Valpreventie voor ouderen
In Nederland komt gemiddeld iedere zes minuten een oudere op de eerste hulp terecht na een val. De helft van deze valincidenten resulteert in een klein letsel. Eén op de tien van deze incidenten in een ernstig letsel, zoals een heupfractuur.
Als een oudere eenmaal gevallen is, is de kans op herhaling groot. Een van de belangrijkste oorzaken hiervan is de onzekerheid die een val met zich meebrengt in de dagelijkse bezigheden.
Doel valpreventie
Het doel van valpreventie is dat de kans op vallen verminderd wordt en dat de valangst afneemt. Valpreventie kan met name zinvol zijn voor thuiswonende ouderen die slecht en/of onzeker te been zijn en angst hebben om te vallen.
Wat kunt u zelf doen om het valgevaar te verminderen?
Vallen is niet in alle gevallen te voorkomen. Echter, er zijn een aantal acties die uzelf, eventueel met behulp van uw omgeving, kunt uitvoeren om het gevaar om te vallen te verkleinen.
Goede schoenen
Een van de belangrijkste maatregelen die u kunt treffen is het dragen van een stevig paar schoenen. Vermijd het lopen op blote voeten en het lopen op sokken. Dit vergroot het gevaar op uitglijden. Het dragen van sloffen die te los aan uw voeten zitten, vergroot de kans op struikelen. Zorg ervoor dat u een paar schoenen met een goed profiel onder de zool heeft, dat ze stevig om uw voeten sluiten, een lage hak hebben en bij voorkeur om uw enkels sluiten.
Goed gezichtsvermogen
Als u twijfelt aan uw gezichtsvermogen, laat dit dan testen door een opticien. Als uw gezichtsvermogen onvoldoende is, ziet u minder goed of u iets in de weg staat waar u loopt of dat er iets op de grond ligt waarover u kunt struikelen.
Als u een bril heeft, draag deze dan ook volgens advies van uw opticien of oogarts. Laat uw ogen minimaal eenmaal in de twee jaar opnieuw testen.
Voldoende beweging
Voldoende bewegen zorgt ervoor dat uw gewrichten en spieren soepel blijven. Naarmate u ouder wordt, worden uw gewrichten en spieren sneller stijf en gaat u langzamer reageren. Zorg ervoor dat u minimaal drie keer per week en half uurtje beweegt. Als u meer wilt en kunt bewegen, des te beter. U kunt invulling geven aan uw activiteiten rondom het bewegen door te wandelen, fietsen (eventueel op een hometrainer) of door bijvoorbeeld naar de gymclub te gaan.
Tijdens het bewegen kunt u indien nodig gebruik maken van hulpmiddelen, zoals een rollator of wandelstok. Vraag eventueel een fysiotherapeut om advies.
Gebruik medicijnen
Uw medicijngebruik kan uw valgevaar verhogen. Met name slaapmedicatie en kalmerende medicatie kan van invloed zijn op uw valgevaar, maar ook bloeddrukverlagende medicatie, medicatie tegen hart- en vaatziekten en sommige pijnstillende medicijnen. Zorg ervoor dat u uw medicatie inneemt volgens het voorschrift van uw arts en apotheker. Indien u last krijgt van ongewenste bijwerken, meld deze dan altijd bij uw arts of apotheker, zodat jullie samen naar een oplossing kunnen zoeken hoe de bijwerkingen verholpen kunnen worden.
Duizeligheid
Duizeligheid of een evenwichtsstoornis verhoogt de kans dat u valt. Duizeligheid kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een te lage bloeddruk of medicatie- of alcoholgebruik. Veel mensen hebben last van duizeligheid als ze te snel opstaan. Houd hier daarom rekening mee tijdens het opstaan. Doe dit rustig aan en blijf eventueel even op uw bedrand of puntje van uw stoel zitten. Probeer onverwachte en snelle bewegingen te vermijden én zorg ervoor dat u voldoende drinkt. Aanbevolen wordt om minimaal twee liter per dag te drinken.
Indien u vaker of langere tijd last heeft van duizeligheid, bespreek dit dan met uw arts,
Veiligheid in en om huis
De meeste valincidenten vinden in en om de eigen woning plaats. Onderstaande punten kunt u controleren en eventueel aanpassen om het gevaar om te vallen te doen verkleinen.
- Vermijd kleden, matten en tapijten in uw woning. Vaak ziet dit er gezellig uit, maar helaas vergroot dit de kans om te struikelen.
- Vermijd drempels in uw woning. Ook deze verhogen het risico om over te struikelen.
- Zorg voor voldoende loopruimte, dus zorg dat uw spullen niet te dicht op elkaar staan. Dit verkleint de kans op stoten en struikelen.
- Voldoende licht in en om uw woning, zorgt ervoor dat u obstakels beter ziet.
- Indien u gebruik maakt van een loophulpmiddel, zoals een rollator of wandelstok, en uw woning meerdere etages bevat, zet dan op iedere etage een hulpmiddel. Hiermee heeft u altijd een hulpmiddel tot uw beschikking en voorkomt u dat u de wandelstok moet meenemen op de trap, wat het valgevaar verhoogt.
- Zorg voor een stevige leuning langs de trap, zodat u zich goed kunt vasthouden. Evenals voldoende handgrepen aan de muur, zoals bijvoorbeeld langs het toilet en in de douche.
- Op een stroeve vloer glijdt u minder snel uit. Let erop dat de vloer ook voldoende stroef is als deze nat wordt.
- Losse snoeren en kabels op de grond verhogen de kans op struikelen.
Een ergotherapeut zou kunnen adviseren over de veiligheid in en om uw woning.
Wat te doen als u toch valt?
Als het u lukt probeer dan zelf op te staan. Eventueel kunt u zich optrekken aan bijvoorbeeld de bank of een tafel. Let er wel op dat deze stevig staat, om te voorkomen dat u met dit voorwerp wederom valt tijdens het opstaan. Indien het niet lukt om zelf op te staan, probeer dan de telefoon te bereiken, zodat u iemand kunt bellen om u te komen helpen. Een tip is om een aantal nummers op te slaan in het telefoonboek van uw telefoon. Dit om te voorkomen dat u de telefoonnummers niet meer weet, wegens bijvoorbeeld de paniek, waardoor u niemand kunt bellen.
Indien u bang bent om te vallen of eerder gevallen bent, kunt u overwegen om een alarmering aan te schaffen die u op uw lichaam draagt. Deze alarmering kan dusdanig aangesloten worden dat als u hierop drukt contact gemaakt wordt met bijvoorbeeld uw familie, buren of een thuiszorgorganisatie.
Als het u niet lukt om op te staan of hulp in te schakelen na een val, is het belangrijk dat u warm blijft. Trek zoveel mogelijk spullen naar u toe die u hierbij kunnen helpen. Denk bijvoorbeeld aan een deken, kussens, een vest of trui, handdoeken of een mat.
Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, dan kunt u altijd contact opnemen met uw huisarts, fysiotherapeut of ergotherapeut.