Vasectomie (sterilisatie bij de man)
Een vasectomie is een veilige en relatief eenvoudige chirurgische ingreep waarbij de zaadleiders worden onderbroken om het transport van zaadcellen vanuit de testikels te blokkeren. Na deze ingreep is de man onvruchtbaar, wat betekent dat hij geen kinderen meer kan krijgen. Sterilisatie is een definitieve anticonceptiemethode en is in principe onomkeerbaar. Het is daarom van groot belang dat beide partners deze beslissing zorgvuldig overwegen en volledig achter de keuze staan. De ingreep wordt niet uitgevoerd als de partner van de patiënt net zwanger is of recentelijk zwanger is geweest.
Voor de ingreep
Voor een vasectomie onder lokale verdoving hoeft de patiënt niet nuchter te zijn. Indien de ingreep onder algemene verdoving plaatsvindt, moet de patiënt wel nuchter zijn. Het kan noodzakelijk zijn om tijdelijk te stoppen met het gebruik van bloedverdunners (
medische term:
anticoagulantia) om het risico op nabloedingen te verkleinen. Dit moet altijd in overleg met de uroloog gebeuren. De dag van de ingreep dient de patiënt de haren van de balzak en de liezen zorgvuldig te scheren om infecties te voorkomen en een betere wondheling te bevorderen. Het scheren kan het beste gebeuren met een scheermesje in een warm bad. Een strak zittende onderbroek of zwembroek is nuttig om de balzak extra ondersteuning te geven, en deze dient de patiënt mee te nemen. De patiënt moet tot slot vlak voor de ingreep zijn broek en onderbroek uitdoen.
Praktisch
Het is verstandig om een dag vrij te nemen voor de ingreep. De totale duur van de vasectomie bedraagt meestal vijftien tot twintig minuten. De ingreep gebeurt poliklinisch, wat betekent dat de patiënt na de operatie weer naar huis mag. Vasectomie wordt vaak uitgevoerd onder
plaatselijke verdoving, hoewel een
algemene verdoving soms wordt toegepast na overleg met de patiënt.
De ingreep
De patiënt ligt met de rug op het behandelbed. Eerst desinfecteert de verpleegkundige of uroloog de balzak. Vervolgens plaatst de uroloog steriele doeken rond het operatiegebied die de patiënt niet mag aanraken. Twee injecties met verdoving worden in de huid van de balzak aan beide zijden toegediend. Zodra de verdoving is ingewerkt, maakt de uroloog een kleine incisie aan beide zijden om de zaadleiders bloot te leggen. Een stukje van elke zaadleider wordt verwijderd en de uiteinden worden dichtgebonden. Deze procedure wordt aan beide zijden herhaald. Om te controleren of het daadwerkelijk de zaadleiders zijn, worden de verwijderde stukjes microscopisch onderzocht. Het is normaal dat de patiënt tijdens de ingreep een trekkend gevoel in de liezen en onderbuik ervaart, omdat de zaadleiders door het lieskanaal lopen. De wondjes worden gesloten met hechtingen. Sommige urologen gebruiken hechtingen die vanzelf oplossen na ongeveer een week, terwijl andere hechtingen door de huisarts moeten worden verwijderd.
Na de ingreep
De patiënt dient vervoer naar huis te regelen. In de eerste uren na de ingreep kan ijs worden aangelegd om zwelling te verminderen. Er zijn gaasjes op de wondjes geplakt die één tot twee dagen moeten blijven zitten. De pleisters kunnen de ochtend na de ingreep worden verwijderd. De huidhechtingen lossen binnen één tot twee weken vanzelf op. De dag van de ingreep en de volgende dag moet de patiënt rust nemen en zware lichamelijke activiteiten en sporten vermijden.
Zwemmen wordt afgeraden totdat de wondjes volledig genezen zijn. Douchen is mogelijk nadat de gaasjes zijn verwijderd, maar voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van zeep. Baden is toegestaan na vijf dagen. Geslachtsgemeenschap is mogelijk, maar de patiënt moet het rustig aan doen. Zware fysieke activiteiten en werkzaamheden dienen de eerste dagen na de operatie vermeden te worden.
Complicaties en bijwerkingen
Na de ingreep kan het gebied gevoelig, branderig of pijnlijk (
testikelpijn) zijn zodra de verdoving is uitgewerkt. Het gebruik van een
pijnstiller zoals
paracetamol is toegestaan. De huid kan rood zijn en er kan een
blauwe plek optreden op de balzak of de basis van de penis. Het is normaal om enkele dagen een zwaar gevoel in de onderbuik te ervaren, wat kan verergeren bij inspanning. Dit verdwijnt meestal vanzelf. Het is ook normaal om een beetje bloed of vocht uit de wondjes te verliezen.
Wondinfecties en nabloedingen komen zelden voor. Zeer sporadisch kan er een tijdelijk gevoel van stuwing optreden, wat pijnlijke sensaties kan veroorzaken voorafgaand aan een zaadlozing.
De patiënt dient contact op te nemen met de arts als de wondjes blijven bloeden, de balzak sterk gezwollen is, extreme pijn optreedt of als er koorts boven 38,5°C is (
koorts).
Controle onvruchtbaarheid: Spermaonderzoek
Omdat de man niet onmiddellijk onvruchtbaar is na de ingreep, moet hij gedurende deze periode nog voorbehoedsmiddelen gebruiken. Na twee tot drie maanden (na ongeveer 15-20 zaadlozingen) wordt een spermaonderzoek uitgevoerd om te bevestigen dat de man steriel is. Voor het onderzoek mag de man minimaal twee en maximaal zeven dagen geen zaadlozing hebben gehad.
Op de polikliniek krijgt hij een schoon glazen potje dat niet opnieuw gereinigd mag worden. De totale hoeveelheid sperma moet in het potje worden opgevangen, aangezien een onvolledige zaadlozing de resultaten kan beïnvloeden. Het potje moet op kamertemperatuur worden gehouden. Zodra het sperma is opgevangen, moet het potje binnen één uur bij het laboratorium worden afgeleverd om de resultaten niet te beïnvloeden. Tijdens het transport moet het sperma op kamertemperatuur worden gehouden en rechtop blijven. Tot de resultaten van het spermaonderzoek bekend zijn, zijn adequaat gebruik van voorbehoedsmiddelen noodzakelijk. Als er geen zaadcellen meer aanwezig zijn, is de vasectomie geslaagd. De resultaten zijn meestal na vijf werkdagen beschikbaar, maar dit kan per ziekenhuis verschillen. In sommige gevallen is meerdere spermaonderzoeken nodig om te bevestigen dat alle zaadcellen verdwenen zijn.
Gevolgen van een vasectomie
Een vasectomie heeft doorgaans geen invloed op de seksuele activiteit. Voor sommige mensen kan het seksleven na de ingreep juist ontspannen verlopen, omdat er geen angst meer is voor een zwangerschap. Zaadlozingen blijven mogelijk, maar zonder zaadcellen. Dit is niet merkbaar omdat zaadcellen slechts een klein deel van het sperma uitmaken. In zeer zeldzame gevallen (ongeveer 0,038%) kan er een rekanalisatie optreden, waarbij de zaadleiders weer aan elkaar groeien en vruchtbaarheid kan terugkeren.