Bindweefsel in het zenuwstelsel
Bindweefsel is een onmisbare component voor het zenuwstelsel om mechanische krachten te weerstaan. In perifere zenuwen verzorgen vooral de bindweefselomhullingen van epineurium en perineurium deze functie. De perifere zenuwen zijn behalve uit axonen ook samengesteld uit beschermend bindweefsel en bloedvaten. Drie omhullende vliezen (meninges) in het wervelkanaal voorkomen dat het ruggenmerg en de zenuwen worden overrekt en beschadigd.
Algemeen
Het zenuwstelsel is niet alleen bezig met denken en leren. Het zenuwweefsel wordt ook mechanisch belast. Bij het bewegen dienen de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwwortels aanzienlijke krachten te verwerken. Zo wordt bij het buigen en strekken van de wervelkolom de wervels ten opzichte van elkaar aanzienlijk verplaatst. Bindweefsel stelt het zenuwstelsel in staat zulks uit te voeren. Axonen of uitlopers van perifere zenuwcellen hebben een dun kwetsbaar celmembraan, dat wordt omgeven door de cellen van Schwann. Deze cellen vormen de myelineschedes en hebben als voornaamste taak een optimale voortgeleiding van zenuwsignalen te bewerkstelligen en niet zo zeer een bescherming te bieden tegen mechanische vervorming. De cellen laten tussen de naburige Schwann cellen steeds een klein stukje onbedekt om de reeds gememoreerde voortgeleiding mogelijk te maken.
Het epineurium
Dit is een mantel van bindweefsel dat bestaat uit:
- collageen type I: de collagene witte vezels lopen veelal in de lengterichting, zodat ze de axonen tegen rek beschermen
- elastine: de gele rekbaarder vezels zorgen voor het vormherstel na rekking in het perineurium
- fibroblasten: bouwen weefsel op en vormen samen met de vaatspruiten het granulatieweefsel
- bloed- en lymfevaten: de sympatische voorziening van bloedvaten dient hersteld te worden
- vetcellen
Structuur van het epineurium
In het epineurium liggen de axonen gegroepeerd in een aantal bundels, de zenuwfascikels. Elke fascikel is omringd de perineuralecellen. Deze cellen zijn met hun randen aan naburige cellen gehecht en vormen rondom de fascikels tot tientallen lagen, waartussen ze collageen en matrix deponeren. De buitenste laag van het epineurium gaat over in een losmazig bindweefsel dat een glijlaag van collagene fibrillen vormt met de omringende structuren zoals de fascievliezen. De prikkelvoortgeleiding van zenuwcellen stagneert als de circulatie langere tijd wordt onderbroken door een druk, die hoger is dan de capillaire bloeddruk. Als de bloedvoorziening onvoldoende is door een lage bloeddruk ontstaat pijn, tintelingen en in een later stadium gevoelsuitval en spierzwakte.
Regeneratie van perifere zenuwen
Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in:
Neuropraxie
De voortgeleiding is meestal sterk vertraagd of onderbroken. Gevoelsuitval en/of verlamming van de aangedane spieren is slechts een tijdelijke zaak. De zenuwfunctie keert door remyelinisatie in een aantal weken terug. Bij axonotmesis en neurotmesis ligt dit echter aanzienlijk gecompliceerder.
Axonotmesis
Ook hier is de voortgeleiding veelal sterk verminderd of onderbroken. De zenuwvezels zijn onderbroken en zenuwcellen zijn niet in staat om zoals bij bot de uiteinden weer aan elkaar te laten groeien, terwijl de structuur van het bindweefsel nog vrijwel intact is. Bewegen met de bijbehorende spieren is dan niet meer mogelijk en het gevoel in een bepaald huidgebied valt weg. Het herstel is meestal een langdurige zaak.
Neurotmesis
Bij verscheuring of doorsnijding zijn zowel de axonen als het bindweefsel onderbroken, wat zonder chirurgische ingreep veelal leidt tot een blijvende uitval van de zenuwfunctie. De beide zenuwuiteinden kunnen door een neurochirurg aan elkaar worden gehecht om de zenuwfunctie te herstellen. Echter zelfs bij de beste chirurgische hechting zal een deel van de motorische vezels de oorspronkelijke spier niet bereiken en de spiervezels in desbetreffende spier niet terugvinden. Een bijkomend probleem bij een neurotmesis is dat het peri- en epineurale bindweefsel in een zenuw door littekenvorming volledig wordt verstoord. Tegelijk met het uitgroeien van de axonen beginnen de fibroblasten begeleid door ingroeiende capillairen de zenuwnaad te overbruggen met collageen. Hierbij vormt zich regelmatig zoveel littekenweefsel dat axonen de tegenoverliggende fascikels niet kunnen vinden. Ze groeien dan willekeurig uit in het litteken en omringende weefsels. Een dergelijke hoeveelheid volledig vervlochten axonale neuroom veroorzaakt dikwijls veel pijn en heeft een slechte prognose.
Het wervelkanaal
Hierin zijn de zenuwvezels van het ruggenmerg en de vezels in de zenuwwortels ook aan trek- en drukkrachten onderhevig. Daarom is ook in de wervelkolom beschermend bindweefsel nodig. Het ruggenmerg is in het wervelkanaal opgehangen in de hersenvliezen. Deze zijn op hun beurt met ligamenten bevestigd aan de wervels. Zenuwwortels die uit het ruggenmerg ontspringen hebben een andere structuur dan de perifere zenuwen. Ze hebben geen isolerende Schwann cellen en ontberen de versterkende peri- en epineurale bindweefselstructuren. De zenuwwortels worden omgeven door een vliesdunne laag, die een voortzetting is van de pia mater (zachte hersenvlies). Diffusie kan hierdoor vrijelijk plaatsvinden, hun voeding halen de neuronen dan ook voor meer dan de helft uit diffusie uit de liquor (vloeistof). Zenuwen hebben voor de handhaving van prikkelgeleidingsvermogen een grote behoefte aan zuurstof.
Lees verder