Afvallen en ballonnen
Bij het lezen van de titel vraag jij je wellicht af wat beiden met elkaar te maken hebben. Dat ga ik je uitleggen om zo te komen tot het basisprincipe van afvallen. En met de analogie (overeenkomst) van de ballon blijft het basisprincipe van afvallen je heel goed bij. Als je het basisprincipe van afvallen begrijpt dan is het makkelijker om de motivatie op te brengen en te behouden om daadwerkelijk af te vallen. Zie het als de basis voor het starten van willekeurig welk dieet.
De analogie
Als je een ballon opblaast wordt die groter en dikker en als je er lucht uitlaat wordt die kleiner en dunner. De lucht die je er in blaast zijn de calorieën (energie) die je eet en de lucht die je er uit laat zijn de calorieën die je lichaam verbruikt. Als je meer eet dan dat je verbruikt dan wordt je dikker en als je meer verbruikt dan dat je eet dan wordt je dunner. Zo simpel is het. Zo simpel als het opblazen en leeg laten van een ballon. Zelfs als je een opgeblazen ballon een tijdje laat liggen zal deze toch langzaam leeglopen. Zo is dat ook met je lichaam. Zelfs als je de hele dag op de bank zou blijven zitten en niets zou eten dan zul je toch afvallen omdat je lichaam zelfs in rust nog steeds energie verbruikt. Denk daarbij aan je hersenen, hart en longen die ook bij lichamelijke rust constant actief zijn en dus ook calorieën verbruiken.
Meten is weten
Het bepalen van de hoeveelheid calorieën die je per dag eet is eenvoudig te achterhalen. Schrijf op wat je eet en bepaal hoeveel calorieën je binnen krijgt. Houdt bijvoorbeeld gedurende een week (7 dagen) bij wat je elke dag eet. Tel alle calorieën bij elkaar op en deel dat door 7. Je weet nu hoeveel calorieën je gemiddeld per dag eet. Gebruik de informatie op bijvoorbeeld
www.calorielijst.nl om de calorieën te tellen. Vergeet niet je eten te wegen.
Het bepalen van de hoeveelheid calorieën die je verbruikt is wat lastiger. Dat kun je niet in een lijstje opzoeken. Feitelijk is het onmogelijk om vóóraf exact te bepalen hoeveel calorieën jouw lichaam verbruikt. Wat we echter wel weten is dat als het verbruik hoger is dan wat je eet, je zult afvallen. En wanneer weet je dat je afvalt? Juist, als je gewicht afneemt (de ballon wordt dunner!). Daarom zul je geregeld op de weegschaal moeten gaan staan. In het begin in ieder geval om de drie of vier dagen. Het beste moment is ’s ochtends vroeg als je opstaat en eerst even de wc hebt bezocht.
Toepassen
Nu je weet hoeveel je gemiddeld eet en wat je gewicht is kunnen we gaan spelen met de calorie-inname om te bepalen hoeveel calorieën je verbruikt. Een vermindering van 25% is een goed begin. De stap is dan niet te groot maar groot genoeg om te bepalen of het effect heeft. Als je na twee weken geen effect ziet dan kan je overwegen om bijvoorbeeld nog twee weken door te gaan. Als je dan nog steeds geen effect ziet dan dien je de hoeveelheid calorieën verder te verlagen naar bijvoorbeeld 40%. Waarschijnlijk wist je dan ook al dat je de afgelopen maanden zwaarder bent geworden omdat je simpelweg veel meer calorieën hebt gegeten dan dat je verbruikt hebt.
Zie je wel een effect dan weet je in ieder geval dat je de grens bent gepasseerd en dus meer calorieën verbruikt dan dat je eet. Je kunt dan zelf bepalen of je je calorie-inname verder wilt verlagen en dus sneller wilt afvallen.
Een beetje extra
Je kunt het proces versnellen (de ballon sneller leeg laten lopen) door het calorieverbruik te verhogen. Je kunt bijvoorbeeld dagelijks een (extra) stevige wandeling maken, de trap tien keer op- en aflopen, met de fiets boodschappen gaan doen in plaats van de auto te pakken.
Streefgewicht bereikt
Zodra je het gewicht hebt bereikt wat je voor ogen had kun je je calorie-inname in stapjes van bijvoorbeeld 5% verhogen tot je niet meer afneemt in gewicht.