Multifocale en trifocale lensimplantatie

De oogarts heeft staar vastgesteld. Voor welk soort lens kiest u dan en wat staat u verder te wachten? In eenvoudige bewoordingen wordt uitgelegd wat een multifocale kunstlens is. Daarnaast worden de stappen van het vooronderzoek en de operatie toegelicht en wordt uitgelegd welke leefregels moeten worden aangehouden om de staaroperatie tot een succes te maken.

Wat is een multifocale implantlens

Een multifocale implantlens is een kunstlens welke speciaal ontwikkeld is om zonder bril dichtbij en veraf te kunnen zien. Hiermee wordt brilonafhankelijkheid nagestreefd en is er slechts in enkele gevallen nog een lichte bril nodig. In tegenstelling tot de monofocale kunstlens is deze implantlens niet voor iedereen geschikt. Tijdens het vooronderzoek wordt dit bekeken. Een trifocale lens is een kunstlens welke speciaal ontwikkeld is om zonder bril dichtbij, veraf en alles er tussenin, duidelijk en scherp te kunnen zien. De beste resultaten worden bereikt als de multifocale lenzen in beide ogen worden geïmplanteerd. Er zijn echter voorbeelden dat een operatie aan één oog ook goede resultaten oplevert.

Wat wordt tijdens het vooronderzoek onderzocht

Tijdens het vooronderzoek wordt de algehele gezondheid van de ogen met behulp van verschillende meetapparatuur onderzocht. Het totale onderzoek neemt ongeveer 45 minuten in beslag. De kans is aanwezig dat de ogen gedruppeld zullen moeten worden met een pupilverwijderende vloeistof. Als gevolg hiervan zijn de ogen extra lichtgevoelig en gaat men tijdelijk waziger zien, dit betekent dat men onder invloed van medicijnen is en volgens de wet niet mag autorijden. Een goede oogmeting tijdens het vooronderzoek is essentieel voor het uiteindelijke resultaat. Dit onderzoek wordt gedaan door de optometrist, in samenwerking met de oogarts. Contactlenzen vervormen de bolling van het oog. Om de meting van de ogen zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen is het belangrijk dat er voorafgaand aan het vooronderzoek enige tijd geen lenzen worden gedragen. Zachte lenzen dienen ten minste twee weken voor het onderzoek niet meer te worden gedragen en harde lenzen vanaf ten minste zes weken.

Voor de operatie

In de voorbereidingsruimte van de operatiekamer worden een aantal oogdruppels toegediend in het te opereren oog. Deze druppels zorgen onder meer voor het verwijden van de pupil en de verdoving. In de operatiekamer wordt het oog en de huid eromheen schoongemaakt. Tevens wordt een ooglidhouder geplaatst om het oog open te houden.

De operatie

Tijdens de operatie is het zicht met het oog slecht maar is het mogelijk dat er licht en kleuren worden waargenomen. De tijd in de operatiekamer is gemiddeld 15 tot 30 minuten. Aan de zijkant van het oog worden twee zeer kleine openingen gemaakt. Hierdoor wordt o.a. de oude lens verwijderd en vervolgens de nieuwe lens weer in geplaatst. Er is meestal geen hechting nodig, de wondjes dichten vanzelf. Tot slot wordt het oog afgedekt met een zalfverband en oogkap.

Na de operatie

Er wordt een medicijntasje met de juiste druppels meegegeven. Het is belangrijk deze thuis volgens het recept te gebruiken. Dit voorkomt infectie en vermindert de kans op een ontsteking.

leefregels

• De eerste twee weken niet in de ogen wrijven.
• De eerste twee dagen het haar niet wassen.
• Vermijd de eerste twee weken het zwembad of de sauna en ga de eerste week niet naar de kapper.
• U mag sporten mits u het risico vermijdt dat er iets in uw ogen kan komen.
• U kunt weer aan het werk wanneer u daar aan toe bent. dit is doorgaans twee of drie dagen na de implantatie.
• Autorijden mag wanneer de situatie dit toelaat
• Eerste twee weken na de operatie teveel lichamelijke inspanning beperken.

Resultaat

Het zicht zal na een lensimplantatie in de regel na twee of drie dagen goed genoeg zijn om te functioneren. De optimale gewenning aan de multifocale lens duurt gemiddeld drie tot zes maanden na de operatie.

Een multifocale kunstlens kan visuele bijwerkingen hebben

• Bij mist of lage lichtintensiteit kan het zicht afnemen.
• "Halo" klachten. Dat wil zeggen dat er soms 's avonds of 's nachts bij het kijken naar lichtbronnen kringen of lichtstrepen rond de lichtbronnen worden waargenomen. Autorijden in de nacht kan daardoor lastig zijn (koplampen etc.)
• Vooral bij lage lichtintensiteit kunnen voorwerpen minder goed worden onderscheiden van een donkere achtergrond. Minder contrastrijk.
• Lichte afwijking in zien van kleuren. Dit wordt alleen merkbaar wanneer in maar één van beide ogen een multifocale kunstlens wordt ingebracht.
• Mogelijke bijwerkingen bij alle staaroperaties: droge ogen; nastaar; stijgende oogdruk en ophoping van vocht. Deze bijwerkingen verdwijnen vanzelf of zijn makkelijk te verhelpen.