Nutricosmetics of gezond eten om mooi te worden
Nutricosmetics zijn producten of voedingsmiddelen waar allerlei bestanddelen aan toe zijn gevoegd om er voor te zorgen dat iemand er beter uit gaat zien. Nutricosmetics kunnen producten zijn die worden gegeten of gedronken, maar ook verzorgingsproducten als shampoo of bodylotion. Het is echter de vraag of je nutricosmetics moet kopen of gewoon veel beter eten kunt eten dat je mooier maakt. Alles over voeding die mooier maakt.
Wat zijn nutricosmetics?
Nutricosmetics winnen steeds meer terrein. Er is steeds meer aandacht voor het toevoegen van gezonde bestanddelen aan voedsel en verzorgingsproducten. Dit kunnen verschillende producten zijn zoals:
- Voedingssupplementen
- Toevoegingen aan bestaande voeding zoals extra calcium aan yoghurt of vitaminen aan drankjes
- Speciale yoghurts met collageen
- Shampoo of bodylotion met toevoegingen zoals fruitzuren om de huid te versterken of vitaminen om het haar te verstevigen
Zijn nutricosmetics echt nodig of kun je er door goede voeding ook gewoon beter uit komen te zien?
Er is een levendige handel in al die producten met allerlei toevoegingen. Overigens is van veel van die toevoegingen niet bewezen dat ze ook werkelijk helpen. Wie echt een gezonde huid wil kweken en er op z’n best uit kan zien kan dan ook beter goed en gezond eten. En er is voedsel dat daar aan bij kan dragen, maar dat ligt gewoon bij de groenteboer, de visboer of in de supermarkt.
Vitamines zijn onmisbaar voor een mooie huid en worden niet door het lichaam aangemaakt
Vitamines spelen een belangrijke rol bij de stofwisseling van de mens en dus heel belangrijk voor de gezondheid van de mens. En wie gezond is, ziet er ook goed uit. Daarbij moet aangetekend worden dat het menselijk lichaam niet of nauwelijks in staat is om vitamines zelf te maken. Daarom moeten ze via voedsel worden ingenomen.
Welke vitamines zij waar goed voor?
- Vitamine A houdt huid, haar, tandvlees, botopbouw en de weerstand op peil. Het zit onder andere in lever, melkproducten, eidooier en vis.
- Vitamine B1 speelt een rol bij de verbranding van koolhydraten en bij het functioneren van het zenuwstelsel. Vitamine B1 zit in graanproducten, melkproducten, groente en vlees
- Vitamine B2 speelt een rol in de energievoorziening en het onderhoud van huid en haar. Vitamine B2 zit in graanproducten, melkproducten, groente, fruit en vlees.
- Vitamine B3 draagt bij aan het functioneren van de energievoorziening en het zenuwstelsel. B3 zit in volkoren graanproducten, groente, aardappelen, vlees en vis.
- Vitamine B5 zet koolhydraten om in energie, zorgt voor de opbouw en afbraak van vetten en vormt bepaalde hormonen. Vitamine B5 zit in bijna alle voedingsstoffen.
- Vitamine B6 zorgt voor een goede stofwisseling, zorgt voor de vorming van bepaalde hormonen, zorgt voor weerstand en groei, de bloedaanmaak en het zenuwstelsel. B6 komt voor in graanproducten, melkproducten, eieren, groente, fruit, vis, vlees en peulvruchten.
- Vitamine B8 is erg belangrijk voor de conditie van huid, haar, de energiestofwisseling en de vorming van vetzuren. B6 zit in melk, eieren, noten, pinda’s en lever.
- Vitamine B12 zorgt voor de aanmaak van rode bloedcellen en de werking van het zenuwstelsel. B12 zit in alle dierlijke producten. Vegetariërs moeten daarom op een andere manier de vitamine binnenkrijgen.
- Vitamine C is een antioxidant en dat betekent dat alle schadelijk invloeden van buitenaf door C worden teruggedrongen. Bovendien zorgt het voor wondgenezing, stevige cellen, opname van ijzer uit de voeding en voor de weerstand van het lichaam. Vitamine C zit in fruit, groente en aardappelen. Vooral paprika en (rauwe) spruiten zijn bommen met vitamine C.
- Vitamine D zorgt voor stevige botten en tanden. Het lichaam kan zelf vitamine D maken, maar dan alleen onder invloed van de zon. Vitamine D zit in margarine, halvarine, bak- en braadproducten, volle melk producten, vette vis en vlees.
- Vitamine E is net als vitamine C een antioxidant en speelt een rol in de vorming van rode bloedcellen en de celwanden. Vitamine E zit in zonnebloemolie, dieetmargarine, graanproducten, noten, zaden, groente en fruit. Het wordt overigens ook aan voedingsmiddelen toegevoegd als conserveermiddel.
Mineralen zijn ook onmisbaar voor het menselijk lichaam
Mineralen komen voor in de bodem van de aarde, maar ook in plantaardige en dierlijke producten. Het menselijk lichaam kan niet zonder deze bouwstoffen, maar kan ze zelf niet aanmaken. Ook mineralen kunnen alleen via voedsel het lichaam binnenkomen. Daarbij komt dat mineralen een eigen functie hebben, maar elkaar soms ook versterken of tegenwerken. Zo zitten er in spinazie en postelein veel calcium, maar ook oxaalzuur. En oxaalzuur werkt de opname van calcium juist weer tegen. Te vaak oxaalrijke groente eten betekent dus dat het lichaam te weinig calcium binnen kan krijgen.
Fosfor: voor de opbouw van skelet en gebit
Fosfor zorgt met calcium voor de opbouw van het skelet en het gebit. Ook speelt het een grote rol bij stofwisselingprocessen. Fosfor zit in volkoren graanproducten, noten, peulvruchten, vlees, kip, vis, eieren, melk, melkproducten en kaas. Om fosfor op te nemen is er tegelijkertijd ook vitamine D nodig.
Teveel fosfor: problemen
Iemand die teveel fosfor binnenkrijgt krijgt daar last van. Dit zijn onder andere:
- Gebrek aan eetlust
- Vermoeidheid
- Gewichtsverlies
- nervositeit
Kalium: bij tekort aan kalium kunnen hartritmestoornissen ontstaan
Kalium speelt een grote rol bij de opbouw van eiwitten. Kalium komt voor in granen, fruit (vooral in bananen en bessen) aardappelen, noten, peulvruchten en koffie. Het rare is echter dat diezelfde koffie er ook voor zorgt dat er veel kalium wordt uitgescheiden. Teveel koffie drinken is dus voor het kaliumniveau niet goed.
Te kort aan kalium
Bij een tekort aan kalium kunnen hartritmestoornissen en spierzwakte ontstaan. Zo’n tekort kan ontstaan door langdurige diarree, braken of het gebruik van plastabletten. Overigens hebben ook mensen die kanker hebben vaak een tekort aan kalium. Een tekort aan jodium kan verder leiden tot schildklierverdikking, een groeiachterstand bij kinderen en een trage stofwisseling.
Jodium; jodium bepaalt de snelheid van de stofwisseling
Jodium is een onderdeel van thyroxine, een hormoon dat de snelheid van de stofwisseling bepaalt. Ook heeft het invloed op de omzetten van betacaroteen in vitamine A en stimuleert het de opbouw van cholesterol. Jodium zit in gejodeerd zout, zeezout, zeewier, schaal- en schelpdieren en zeevis.
Calcium: niet te veel en niet te weinig
Iemand die teveel calcium binnenkrijgt, krijgt last van kalkafzetting in de nieren. Bij een tekort aan calcium krijgen mensen last van spierkrampen, botontkalking of problemen met de bloedstolling. Calcium wordt niet opgenomen als er tegelijkertijd niet ook vitamine D wordt gegeten. In dat geval verdwijnt het rechtstreeks uit het lichaam via de ontlasting.
Wat zijn vrije radicalen en hoe kunnen we die bestrijden?
Vrije radicalen zijn schadelijk stoffen die ons lichaam aanvallen. Ze ontstaan door slechte voeding, (lucht)vervuiling, stress of teveel UV stralen. Gelukkig schakelen secundaire plantenstoffen die vrije radicalen voor een groot deel uit, net als vitamines C en E. Ze neutraliseren ze als het ware en helpen op die manier kanker en hart- en vaatziekten voorkomen. Maar ze zorgen er ook voor dat we er jong door blijven uitzien, want goede voedingsstoffen zorgen ook voor een goede huid.
Betacaroteen: een kleurstof die verandert in vitamine A
Caroteen is een oranje kleurstof die in veel groenten voorkomt. Betacaroteen wordt in het menselijk lichaam omgezet in vitamine A. Het wordt i de lever opgeslagen en worden aangemaakt tot vitamine A als dat nodig is. Betacaroteen zit in groene bladgroente, wortel, pompoen, zoete aardappel, mango, mandarijnen en in koolsoorten.
Polyfenolen: chocolade eten is toch goed voor de mens
Ook polyfenolen beschermen het lichaam tegen vrije radicalen. Zij zitten overigens ook in heel lekkere zaken waardoor iedereen een goed excuus heeft om zo nu en dan chocolade te eten of wijn te drinken. Polyfenolen zitten namelijk in chocolade, rode wijn, bessen, (groene) thee, appels, citrusvruchten, uien en blauwe druiven.
Roken: de vrije radicalen nemen een loopje met de huid en dat veroudert iemand
Rokers zien er altijd veel ouder uit dan niet-rokers omdat de vrije radicalen in hun lichaam vrijkomen doordat ze roken. De huid van iemand die rookt is grauw, vaal en rimpelig. Antioxidanten helpen wel bij het bestrijden van die vrije radicalen, maar om het roken te compenseren kun je eigenlijk nooit genoeg antioxidanten innemen.
Omega3-vetzuren
Omega3-vetzuren zijn essentiële vetzuren. Ook dit betekent weer dat het menselijk lichaam ze niet zelf kan aanmaken en dat ze uit voeding moeten worden gehaald. De belangrijkste omega3-vetzuren zijn EPA en DHA. Omega3-vetzuren dragen bij aan het voorkomen van artritis, verhoogde bloeddruk en verkleinen de kans op hart- en vaatziekten. Omega3-vetzuren komen voor in sardines, paling, tonijn, makreel, zalm, poon, forel, ansjovis, sojaolie, lijnzaad, walnoten en pompoen.
Collageen: een tekort aan collageen neemt toe als iemand ouder wordt en het gebrek aan collageen zorgt uiteindelijk voor rimpels
De huid bestaat uit een epidermis, de bovenste huidlaag. Deze beschermt vooral tegen uitdrogen. Onder de epidermis ligt de dermis. Die laag bestaat vooral uit collageen. Collageen moet de huid steunen en draagt bij aan de stevigheid van weefsel. Zonder collageen zou de mens als het ware uit elkaar vallen. Ieder mens dat ouder wordt krijgt minder collageen en dat zorgt op den duur voor rimpels. Voldoende vitamine C bevordert echter wel het behoud van collageen dus hoe meer vitamine C iemand neemt (ook weer niet een overdosis) hoe jonger de huid blijft.