Verhogen van de veneuze return: de (skelet) spierpomp
De spierpomp helpt om bloed vanuit de benen terug richting het hart te pompen. Dit is nodig wanneer je bijvoorbeeld loopt, omdat de zwaartekracht de terugstroming naar het hart tegenwerkt. Door de aanwezigheid van klepjes in de aderen kan het bloed niet terugstromen, maar hoe komt het bloed omhoog? Dit gebeurt onder andere door middel van de spierpomp: het afwisselend samentrekken en ontspannen van de spieren die om de aderen heen liggen.
Wat is de veneuze return?
De veneuze return of veneuze retour (in het Engels: venous return) is de hoeveelheid bloed die vanuit de grote bloedsomloop terug bij het hart aankomt. Het bloed in je lichaam stroomt via je linkerharthelft (linker boezem en -kamer) en
slagaderen (arteriën) naar je organen, spieren en andere weefsels. Na de
microcirculatie komt het bloed via de
aderen (venen) en uiteindelijk de vena cava terug naar de rechterkant van je hart (rechter boezem en kamer). Dit volume bloed wordt de veneuze return genoemd. De veneuze return is gelijk aan de slagvolume: de hoeveelheid bloed die het hart bij contractie uit de rechter- of linkerkamer pompt.
De (skelet-) spierpomp
Ook als je niet in rust bent, moet het bloed nog steeds terug naar je hart stromen. Denk bijvoorbeeld aan activiteiten zoals lopen of rennen. Hierbij moet het bloed een extra factor overwinnen om terug bij het hart aan te komen: de zwaartekracht.
De zwaartekracht trekt het bloed in de aderen terug naar beneden. Omdat het bloed in de aderen een lage bloeddruk heeft, zijn aderen in vergelijking met de slagaderen relatief gevoeliger voor de zwaartekracht. Het lichaam heeft een trucje bedacht om je bloed toch terug bij je hart te krijgen: de (skelet-) spierpomp!
Een schematische afbeelding van het resultaat van de spierpomp. Bij situatie A zijn de spieren om de ader in rust (ontspannen). Er is geen bloedstroming richting het hart. De zwaartekracht trekt het bloed naar beneden, maar dit blijft tussen de klepjes zitten. Bij situatie B trekken de spieren samen. Dit zorgt ervoor dat de ader deels dicht wordt gedrukt. Als resultaat stijgt de druk en wil het bloed van een hoge naar een lage druk stromen. Dit kan maar één kant op, vanwege de klepjes in de ader: richting het hart (gele pijl). /
Bron: OpenStax College (bewerkt), Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
Hoe werkt de spierpomp?
Maar eerst moet je weten dat aderen kleine klepjes hebben, die bloedstroming in één richting toelaten, de richting naar het hart. Dit zorgt er voor dat het bloed niet meer ‘naar beneden’ of ‘terug’ kan stromen. Maar hoe komt het bloed omhoog? De aderen in de benen liggen tussen twee spieren: de musculus gastrocnemius en de musculus soleus. Wanneer deze spieren samentrekken, stijgt de druk rond de aderen en worden ze dicht gedrukt. Hierdoor stijgt de druk in de ader. Het bloed wil wegstromen, maar kan vanwege de kleine klepjes in de ader maar één kant op: richting het hart. Het bloed zal zich een stukje naar boven verplaatsen: van een hoge naar een lage druk.
De spieren ontspannen zich hierna weer: de druk om de aderen heen zal afnemen. De ader die tussen de spieren ligt kan hierdoor dus weer iets uitzetten, waardoor de druk in het bloedvat daalt (ook omdat er minder bloed inzit dan eventjes ervoor, dit bloed is uit het stukje vat ‘gepompt’). Dit zorgt voor een nieuwe drukgradiënt: het bloed zal van een hogere druk (microcirculatie) naar een lagere druk (de ader) stromen. Het bloed kan niet terug stromen, omdat de klepjes dat niet toestaan.
De spierpomp is dus een handige truc van het lichaam om te zorgen dat het bloed terug bij je hart aankomt! Door het afwisselend samentrekken en ontspannen van de spieren om de aderen wordt het bloed richting het hart ‘gepompt’. Hierdoor wordt de veneuze return verhoogd: door de spierpomp kan er meer bloed terug bij het hart aankomen.
Een verlaagde veneuze return
Je kunt in sommige gevallen een verlaagde veneuze return hebben. Dit betekent dus dat er minder bloed terug bij je hart aankomt. Dit kan op lange termijn leiden tot lichamelijke klachten, zoals zwellingen (oedeem), flauwvallen en hartfalen. Ook kunnen er spataderen ontstaan.
Een verlaagde veneuze return omdat je lang staat
Als je erg lang stil staat, kan je flauwvallen. Als er te weinig bloed terug bij je hart aankomt, kan het hart het bloed ook niet wegpompen. Als gevolg hiervan zal er minder bloed naar je hersenen stromen. Wanneer dit te weinig is, kan je flauwvallen.
Maar hoe komt dit? Als je lang stil staat, is er weinig spierpomp-activiteit. Hierdoor stroomt er nog wel wat bloed terug naar het hart, maar er zal zich ook bloed ophopen in je benen en enkels. Hierdoor zwellen deze op (oedeem). De druk om de aderen zal stijgen, waardoor de veneuze return minder zal worden.
Een verlaagde veneuze return door een ziekte van de aderen
Mensen die vaak erg lang staan, zwangere vrouwen en mensen met zwaar overgewicht kunnen last krijgen van een verlaagde veneuze return. Dit kan komen omdat er ‘spataderen’ (varicose aderen) ontstaan. Spataderen komen vooral voor in de benen en het zijn aderen die altijd volledig openstaan. Dit is een gevolg van falende kleppen in de aderen. Het bloed wordt door de spierpomp wel naar boven gepompt, maar het kan terug richting de voeten stromen omdat de klepjes niet meer (volledig) werken.
Behalve spataderen zijn er nog meer ziektes van de aderen die een verlaagde veneuze return kunnen veroorzaken. Deze ziekten zijn gebundeld in de term 'veneuze insufficiëntie'. Symptomen van veneuze insufficiëntie zijn onder andere spataderen, spierkrampen, oedeem, vermoeide benen en eczeem.
Andere lichaamsfuncties om de veneuze return te verhogen
Naast de spierpomp heeft ook de ademhaling invloed op de veneuze return. Het vergroten van je borstkas tijdens het inademen zorgt voor een negatieve druk in de borstkas (ook wel de thorax genoemd) ten opzichte van de atmosfeer. Als gevolg hiervan stroomt de lucht je longen in: je ademt in. Een bijkomend effect van deze negatieve thoraxdruk is dat de vena cava en de rechterkant van het hart (rechterkamer en -boezem) groter worden. Dit heeft als gevolg dat de druk binnen in deze weefsels daalt. Dit zorgt voor een extra ‘aanzuigende’ kracht: de veneuze return stijgt.
De druk in de capillairen (microcirculatie) is hoger dan de druk in de rechterboezem. Hierdoor is er een drukgradiënt en zal het bloed zich willen verplaatsen van hoge naar lage druk. Hierdoor zal het bloed richting het hart gaan stromen.
Ook het hart zelf helpt bij de veneuze return. Als de hartkamers samentrekken, beweegt het hart wat naar beneden en wordt het bloed uit de kamer gepompt. De grote vaten houden het hart op zijn plek. De neerwaartse beweging zorgt ervoor dat er bloed in de boezems stroomt.