Afvallen, check ook je omgeving
Het klinkt zo vanzelfsprekend, als je af wilt vallen dan moet je gewoon minder eten. Als het zo eenvoudig was als het klinkt, dan zouden er waarschijnlijk geen dikke mensen zijn. Nee, behalve jijzelf kunnen omgevingsfactoren ook een rol spelen. Daarmee niet gezegd dat het altijd én alleen aan omgevingsfactoren ligt, maar ze kunnen wel invloed uitoefenen … en dat is bij de een meer dan bij de ander. Hoe werkt dat?
Afvallen en jij
Een mindset
Behalve dat er allerlei diëten zijn die je kunt volgen is verreweg de meest effectieve methode, een die absoluut door menigeen beproefd is, de methode van het veranderen van je mindset. Immers, iets nú laten staan omdat je af wilt vallen, kan je – eenmaal op streefgewicht – weer verleiden tot inname van die “verboden vruchten”. Al was het maar op een geestelijk zwak moment. Zoiets kan je niet voor zijn, tenzij je je mindset verandert.
Goede voeding
Heb het lef om voor jezelf goede voeding uit te kiezen en niet slechts gemakkelijke voeding (denk ook aan: gefabriceerde producten). Ook dit is niet zo eenvoudig, maar je kunt het jezelf wel aanleren. Verdiep je in jezelf en bekijk wanneer je teveel (gefabriceerde voeding) eet en vraag jezelf ook eens af of je jezelf genoeg waard vindt om goed en gezond eten binnen te krijgen? Schort het aan je eigenwaarde, dan moet er iets anders gebeuren dan slechts een dieetje volgen.
Hoe dat ook, als je af wilt vallen wil dat in de praktijk meestal zeggen dat je over moeten stappen naar andere voeding. Het is echt niet de wereld op zijn kop, maar je moet wel op enkele zaken letten, zoals:
- Zo beperkt mogelijk producten met veel E-nummers.
- Gefabriceerde voeding.
- Onverzadigde vetten, denk hierbij aan de snacks uit de frituur (thuis of elders).
- Suikers, als in allerlei soorten snoep en koek (en vergeet niet dat in veel gefabriceerde producten ook suiker zit).
- Doe niet te overdadig met het tot je nemen van koolhydraten
Natuurlijk zijn natuurlijke producten beter en zorg dat je voldoende fruit en groenten eet en beperk je vlees-inname. Bij vlees en vis zijn natuurlijk de varianten die niet vol hormonen gestopt zijn beter. De praktijk leert ook dat deze producten veel voedzamer zijn en je dus minder binnen hoeft te krijgen om toch een voldaan gevoel te hebben.
Bron: Hansbenn, Pixabay Afvallen, de omgeving
Niet doen!
Voordat we het alleen gaan hebben over hoe gezond je moet eten, zijn er ook andere zaken waar je op moet letten … en dat is de omgeving. Deze is op veel plaatsen enorm verleidelijk. Als je op jezelf wilt passen qua voeding dan helpt het als je allerlei zaken elimineert die een rol zouden kunnen spelen in het toch overstag gaan of toegeven aan een zwak moment. Men staat er lang niet altijd bij stil, maar op allerlei plaatsen vinden we de verleiding terug. Enkele voorbeelden:
- Een leuk mand op tafel kan voorzien zijn van lekker fruit, maar er kan ook een leuk en vooral verleidelijk doosje met bonbons staan.
- Het bekende snoeppotje* op het bureau of ergens zichtbaar in de keuken.
- Op ooghoogte in de kastjes al het snoepgoed en chips.
- De aanwezigheid van een bedrijfskantine … als je niet sterk bent funest i.v.m. toetjes, sausjes en/of snacks.
* Uit onderzoek is gebleken dat de glazen snoeppot op het bureau tot het eten zo’n 9 snoepjes per dag leidt, de dichte pot tot 7 snoepjes, de pot in de bureaulade tot 3 snoepjes en de pot op een ander bureau tot 4 snoepjes. Beter nog is helemaal geen snoep op kantoor.
Wel doen
Wat is verstandiger als je moeite hebt met de verleiding van slecht eten en je toch wilt afvallen? Het begint bij alles op ooghoogte in de kastjes met gezonde voeding. Leg de slechte voeding zo hoog of laag mogelijk in de kast, onder het motto "zo moet je er meer moeite voor doen". In het kader van alles wat in zicht is, denk ook aan de koelkast. Leg allemaal gezond eten duidelijk zichtbaar in de koeling. Heb je het verwenvoedsel toch in de koeling nodig, probeer dan zoveel als mogelijk de veelal ondoorzichtige groentelade te gebruiken.
Maar ook de fruitschaal, leg er vooral lekker fruit op of leg het vol met minigroenten (kleine komkommertjes, tomaatjes of paprika's). Als je het een beetje kunt afwisselen, dan nodigt het vaak ook uit om opgegeten te worden.
Een ander aspect is de leefkeuken. We zijn steeds meer gaan leven in de keuken en dat maakt dat al de voeding binnen handbereik is. In dit kader is beter om ook of vooral te leven in de andere woonruimte. Als je al in de leefkeuken “woont”, beperk dan al het zichtbare eten zoveel als mogelijk. Anders maak je het alleen maar erger. Voorzie de keuken op het werk zoveel als mogelijk van gezonde spullen. Een ingehuurde cateraar kan het opgelegd worden (de klant/het bedrijf bepaalt het assortiment). Voorzie de “eigen” kantine niet van snoeppotjes op tafel maar bijvoorbeeld fruit en tijdschriften.
Zorg dat je met een volle maag boodschappen gaat doen. Dit voorkomt dat je én teveel (slechte) spullen meeneemt en in de verleiding komt om bij de kassa nog iets zoets mee te pakken.
Tot slot
Het zijn vaak kleine dingen waar het om gaat, maar die wel substantieel kunnen helpen. We staan er vaak niet bij stil, maar het is zeker van belang bij zwakke momenten. Zo voorkom je de verleiding en dat is altijd beter.