Obstructieve shock
Obstructieve shock word veroorzaakt door een (gedeeltelijke) blokkade ergens in de circulatie. De blokkade kan in het veneuze systeem, het arteriële systeem, het hart gelokaliseerd zijn en ook een combinatie is mogelijk. Bij alle 4 de vormen is het hartminuutvolume afgenomen. De reactie van het lichaam op obstructieve shock is vergelijkbaar met de reactie op hypovolemische dan wel cardiogene shock.
Obstructieve shock
Shock kan veroorzaakt worden door een obstructie van de circulatie. De locatie van de obstructie bepaalt hoe de shock zich ontwikkeld. De 4 te onderscheiden locaties zijn de veneuze circulatie, het hart, het arteriële systeem of een combinatie van veneuze, hart en/of arteriële obstructies. Bij deze vormen van shock moet worden opgemerkt dat het lichaam de oorzaak, namelijk de obstructie, niet zelf kan verhelpen. De conditie van de patiënt zal dus niet verbeteren tenzij er word ingegrepen.
Veneuze obstructie
Bij deze vorm van obstructieve shock zorgt een blokkade van een van de venen voor het circulatie probleem. De obstructie zorgt ervoor dat de weerstand in het veneuze systeem is toegenomen. De veneuze return, de hoeveelheid bloed die de venen aanvoeren naar het hart, is hierbij sterk afgenomen. Het hart heeft dus, net als bij een hypovolemische shock te weinig bloed om rond te pompen. De reactie van het lichaam op een shock veroorzaakt door een veneuze obstructie is dan ook vergelijkbaar met de respons die gezien word bij een hypovolemische shock.
Het lichaam zal, tijdens de compensatie fase, eerst proberen om te compenseren voor de verminderde veneuze return. De hartfrequentie zal stijgen, er vindt vasoconstrictie plaats in het vaatbed van de huid, nieren en het maag-darmkanaal en het lichaam zal vocht vast houden om de bloeddruk te doen stijgen.
Als deze maatregelen niet afdoende zijn om de veneuze return naar normale waarden te brengen zal het lichaam overgaan in de vroege decompensatie fase. Door het zuurstof tekort in de weefsels zal lokaal vasodilatatie optreden. Dit zal de veneuze return weer doen dalen omdat hiermee de bloeddruk iets daalt. Daarnaast zal er vocht gaan uittreden en ontstaat er oedeem. Het circulerend bloedvolume daalt daardoor, waardoor de veneuze return nog verder afneemt.
Uiteindelijk zal de doorbloeding zo slecht worden dat ook het hart en de hersenen last krijgen van zuurstof tekort. Hiermee is de late decompensatie fase, of terminale fase, ingegaan. De patiënt zal nu snel komen te overlijden.
Obstructie van het hart
Als het vullen van het hart word belemmerd door een obstructie spreek je van een diastolische dysfunctie. De veneuze return neemt af door een stijging van de diastolische druk van het rechter atrium. Deze vorm van obstructieve shock is dan ook te vergelijken met een cardiogene shock.
In de compensatie fase zal het ventrikel elastischer worden zodat er tijdens de diastole meer bloed in het ventrikel kan worden gepompt. Het slagvolume zal hierdoor stijgen. Daarnaast zal er vocht worden vastgehouden om het bloedvolume te vergroten en vind er in de venen vasoconstrictie plaats. Dit zal de veneuze return en de veneuze druk doen stijgen, wat wederom het slagvolume positief zal beïnvloeden. Ook nemen de hartfrequentie en contractiliteit van het hart toe. Als laatste respons van de compensatie fase zal in het perifere vatensysteem, dus de kleine arteriolen en de capillairen, vasodilatatie plaatsvinden. De resulterende verlaging in de systemische vaatweerstand zorgt ervoor dat het hart minder moeite hoeft te doen om bloed rond te pompen. Ook dit zorgt weer voor een vergroot slagvolume.
Als de veneuze return onvoldoende toeneemt, zal de shock verergeren. Tijdens de vroege decompensatie fase zal de druk in het veneuze vaatbed stijgen, waardoor vocht gaat uittreden. Dit noemt men ook wel backward failure. Daarnaast ontstaat forward failure, waarbij de arteriële bloeddruk daalt. Dit heeft een verminderde doorbloeding van de organen tot gevolg.
Als de shock zo vergevorderd is dat ook het hart en hersenen ernstig zuurstof tekort krijgen, zal de patiënt overlijden. Dit is de late decompensatie fase, ook wel terminale fase genoemd.
Arteriële obstructie
Arteriële obstructie leidt, afhankelijk van de geblokkeerde arterie, door linker dan wel rechter hartfalen tot een
verminderd hartminuutvolume (hoeveelheid bloed dat per minuut door het hart word gepompt). De gevolgen van deze obstructie zijn, net als de obstructies aan het hart, vergelijkbaar met die van een cardiogene shock zoals hierboven staat beschreven.
Gecombineerde obstructie
Bij een gecombineerde obstructie kunnen responses worden herkend van zowel de hypovolemische shock als de cardiogene shock. Algemeen is het hart niet instaat om voldoende bloed rond te pompen om het hele lichaam van voldoende zuurstof te voldoen.
Lees verder