Frenulotomie: het inknippen van het tongriempje
Een te kort tongriempje is iets wat aangeboren is. Het kan niet op latere leeftijd voorkomen, maar het is wel erfelijk. Een tongriempje kan zowel bij een baby als bij een volwassene problemen opleveren. Het makkelijkst is als het tongriempje nog voor de baby 6 weken oud is ingeknipt wordt. De ingreep is zo voorbij en het kan een hoop problemen voorkomen of oplossen.
Waar bevindt zich het tongriempje?
Het tongriempje is het stukje huid dat de tong verbindt met de bodem van de mond. Dit verticale weefsel wordt ook wel het tongriempje genoemd of in het Latijns
frenulum linguae. Deze verbinding is makkelijk zichtbaar. Als u in de spiegel kijkt, uw mond opent en uw tong omrolt zodat deze uw gehemelte raakt ziet u duidelijk het tongriempje en hoe het verbonden is. Het tongriempje zorgt ervoor dat de tong in beweging beperkt wordt, maar de beweging kan ook te beperkt zijn.
Een te kort tongriempje
Het tongriempje ontwikkelt zich al in de vierde week tijdens de zwangerschap. Echter kan het gebeuren dat het tongriempje te kort blijft. Dit kan dus niet op latere leeftijd opeens optreden, maar toch wordt het niet altijd direct na de geboorte opgemerkt. Een te kort tongriempje is in ongeveer 50% procent van de gevallen erfelijk gebleken. De lengte van het tongriempje is bepalend voor het functioneren van de tong. Een te kort tongriempje wordt ook wel
ankyloglossia genoemd. In sommig gevallen ligt de tong helemaal vast tegen de bodem van de mond, bij andere wordt het pas later opgemerkt omdat het bijna niet opvalt.
De gevolgen bij een baby
Een te kort tongriempje kan bij een pasgeborene al voor problemen zorgen. Doordat de tong niet ver genoeg over de onderkaak komt kan de baby niet goed genoeg vacuümzuigen om melk binnen te krijgen. De baby kan geen houvast krijgen waardoor u vaak een smakkend geluid zult waarnemen als de baby probeert te drinken. Bij de moeder kan dit tot gevolg hebben dat ze tepelkneuzingen krijgt of borstontsteking en de baby wordt mogelijk onvoldoende gevoed. Bij zowel moeder als kind kan het zorgen voor veel vermoeidheid en frustratie als men de oorzaak niet gelijk weet. Een fles is geen goed alternatief, een baby moet tenslotte daar ook goed de zuigreflex kunnen toepassen om er melk uit te krijgen.
Op latere leeftijd
Omdat de tong het gehemelte niet kan bereiken hebben kinderen met een te kort tongriempje vaak last van spraakproblemen. Ze worden dan ook vaak bij de logopedist gezien. Daarnaast kunnen blaasinstrumenten soms niet bespeeld worden en is zoenen soms lastiger. De mondhygiëne is ook moeilijker bij te houden met een te kort tongriempje. Vaak halen mensen onbewust veel etensresten bij hun tanden vandaan met hun tong. Voedselresten blijven bij mensen met een te kort tongriempje vaker zitten wat kan resulteren in een slechter gebit omdat men niet de juiste verzorging kan bieden. Regelmatig spoelen, poetsen en flossen is dan ook zeer aan te raden.
Alle mogelijke problemen die er kunnen zijn bij het hebben van een te kort tongriempje kunnen ook voor onzekerheid zorgen. Vooral rond de tienertijd komt dit veelvuldig voor. Het moeite hebben van het uitspreken van woorden en het wellicht moeite hebben met zoenen kan erg veel twijfels met zich meebrengen. De lichamelijke problemen kunnen zo ook mentale problemen met zich meebrengen.
De behandeling bij de baby
Tot 6 weken na de geboorte kan de verloskundige of lactatiekundige het tongriempje nog doorknippen. De lactatiekundige kan het best vaststellen of het nodig is in verband met de borstvoeding. De behandeling neemt ongeveer slechts 10 tot 15 seconden in beslag en gaat als volgt. Een gleufsonde (een tang met een soort hartvorm aan het uiteinde waar een gleuf in zit) wordt tegen de tongriem geplaatst. De tongriem zit tussen de gleuf van de gleufsonde in en de tong kan met behulp van de sonde makkelijk omhoog worden gehouden zodat er goed zicht is. Vlak onder de tong wordt vervolgens het riempje ingeknipt met een steriele schaar.
Na de behandeling kan het ietwat nabloeden, maar een beetje hoort erbij. Echter is het met het knippen wel opgelost, maar het kan ook weer aan elkaar groeien. U zult oefeningen meekrijgen om de tong los te houden. Het is van belang dat deze oefeningen worden uitgevoerd zodat er niet nogmaals ingeknipt hoeft te worden.
Het knippen op latere leeftijd
Het tongriempje wordt op latere leeftijd steviger van structuur. Het kan dan ook niet meer zo makkelijk doorgeknipt worden als bij een baby. In het geval dat u dus voor 6 weken weet dat het tongriempje te kort is dan is het altijd verstandig het dan al in te laten knippen zelfs als het geen belemmering geeft bij het drinken. Een ingreep op latere leeftijd heeft namelijk toch iets meer impact en het spreken zal ook na de behandeling deels opnieuw aangeleerd moeten worden omdat men niet gewend was de tong vrij te kunnen bewegen.
Op latere leeftijd wordt de ingreep uitgevoerd door de KNO-arts. Dit gebeurt onder een verdoving of zelfs onder narcose. In de meeste gevallen zijn er wel hechtingen nodig. De hechtingen kunnen wat trekken, maar de ingreep is snel voorbij en het doet niet heel veel pijn. Er valt gelijk resultaat te merken en vooral als u voorheen belemmerd was in dingen is de ingreep zeker de moeite waard.