Toxoplasma gondii: een parasiet die gedrag verandert
Toxoplasma gondii is een parasiet die het gedrag van zijn gastheer kan veranderen. De parasiet komt in veel warmbloedige dieren voor, maar vooral in katten en muizen. Bij muizen is de gedragsverandering het duidelijkst. De dieren die besmet zijn, zijn minder bang voor katten. In sommige gevallen zoeken ze zelfs katten op. T gondii veroorzaakt de ziekte toxoplasmose die zowel bij dieren als bij mensen optreden. De ziekte kenmerkt zich door griepachtige verschijnselen, maar recentelijk onderzoek suggereert dat door toxoplasmose permanente gedragsveranderingen bij mensen kunnen optreden. De ziekte wordt zelfs in verband gebracht met schizofrenie.
Wat is toxoplasma gondii?
Toxoplasma gondii is een eencellige, boogvormige parasiet, en de veroorzaker van de ziekte
Toxoplasmose.
T gondii, zoals de parasiet afgekort heet, kan in tal van verschillende dieren leven, zowel in zoogdieren als in vogels.
Taxonomische indeling
Rijk: | Chromalveolata |
Stam: | Apicomplexa |
Klasse: | Conoidasida |
Orde: | Eucoccidiorida |
Familie: | Sarcocystidae |
Genus: | Toxoplasma |
Soort: | T. gondii |
Toxoplasmose als ziekte
De ziekte die
Toxoplasma gondii kan veroorzaken, komt voor bij een groot deel van de bevolking. Schattingen gaan uit van zeker tientallen procenten van de bevolking die de ziekte ooit heeft gehad. Doorgaans merken mensen dit niet. Als er al symptomen zijn, dan worden die meestal als griep afgeschreven. Mogelijke symptomen van toxoplasmose zijn:
- Lymfadenopathie, met name in de nek
- Koorts
- Ooginfectie
- Huiduitslag
- Algehele malaise
- Leververgroting
- Miltvergroting
In ernstige gevallen kunnen ook de hersenen en het netvlies beschadigd raken.
Al deze symptomen kunnen optreden op het moment dat iemand de ziekte voor het eerst oploopt. Nadat men de ziekte eenmaal heeft gehad, levert dit levenslange immuniteit op. Je kunt dus maar eenmaal in je leven toxoplasmose hebben. Recentelijk zijn er steeds meer aanwijzingen voor permanente gedragsveranderingen als gevolg van de ziekte.
De levenscyclus van Toxoplasma gondii
T. gondii heeft twee verschillende gastheren nodig om te overleven en zich voort te planten. Hij kan zich alleen voortplanten in katachtige, zowel huiskatten als wilde katten. Verder heeft hij een andere gastheer nodig. Dit zijn doorgaans muizen, maar kunnen ook mensen, vee of vogels zijn. Voor de parasiet zijn knaagdieren de meest geschikte gastheer, omdat die een grote kans hebben om door katten gegeten te worden. Op deze manier komt de parasiet in zijn volgende gastheer terecht.
In een knaagdier of ander dier groeit de
T. gondii uit en kan zich aseksueel vermeerderen. Pas als de eerste gastheer wordt opgegeten door een kat, kan
T. gondii zich seksueel gaan voortplanten. De eitjes komen vrij met de uitwerpselen van de kat en blijven lange tijd leven. Uiteindelijk worden ze opgegeten door een knaagdier of een andere gastheer.
Gedragsverandering bij muizen met toxoplasmose
Bij muizen is al lange tijd bekend dat toxoplasmose gedragsveranderingen kan veroorzaken. Muizen met toxoplasmose zijn niet of verminderd bang voor katten. Ze worden aangetrokken door de geur van katten en komen bijvoorbeeld naar een kattenbak toe. Als gevolg hiervan worden muizen die besmet zijn eerder opgegeten door katten. Dit is een duidelijk voordeel voor de parasiet, die een vrijkaartje naar de binnenkant van een kat heeft en zich dus ongestoord voort kan gaan planten. Hoe de parasiet de gedragsverandering precies teweeg brengt, is nog onbekend.
Hoe lopen mensen toxoplasmose op?
Er zijn verschillende manieren waarop mensen
T. gondii in hun lichaam kunnen krijgen, met als gevolg hiervan de ziekte toxoplasmose. Een kattenbak verschonen is een veel voorkomende oorzaak. De ziekte kan alleen worden overgedragen in de eerste paar weken na besmetting van de kat, en de meeste katten hebben de ziekte al. Het is dus vooral een risico bij jonge poezen.
Tuinieren is een ander risico. Via uitwerpselen van katten in de tuin, of via mest van besmette dieren, kan de parasiet op planten of op de grond terecht komen. Wanneer getuinierd wordt komt de parasiet op de handen, en uiteindelijk kan hij in het lichaam terecht komen.
Behalve via katten kan de ziekte ook worden verspreid door het eten van rauw of slecht verhit vlees van besmet vee en het eten van ongewassen groente en fruit (weer via mest).
Voor jonge kinderen kan zelfs spelen een infectie van de parasiet veroorzaken. Een zandbak die katten ook gebruiken, of gewoon de grond, de parasiet kan overal zitten.
Dit is overigens doorgaans geen reden tot paniek. Zoals eerder vermeld heeft een groot deel van de bevolking de parasiet eens in zijn leven opgelopen. De symptomen van besmetting zijn doorgaans niet ernstig en een besmetting oplopen is moeilijk te voorkomen.
Gedragsverandering bij mensen met toxoplasmose
Recentelijk zijn er studies geweest die aantonen dat toxoplasmose ook verdergaande gevolgen kan hebben. Toxoplasmose zou levenslange gedragsveranderingen kunnen teweegbrengen. Mensen die besmet zijn geweest, hebben een langzamere reactiesnelheid en nemen meer risico’s. Zo zouden besmette mensen dubbel zoveel kans hebben op een verkeersongeluk.
Verder blijkt dat mensen met schizofrenie opvallend vaak toxoplasmose hebben. Dit zou komen doordat
T. gondii de productie van dopamine verstoord.
Zwangerschap en toxoplasmose
Wanneer een zwangere vrouw nog nooit toxoplasmose heeft gehad, kan de ziekte vergaande gevolgen hebben voor het ongeboren kind. Er kunnen afwijkingen aan de ogen en het zenuwstelsel optreden, of er kan een spontane abortus plaatsvinden. Hoe langer de zwangerschap duurt, hoe groter de kans dat het ongeboren kind last krijgt.