - hoewel door sommigen juist nagestreefd - niet voor iedereen een gewenste look. Ongewenst haaruitval kan diverse oorzaken hebben, onder andere door androgenen of een auto-immuunziekte. De prognose voor haarverlies is ook voor elke oorzaak anders.
Het gevolg is duidelijk: kaalheid. Maar daaraan ten grondslag kunnen verscheidene boosdoeners liggen. De meest voorkomende zijn hieronder op een rijtje gezet.
Lichamelijke aandoening
Verminderde werking van de schildklier
De hormonen die in de schildklier aangemaakt worden regelen het energieverbruik van cellen in het lichaam en de stofwisseling. Daarnaast regelen zij nog andere lichaamsfuncties, waaronder de haargroei. Wanneer de schildklier te snel of juist te traag werkt kan haarverlies optreden. Dit geldt overigens ook wanneer men medicatie tegen een te snel of te langzaam werkende schildklier gaat slikken.
Verminderde werking van de hypofyse
De hypofyse produceert het hormoon
melatonine. Dit hormoon wordt in grote getalen aangemaakt onder invloed van de zon en is dus in lagere concentratie aanwezig in de donkerdere dagen van het jaar. Melatonine beïnvloedt de celdeling, welke dus sneller is in de zomerperiode. Wanneer er weinig melatonine in het lichaam aanwezig is gaat de celdeling ook trager, en dus ook de celdeling van de haren. Hierdoor kan het zijn dat men tijdelijk last heeft van haaruitval. De ziekte van
Cushing, een vervelende hypofysetumor, kan ook leiden tot haarproblemen.
Lupus erythematodes
Dit is een
auto-immuun bindweefselziekte, welke ontstaat door de aanwezigheid van antilichamen tegen bepaalde cellen van het lichaam. Dit zorgt voor een overgevoeligheidsreactie van de huid waarbij haarverlies een van de klachten kan zijn. Deze aandoening komt voornamelijk voor bij vrouwen.
Pseoudopélade van Brocq
De precieze oorzaak van deze aandoening is niet bekend, men vermoedt dat het een vorm van een auto-immuunziekte is. De aandoening veroorzaakt littekenvorming op de hoofdhuid waardoor er geen plaats meer is voor de haarzakjes en er dus geen haargroei mogelijk is.
Psychische stoornis
Tractiealopecia is een psychische stoornis waarbij men de nare gewoonte heeft zichzelf haren uit te trekken. Het is soms lastig te achterhalen of de kaalheid door tractiealopecia veroorzaakt wordt of door een ziekte. Tractiealopecia is geen haarziekte omdat de haren niet uitvallen door een lichamelijke oorzaak maar doordat de haaruitval veroorzaakt wordt door een dwangmatige neiging de eigen haren uit te trekken.
Medicatie
Het gebruik van medicatie kan ook leiden tot haaruitval. Bij velen zal bekend zijn dat bepaalde vormen van
chemotherapie ter bestrijding van onder andere kanker haaruitval kan veroorzaken. Maar ook bepaalde medicijnen kunnen haaruitval veroorzaken. Hieronder staat een lijstje met medicijnen waarvan haaruitval als neveneffect gerapporteerd is:
Soms | Regelmatig | Zeer vaak |
Antimalaria medicijnen | Anticoagulantia (bloedverdunners) | Cytostatica (chemotherapie) |
Bèta-blokkers (cardiologie) | Retinoïden (veel gebruikt in de dermatologie) | |
ACE-remmers (cardiologie) | Lithium (wordt gebruikt in de psychiatrie) | |
Erfelijkheid
Haarverlies door erfelijkheid betreft vaak een natuurlijk proces met de naam
alopecia androgenetica. Dit komt zowel bij mannen als vrouwen voor, al is het bij mannen herkenbaarder. De groter boosdoener van deze aandoening zijn androgenen; mannelijke hormonen zoals testosteron. Deze hormonen kunnen de haarzakjes vergroten of juist verkleinen onder invloed van een verhoogde concentratie
5-alpha-reductase. Dit leidt tot een grotere productie van dihydo-testosteron (DHT) wat leidt tot grotere haaruitval. DHT veroorzaakt een verminderde bloedtoevoer naar de haarzakjes en daarmee een kortere groeifase van een haar en een versnelde groeicyclus waardoor je je haren sneller verbruikt. De gevoeligheid die men bezit voor deze hormonen (die erfelijk bepaald is...) bepaalt het beloop van de aandoening.
Littekenvorming
Littekenvorming kan ervoor zorgen dat er op de plaats van het litteken geen haar meer kan groeien doordat de haarzakjes verloren zijn gegaan. Meestal is deze aandoening goed te herkennen doordat het littekenweefsel gladder is en vaak anders gekleurd dan niet aangetaste huid.
Feiten en fabels
- 30 % van de mannen op 30 jarige leeftijd lijdt aan haarverlies
- 50 % van de mannen op 50 jarige leeftijd lijdt aan haarverlies
- Mensen van Aziatische afkomst hebben minder last van haaruitval
- Donkere mensen hebben 4 keer minder kans op abnormaal haarverlies dan blanke mensen
- Een hoofd telt ongeveer 100.000 haren
- Blonde mensen hebben iets meer haar; roodharige iets minder
- Per dag verliezen we 50 tot 150 haren