Ankyloglossie: Tongafwijking met te kort tongriempje
De tongriem (tongriempje, frenulum linguae) is een slijmvliesplooi (soort huidstrook) die de tong verbindt met de onderkant van de mond. Bij ankyloglossie is het tongriempje korter dan normaal. Deze aangeboren aandoening leidt mogelijk tot beperkte tongbewegingen, voedingsproblemen en spraakproblemen. Niet altijd is een behandeling nodig, maar wanneer klachten optreden, behandelt een ingreep succesvol de te korte tongriem. De vooruitzichten van deze tongafwijking zijn tot slot meestal zeer goed, maar onbehandeld komen wel complicaties voor.
Synoniem van ankyloglossie
‘Tongue tie’ en ‘frenulum breve’ zijn synoniemen voor ankyloglossie.
Epidemiologie
Ongeveer 4 tot 11 procent van de pasgeboren
baby's krijgt te maken met een te kort tongriempje. Jongens zijn drie keer vaker dan meisjes aangetast door de
tongafwijking. Slechts ongeveer de helft van de patiënten vertoont een verminderde tongfunctie, waardoor symptomen ontstaan.
Oorzaken
De huidstrook die de tong met de onderkant van de mond verbindt, staat in medische termen bekend als het frenulum (tongriempje). Meestal scheidt de tongriem zich voor de geboorte van de tong, waardoor de tong vrij kan bewegen. Bij een te kort tongriempje blijft de tongriem vastzitten aan de onderkant van de tong. Waarom dit gebeurt, is grotendeels onbekend anno september 2024, maar genetische factoren spelen vermoedelijk soms een rol.
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een te kort tongriempje:
- Genetische predispositie
- Familiegeschiedenis van ankyloglossie
- Bepaalde prenatale omstandigheden of afwijkingen
Symptomen: Problemen met voeding, tongbewegingen en spraak
Bij milde ankyloglossie is de tong verbonden met de mondbodem door een dunne strook weefsel; symptomen komen hierbij niet altijd tot uiting. In ernstige gevallen is de tong aan de onderkant van de mond vastgesmolten.
Baby
Een baby met een te korte tongriem ervaart mogelijk borstvoedingsproblemen. Een baby moet de tepel vastgrijpen om
borstvoeding te krijgen. Een baby met ankyloglossie kan niet zo goed zuigen. De tepel van de moeder gaat hierdoor ook uitdrogen en barsten.
Problemen die optreden bij baby's die een te kort tongriempje hebben, zijn onder andere:
- Bijten (bijtproblemen), kauwen (kauwproblemen) of tandenknarsen
- De hele tijd hongerig zijn
- De mond lastig kunnen openen
- Direct na de voedingen braken
- Een klikgeluid maken wanneer ze gevoed worden
- Een tongpunt die gekerfd of hartvormig lijkt wanneer de baby de tong uitsteekt
- Lang de tijd nemen om te eten (ze zuigen meer) en slechts een korte pauze nemen alvorens weer gevoed willen worden
- Moeite om zich vast te hechten of vastgehecht te blijven voor de duur van de voeding
- Niet zo snel in gewicht bijkomen
- Slikproblemen
Moeder die borstvoeding geeft
Naast de
pijnlijke tepels en droge, gebarsten tepels, ontstaat een
lage melktoevoer en een
ontsteking van de borst (
mastitis). Diverse oorzaken zijn bekend voor borstvoedingsproblemen; meestal ligt een te kort tongriempje niet aan de basis. Een lactatiedeskundige of andere medische professional helpt wanneer een vrouw problemen heeft met het geven van moedermelk.
Kind
Het kind kan zijn tong mogelijk niet over de onderlip uitsteken als gevolg van ankyloglossie, waardoor hij de lippen niet kan likken of geen blaasinstrument kan bespelen. Ook het maken van tongbewegingen van links naar rechts of van boven naar beneden is mogelijk lastig bij de
aangeboren aandoening. Wanneer de baby begint te praten, ontstaan spraakproblemen. De uitspraak van onder andere de letters 't', 'n,' of 'd', levert problemen op voor kinderen met een te korte tongriem.
Alarmsymptomen
Enkele alarmsymptomen bij ankyloglossie die onmiddellijke medische aandacht vereisen zijn:
- Aanhoudende problemen met borstvoeding ondanks behandeling
- Ernstige voedingsproblemen die leiden tot onvoldoende gewichtstoename
- Spraakproblemen die de ontwikkeling van het kind belemmeren
- Veranderingen in mondhygiëne of tandheelkundige problemen
Diagnose en Onderzoeken
Een te kort tongriempje wordt meestal door de arts gedetecteerd tijdens een standaardonderzoek net na de geboorte, maar soms is de afwijking moeilijk op te sporen. Ankyloglossie wordt pas duidelijk tijdens het voeden als de baby problemen ondervindt. De arts bevraagt dan de ouders over eventuele problemen bij het voeden van de baby. Hij controleert bij het lichamelijk onderzoek de tong, de mond en de tanden van het kind. Hij gebruikt een tongspatel (lijkt op een grote ijslollystok) om onder de tong van het kind te kijken en het bewegingsbereik te controleren. Bij oudere kinderen vraagt de arts om de tong uit te steken, tongbewegingen te maken en bepaalde geluiden te maken.
Behandeling
De behandeling van een te kort tongriempje hangt af van de ernst van de symptomen en kan onder andere de volgende opties omvatten:
Baby
Wanneer voedingsproblemen en/of beperkte tongbewegingen ontstaan, is een behandeling vereist. De arts voert dan een eenvoudige en vaak pijnloze operatie uit (frenulotomie). De arts knipt het tongriempje af (doorsnijden) via een snelle, eenvoudige procedure waarbij de baby vaak geen
angst of ongemak vertoont. De operatie maakt de tong los en laat deze vrijer bewegen. Een vrouw moet na de operatie haar baby meteen borstvoeding geven, omdat de baby hierdoor kalmeert. Na de ingreep treedt mogelijk een hoeveelheid bloedverlies op. In zeldzame gevallen ontstaat een ernstige tongbloeding.
Oudere baby's
Een baby ouder dan zes maanden krijgt de operatie onder algemene
anesthesie. De hersteltijd na de operatie bedraagt gemiddeld tien dagen. De baby heeft mogelijk wel wat ongemak na de operatie. Voorts ontwikkelt zich mogelijk een witte plek onder de tong die normaal gesproken geneest binnen 24 tot 48 uur.
Andere behandelingsopties zijn onder meer:
- Elektrocauterisatie: Elektrocauterisatie is geschikt voor baby’s met milde ankyloglossie. De arts past hierbij lokale anesthesie (plaatselijk verdovende geneesmiddelen) toe.
- Laserchirurgie: Deze procedure duurt twee tot drie minuten en oudere baby’s genezen binnen de twee uur. Een verdoving is niet vereist.
Oudere kinderen en volwassenen
Onbehandelde baby’s of jonge kinderen krijgen op latere leeftijd mogelijk wel klachten. Als er namelijk beperkte tongbewegingen zijn, leidt dit tot spraakproblemen en problemen met het eten van bepaalde soorten voedsel. Verder komt een slechte
mondhygiëne voor, omdat de voedselresten tussen de tanden aanwezig blijven. Dit draagt bij aan
tandbederf en een ontsteking van het tandvlees (
gingivitis). Oudere kinderen en volwassenen hebben daarom soms een ingreep nodig die lijkt op de procedure bij baby's, maar met een langere hersteltijd en mogelijk meer ongemak.
Prognose
De vooruitzichten van een te kort tongriempje zijn meestal goed, vooral na een vroege diagnose en behandeling. Kinderen die een ingreep ondergaan, herstellen doorgaans goed en vertonen vaak een verbetering in voeding, spraak en mondhygiëne. In de meeste gevallen verdwijnen de symptomen helemaal. Wanneer geen behandeling plaatsvindt, kunnen de symptomen verergeren, wat leidt tot langdurige problemen met voeding, spraak en mondhygiëne.
Complicaties
Mogelijke complicaties na een operatie voor een te kort tongriempje zijn:
- Bloedingen: Er kan een kleine hoeveelheid bloedverlies optreden na de ingreep.
- Infecties: Een infectie op de plaats van de operatie is mogelijk, maar komt zelden voor.
- Terugkeer van symptomen: In sommige gevallen kan het tongriempje opnieuw groeien of blijven bestaan.
- Ernstige complicaties zijn zeldzaam en meestal te vermijden met een goede nazorg.
Preventie
Ankyloglossie kan niet worden voorkomen, omdat het een aangeboren afwijking is. Vroegtijdige diagnose en behandeling kunnen echter complicaties voorkomen en de gevolgen minimaliseren. Regelmatige controles bij een arts en deskundige begeleiding tijdens borstvoeding kunnen bijdragen aan een betere uitkomst voor baby's met een te kort tongriempje. Ouders worden aangemoedigd om problemen met voeding, spraak of mondhygiëne tijdig te melden aan medische professionals.
Lees verder